Proactieve rol parlement bij EU-wetgeving verdient ondersteuning

Het kan beter met de rol die het Nederlandse parlement speelt bij de Europese besluitvorming. De wil om die rol te spelen is er, maar er zijn nog knelpunten. Dat was de conclucie die Tweede en Eerste Kamer zelf recentelijk trokken naar aanleiding van een evaluatie over de toepassing van het subsidiariteitsbeginsel. Het Montesquieu Instituut onderzoekt mogelijkheden om Tweede en Eerste Kamer behulpzaam te zijn bij haar activiteiten op het gebied van de Europese regelgeving.

De uitkomsten van de evaluatie waren voor de Eerste Kamer reden om er bij het kabinet aan te dringen op het tijdiger verstrekken van informatie. Het gaat dan met name om het ter beschikking stellen van de zogenoemde BNC-fiches (Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen). Soms worden die door de regering pas naar de Kamer gestuurd na het verstrijken van de in Brussel geldende termijn waarop gereageerd kon worden op een Commissievoorstel. Verder wil de Eerste Kamer dat de regering concreet aangeeft op welke wijze en op welk moment zij commentaar van de Eerste Kamer op een EU-voorstel in een Europese ministerraadsvergadering aan de orde heeft gesteld.

Er zit bovendien vaak nogal wat tijd tussen het moment waarop het Nederlandse parlement aangeeft dat iets op Europees niveau mag worden geregeld (de subsidiariteitstoets) en het moment van de daadwerkelijke onderhandelingen in Brussel over dat voorstel. In die tussentijd staat het Nederlandse parlement buitenspel, terwijl dan juist inbreng nuttig zou zijn. 

Behalve selectiviteit - de Kamers kunnen het beste enkele belangrijke voorstellen kiezen en zich daarop concentreren - kan ook verbetering van de eigen informatievoorziening bijdragen aan nauwere betrokkenheid bij de Europese regelgeving. Bij het Montesquieu Instituut wordt momenteel gewerkt aan de ontwikkeling van een instrumentarium om het gehele Europese wetgevingstraject goed in beeld te krijgen.

Het Verdrag van Lissabon heeft de mogelijkheden voor nationale parlementen om een rol te spelen bij de Europese regelgeving vergroot. Een belangrijk middel is het parlementair voorbehoud. Daarvan is tot nu toe twee maal gebruikgemaakt en het is voornemen is om dit vaker te doen. Verder wordt bekeken of het overleg met parlementen van andere lidstaten te versterken. Het betrof onder meer een ontwerp-richtlijn over seizoenarbeiders.