Lokale partijen hebben nuttige functie

Lokale politieke partijen zijn veel nuttiger dan nog steeds wordt aangenomen. Wie ze vereenzelvigt met populisme, instabiliteit en dorpsheid vergist zich. Marcel Boogers, hoogleraar aan de Universiteit van Twente, over nut en noodzaak van lokale partijen.

Er wordt vaak te negatief gedacht over de rol die lokale partijen spelen en dat terwijl zij juist een goede rol kunnen vervullen. Dat stelt Marcel Boogers, hoogleraar innovatie en regionaal bestuur aan de Universiteit Twente. Ten onrechte bestaat bijvoorbeeld het beeld dat lokale partijen vooral populistisch zijn. Er zijn echter genoeg voorbeelden van gemeentelijke groeperingen die dwars door de links-rechts tegenstellingen zijn ontstaan en waarin leden van gevestigde landelijke partijen actief zijn.

Lokale partijen profileren zich uitsluitend op gemeentelijke thema's en bieden kiezers zo een goede mogelijkheid om zich bij gemeenteraadsverkiezingen uit te spreken over lokale vraagstukken. De vraag kan zelfs worden gesteld of niet moet worden afgedwongen dat landelijke partijen geen rol mogen spelen in gemeentelijke verkiezingen. In enkele landen en in sommige staten van de VS is dat het geval. Daardoor zouden gemeenteraadsverkiezingen echt over gemeentelijke onderwerpen gaan.

De lokale oriëntatie is ook nuttig als afdelingen van landelijke partijen te zwak zijn. Samenwerking op lokaal niveau kan dan zowel zorgen voor een breder draagvlak als voor een meer op lokale thema's gerichte politiek. Boogers wijst onder meer op samenwerking tussen PvdA, D66 en GroenLinks in sommige gemeenten, waaruit soms zelfs een lokale 'partij' ontstaat (hij noemde als voorbeeld Progressief Goirle).

Dat lokale partijen bijdragen aan grotere instabiliteit van het gemeentelijk bestuur is slechts deels waar. Het zijn, zo stelt Boogers, niet alleen lokale partijen die beschikken over minder ervaren bestuurders. Landelijke georganiseerde partijen hebben daar evenzeer mee te maken. Bovendien dragen lokale partijen slechts deels bij aan de grotere versnippering die zich ook op het lokale niveau voordoet. Bij gemeentelijke verkiezingen zijn er sowieso meer partijen die zetels behalen, maar dat geldt evenzeer voor (kleinere) landelijke partijen. Wel hebben lokale partijen vaak een andere stijl, waaraan gevestigde partijen moeten wennen.

De band tussen landelijke partijen en lokale afdelingen speelt ook een rol bij de financiering. Boogers zou het een goede zaak vinden als ook lokale partijen, net als landelijke partijen, voor subsidie in aanmerking komen. Doordat afdelingen van landelijke partijen wel indirect subsidie ontvangen, staan lokale partijen in dat opzicht op een achterstand. Hij erkent overigens wel dat het lastig is om goede criteria te bedenken op grond waarvan subsidie moet worden verleend. Waarschijnlijk kan dit het beste via de gemeenten worden geregeld.

De positie en het belang van lokale partijen is sinds de jaren negentig sterk toegenomen. Sinds 2002 zijn lokale partijen gezamenlijk zelfs de grootste 'partij' in de gemeenten. Die groei kwam deels door een afnemend belang van politieke ideologieën en deels doordat kiezers makkelijker switchen van partij. Voor een deel speelt ook een het afzetten tegen gevestigde (Haagse) macht een rol. Dat doet zich vaak voor in gemeenten waar een bepaalde partij al lang de machtigste was.

Het afzetten tegen de gevestigde politieke macht deed zich overigens als eerste voor in het zuiden van het land. In Noord-Brabant en Limburg waren er al in de jaren zestig lokale partijen. Die ontstonden daar waar de KVP een overheersende positie had. Lokale conflicten, maar ook tegenstellingen tussen dorpen of zelfs families, konden leiden tot vorming van lokale lijsten. Inmiddels is het verschijnsel 'lokale partij' nationaal geworden en heeft het een andere betekenis gekregen.

Deze bijdrage verscheen in 'De Hofvijver' nr. 24 d.d. 17 december 2012.