Parlementaire immuniteit

Tweede Kamer
Bron: © PDC

Parlementaire immuniteit is een rechtsinstrument dat parlementsleden beschermt tegen gerechtelijke vervolging. Het doel van deze vorm van immuniteit is dat leden van een parlement hun mandaat kunnen uitvoeren zonder te vrezen voor vervolging.

Parlementaire immuniteit kent verschillende vormen, wisselend per land. De meest voorkomende vorm in Europa (ook in Nederland) is beperkte onschendbaarheid. Dit houdt in dat parlementsleden niet kunnen worden vervolgd voor wat zij zeggen in het parlement. Een andere vorm van immuniteit is volledige onschendbaarheid. Dit betekent dat parlementariërs onschendbaar zijn in een ruimere zin, dus ook buiten de muren van de vergaderzaal van het parlement. Er zijn echter vele 'tussenvormen'.

In Nederland staat de mate van immuniteit af en toe ter discussie. Uitspraken van Tweede Kamerlid Hans Janmaat omtrent de multiculturele samenleving leidde in de jaren '90 tot een veroordeling. Het proces tegen PVV-leider Geert Wilders naar aanleiding van zijn 'minder-Marokkanenuitspraak' in maart 2014 heeft de discussie omtrent dit onderwerp doen oplaaien. Hij wordt verdacht van groepsbelediging en het aanzetten tot discriminatie en haat. Het proces tegen Wilders is op 31 oktober 2016 van start gegaan.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Vormen van parlementaire immuniteit

Er bestaan verschillende vormen van immuniteit: van heel beperkt - die alleen geldt tijdens de vergaderingen van het parlement en die niet meer geldt zodra de voorzitter de vergadering heeft gesloten - tot heel uitgebreid, waarbij de parlementaire immuniteit ook buiten het parlement levenslang geldt en bijvoorbeeld ook voor verkeersovertredingen.

Het is ook mogelijk dat er geen sprake is van parlementaire immuniteit. Zo genieten de leden van het Turkse parlement sinds mei 2016 geen enkele vorm van onschendbaarheid meer.

Beperkte vormen van immuniteit

De beperkste vorm van parlementaire immuniteit houdt in dat parlementariërs vrijheid van meningsuiting hebben tijdens vergaderingen in het parlement. Zij kunnen niet worden vervolgd voor hun uitingen en stemgedrag die zij tijdens vergaderingen doen in het parlement. Iets uitgebreider is een onschendbaarheid die ook buiten de vergaderingen van kracht is, maar dan alleen weer binnen de muren van het parlement. Weer verder gaat een immuniteit die ook in het publiek debat geldt, bijvoorbeeld voor uitlatingen op de radio en tv.

In de meeste landen geldt de immuniteit voor uitlatingen tijdens het mandaat, ook wanneer het mandaat is afgelopen. Een parlementariër kan niet vervolgd worden na haar/zijn termijn voor hoe zij/hij zich heeft geuit tijdens de uitvoering van het mandaat. Parlementaire immuniteit kan veelal alleen in uitzonderlijke gevallen worden opgeheven, bijvoorbeeld met toestemming van het gehele parlement.

Binnen de EU zijn er verschillende gradaties van immuniteit. Zo kan een Duitse parlementariër wel vervolgd worden voor mogelijke geuite smaad tijdens een vergadering. In het Verenigd Koninkrijk is dat onmogelijk. Een Nederlands Kamerlid geniet immuniteit voor uitingen tijdens de vergadering van het parlement. Een Franse collega geniet deze bescherming ook wanneer hij/zij spreekt in het openbaar en over uitingen gedaan tijdens een parlementaire missie. Lidstaten als Polen en Tsjechië hanteren een breder begrip van onschendbaarheid dan Nederland. De onschendbaarheid binnen het parlement voor een Poolse parlementariër blijft niet enkel beperkt tot vrijheid van meningsuiting.

Uitgebreide vormen van onschendbaarheid

Tegenover beperkte vormen van onschendbaarheid staan volledige vormen van onschendbaarheid. Dit is gerechtelijke bescherming in de bredere zin zoals parlementaire immuniteit tegen elke gerechtelijke vervolging, bijvoorbeeld ook voor strafbare feiten die buiten het parlementaire mandaat vallen. De meest uitgebreide vorm is een levenslange onschendbaarheid voor alle mogelijke strafbare feiten die tijdens het mandaat zijn gepleegd.

Ook hier zijn gradaties mogelijk: zo genieten parlementariërs in sommige landen alleen immuniteit met betrekking tot (verkeers-)overtredingen en niet voor misdrijven zoals diefstal en moord. In andere landen moet er eerst worden aangetoond dat een gerechtelijke vervolging geen politiek motief heeft. Vaak kan een parlementariër na het einde van een mandaat weer wel worden vervolgd voor strafbare feiten die hij/zij tijdens het mandaat heeft gepleegd.

Een voorbeeld van een land met volledige onschendbaarheid is Brazilië. Braziliaanse parlementsleden genieten ook immuniteit over hun daden en uitingen buiten het parlementaire mandaat, zoals diefstal en moord. Deze onschendbaarheid is niet toepasbaar op misdaden begaan vóór het parlementaire mandaat. Wanneer een parlementariër wordt gearresteerd, kan dit ongedaan worden gemaakt door een stemming in het parlement.

2.

Parlementaire immuniteit in Nederland

Nederland

Artikel 71 van de Grondwet legt de parlementaire immuniteit in Nederland vast. Dit artikel garandeert dat een vrije politieke discussie mogelijk is. In Nederland zijn Kamerleden, ministers en staatssecretarissen beschermd tegen strafrechtelijke vervolging en niet civielrechtelijk aansprakelijk voor wat zij in de Kamer hebben gezegd of aan de Kamer schriftelijk hebben medegedeeld. Deze immuniteit geldt zowel voor plenaire als voor commissievergaderingen, maar is niet meer toepasbaar wanneer de vergadering is gesloten.

Dit betekent niet dat Kamerleden, ministers en staatssecretarissen daadwerkelijk alles kunnen zeggen in het parlement. Naast dit grondswetartikel kennen de Tweede en Eerste Kamer regels over wat is toegestaan tijdens debatten. Deze regels zijn vastgelegd in reglementen van orde. Het is niet toegestaan om te beledigen, om te spreken over zaken die geheim moeten blijven of om op te roepen tot onwettige handelingen. Wanneer dergelijke overtredingen worden begaan, neemt de Kamervoorzitter tuchtmaatregelen, zoals het ontnemen van het woord of het uitsluiten van verdere deelname aan de vergadering.

Europese Unie

Naast Nederlandse wetgeving hebben parlementariërs ook te maken met Europese wetgeving. De leden van het Europees Parlement (EP) kennen parlementaire immuniteit via het protocol van 8 april 1965 over de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie. In de huidige Europese verdragen staat dit geschreven in artikel 343 VwEU. Dit artikel houdt in dat er geen gerechtelijke stappen genomen kunnen worden tegen europarlementariërs vanwege hun uitspraken of stemgedrag met betrekking tot hun mandaat.

De EU is geen soevereine staat. De lidstaten zijn dit wel. Het kan zijn dat een europarlementariër een andere mate van immuniteit geniet binnen de Europese instellingen dan in de lidstaten. Om duidelijkheid te scheppen bestaan er Europese regels omtrent de onschendbaarheid van europarlementariërs. Tijdens de vergaderingen van het EP genieten europarlementariërs:

  • dezelfde bescherming die ze zouden genieten in hun eigen lidstaat;
  • bescherming tegen gerechtelijke vervolging in elke andere lidstaat.

Deze bescherming geldt ook wanneer europarlementariërs reizen van en naar vergaderingen van het EP. Een europarlementariër geniet geen immuniteit wanneer hij/zij op heterdaad betrapt wordt bij het plegen van een misdaad. Het EP heeft recht om de parlementaire immuniteit van één van haar leden weg te nemen wanneer het parlement zich daartoe genoodzaakt voelt.

3.

Historische ontwikkeling

Belangrijke gebeurtenissen

Parlementaire immuniteit staat af en toe ter discussie in Nederland. Er zijn verschillende incidenten die deze discussie hebben aangewakkerd:

  • Bij de Grondswetherziening van 1937 is voorgesteld het mogelijk te maken om de onschendbaarheid van revolutionaire volksvertegenwoordigers op te heffen en hen uit gekozen lichamen te verwijderen. De voorstellen daartoe, die zich met name richtten tegen de NSB en CPN, haalden echter bij de tweede lezing geen tweederde meerderheid;
  • Rooms-Katholiek Tweede Kamerlid Ruyter werd in 1939 vervolgd omdat hij na sluiting van een Kamervergadering de NSB'er Rost van Tonningen had uitgemaakt voor landverrader;
  • Fractievoorzitter van de Centrumdemocraten Hans Janmaat werd in de jaren 90 meerdere malen veroordeeld. In 1996 kreeg hij een geldboete voor het aanzetten tot haat tegen en discriminatie van buitenlanders. In 1997 werd hij veroordeeld voor tot twee maanden cel voorwaardelijk en een geldboete. Hij had namelijk gezegd: 'Wij schaffen, zodra wij de mogelijkheid en de macht hebben, de multiculturele samenleving af.' Dit in combinatie met de leuzen die vervolgens gescandeerd werden, zoals 'Vol is vol', leidde tot een veroordeling voor discriminatie van etnische minderheden;
  • Geert Wilders noemt in de Volkskrant van 8 augustus 2007 de islam een fascistische ideologie en geeft aan de Koran te willen verbieden. Meerdere mensen deden aangiften tegen hem. In maart 2008 kwam Wilders' omstreden film Fitna uit. Het Openbaar Ministerie besluit echter om niet over te gaan tot vervolging, maar komt na een artikel 12 Sv-procedure hierop terug. Het proces krijgt veel media-aandacht. Na een lang en omstreden proces, waarin Wilders' advocaat Bram Moszkowicz meerdere malen naar het wrakingsmiddel greep, spreekt het OM Wilders op 23 juni 2011 uiteindelijk volledig vrij;
  • Op 19 maart 2014 vraagt Wilders op een een bijeenkomst van de PVV in Den Haag of de mensen meer of minder Marokkanen willen. Waarop het publiek scandeert: 'Minder, minder, minder'. Er werd ongeveer 6400 keer aangiften tegen Wilders gedaan. Hij wordt verdacht van groepsbelediging en het aanzetten tot discriminatie en haat. Het proces is op 31 oktober 2016 van start gegaan.

Meer over