Verrassingen zijn nooit uit te sluiten

Er zijn geen verkiezingen zo voorspelbaar als de Eerste Kamerverkiezingen. Op basis van de uitslag van de Statenverkiezingen staat immers de samenstelling van de nieuwe Eerste Kamer nagenoeg vast. Toch hebben zich in het verleden verrassingen voorgedaan.

Vaak betrof dat de gekozen personen omdat voorkeurstemmen nog wel eens tot verschuivingen leidden. In enkele gevallen leidde onverwacht stemgedrag van Statenleden echter tot een andere zetelverdeling. De mogelijkheid om via voorkeurstemmen de bezetting van zetels te beïnvoeden, is overigens in 2011 kleiner omdat de drempel daarvoor is verhoogd van 50 naar 100 procent.

Hieronder een overzicht sinds 1983 van 'verrassingen'

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Invloed op de zetelverdeling

2011

Omdat het Noord-Hollandse D66-Statenlid Willem Cool geen rood potlood aantrof in het stemhok, besloot hij de stem met zijn eigen blauwe pen uit te brengen. Daarmee was zijn stem ongeldig en verloor D66 een zwaarwegende stem (door de hoeg stemwaarde van Noord-Holland) en zodoende een zesde Senaatszetel. De zetel ging daardoor naar de SP. Een poging om de fout bij de Kiesraad ongedaan te maken, strandde. De regels schreven (en schrijven) nu eenmaal gebruik van een rood potlood voor.

Er waren enkele kleine 'verrassingen'. De PVV kreeg in zetel één stem meer dan waarop het mocht rekenen. Mogelijk speelde het Staten Robesin (Partij voor Zeeland) daarbij een rol, al ontkende hij dat zelf. De vergissing van een VVD'er In Utrecht - er werd een stem op het CDA uitgebracht - bleef zonder gevolgen. In Noord-Brabant en Limburg kreeg de VVD een stem meer dan waarop was gerekend.

2007

Het Noord-Hollandse Statenlid Cheryl Braam maakte bij de Eerste Kamerverkiezingen op de lijst van GroenLinks alle vakjes rood, waardoor haar stem ongeldig was. Dat kwam volgens haar door 'spanningen'. Daardoor liep GroenLinks een zetel mis en de SP kreeg een zetel extra. Het Statenlid biechtte later haar fout op, maar verliet ook korte tijd de GroenLinks-Statenfractie om vervolgens als zelfstandige door te gaan.

1986

Omdat in Drenthe twee VVD-Statenleden dachten dat de vergadering waarin de Eerste Kamer werd gekozen om 10.00 uur zou beginnen, misten zij de stemming. De vergadering begon namelijk al om 9.00 uur. Zowel schriftelijk als mondeling was hen meegedeeld dat het oorspronkelijke aanvangsuur was verschoven, maar dat hadden zij blijkbaar gemist. Pogingen om de twee Statenleden telefonisch te melden dat de vergadering eerder was begonnen, mislukten. Omdat de twee niet konden meestemmen, liep de VVD een zetel mis en verloor senator John van Graafeiland zijn zetel. Die zetel ging naar de PPR.

De twee Statenleden putten zich uit in verontschuldigingen, maar directe consequenties had hun blunder niet. In 1987 werd Statenlid Dineke Uildriks echter wel op een onverkiesbare plaats gezet bij de Statenverkiezingen. Via een voorkeursactie wist zij toch haar zetel te behouden.

1983

Een vergissing van een Brabants Statenlid bij het uitbrengen van zijn stem zorgde ervoor dat het CDA een zetel verloor aan de SGP. Het Statenlid stemde per ongeluk op de verkeerde CDA-lijst (er waren toen per partij nog meerdere kandidatenlijsten), waardoor een restzetel aan de SGP werd toegewezen.

2.

Invloed op gekozen personen

2011

Zowel bij het CDA als bij de PvdA werd een lid via voorkeurstemmen gekozen. Bij het CDA liep Siem Buijs een zetel mis, omdat Peter Essers (nummer twaalf op de lijst) werd gekozen. Bij de PvdA werd Janny Vlietstra (vijftiende op de lijst) ten koste van Adri Duivesteijn gekozen.

2007

De stem van vijf Overijsselse SP-Statenleden en van één Drents SP-Statenlid bezorgde Düzgün Yildirim, zelf Statenlid in Overijssel, een zetel in de Senaat. Dat ging ten koste van de nummer 12 van de kandidatenlijst, Ineke Palm. De SP was hierover zeer ontstemd en riep Yildirim afstand te doen van zijn zetel. Hij weigerde dat, waarna hij werd geroyeerd. Hij ging toen verder als zelfstandige fractie.

Ook bij GroenLinks, D66 en het CDA zorgden voorkeurstemmen ervoor dat de lijstvolgorde werd doorbroken. Bij het CDA werd vanwege de ontstemming in Friesland besloten dat de met voorkeurstemmen gekozen Hans Klein Breteler na twee jaar plaats zou maken voor de Fries Geart Benedictus.

De gang van zaken bij met name de SP was mede aanleiding om in 2011 de voorkeursdrempel te verhogen van 50 naar 100 procent.

2003

De volgorde van de VVD-lijst werd totaal doorbroken doordat in diverse Statencolleges voorkeurstemmen werden uitgebracht. Statenleden uit Limburg, Gelderland, Utrecht, Overijssel en Noord-Holland weigerden te stemmen zoals de eigen partij wenste. Daardoor verloren onder anderen Wim van Eekelen, Marius Varekamp en prof. Liesbeth Kneppers hun zetel. Liefst zes VVD-kandidaten werden met voorkeurstemmen gekozen.

Steun van met name de Statenleden van de Fryske Nasjonale Party zorgde ervoor dat de zetel van de OSF niet naar de Limburger Zinken, maar naar de Fries Henk ten Hoeve ging.

1999

De Statenfractie van de PvdA in Gelderland zorgden ervoor dat twee Gelderse kandidaten, Rudy Rabbinge en Ton Doesburg, in de Eerste Kamer kwamen. Dit ging ten koste van twee zittende vrouwelijke PvdA-Eerste Kamerleden.

1995

Opnieuw stemden PvdA-Statenleden in Gelderland op een 'eigen' kandidaat, Meine Pit, die daardoor een zetel kreeg ten koste van de hoger geplaatste Piet Stoffelen.

Verdeeldheid bij de lijstcombinatie van De Groenen en diverse provinciale partijen leidde ertoe dat die niet de nummer één van die lijst, Kuperus, maar de voorman van De Groenen, Marten Bierman in de Eerste Kamer kwam.

Stemgedrag van Statenleden van de Ouderenpartijen leidde ertoe dat Martin Batenburg, die inmiddels uit de door hem opgerichte AOV was gezet, toch in de Senaat kwam, hoewel hij feitelijk op een onverkiesbare plaats stond.

1991

PvdA-Statenleden in Noord-Holland zorgden er via voorkeurstemmen voor dat Marian van der Meer alsnog terugkeerde in de Senaat. Dat leek ten koste te gaan van Herman Tjeenk Willink - die overigens ook de door de PvdA naar voren geschoven kandidaat voor het voorzitterschap van de Senaat was. Omdat dit stemgedrag inmiddels echter bekend was, besloten Statenleden in Zuid-Holland om hun stem op Tjeenk Willink uit te brengen. Die kwam daardoor toch in de Kamer, wat weer ten koste ging van prof. Joop van den Berg.

1987

Onvrede over de lage plaats op de kandidatenlijst van mevrouw Loes Vonhoff (echtgenote van de Groningse CdK Henk Vonhoff) en VVD-voorzitter (en Groninger) Jan Kamminga deed de VVD-Statenfractie besluiten een voorkeurstem op Vonhoff uit te brengen, waardoor Limburger Frans Feij zijn zetel misliep.