Grieks probleem is ook ons probleem

Martin Visser, verslaggever en columnist van De Financiële Telegraaf. Hij schreef 'De eurocrisis - Onthullend verslag van politiek falen' (2012).

Van bescheidenheid kun je Yanis Varoufakis niet beschuldigen. Na een tumulteuze vergadering van de eurogroep twitterde hij: "They are unanimous in their hate for me - and I welcome their hatred." Het zijn beroemde woorden van Franklin D. Roosevelt. En Varoufakis eigende ze zich toe: "A quotation close to my heart (&reality) these days."

Roosevelt deed zijn uitspraken in 1936 ter verdediging van zijn New Deal. Met dat overheidsprogramma na de Grote Depressie maakte hij zich niet populair in het bedrijfsleven. Hij trok de reguleringsteugels strak aan en brak de macht van grote belangen.

Dat Varoufakis zich als minister van een klein Europees landje vereenzelvigt met een beroemde Amerikaanse president getuigt van een zekere grootheidswaanzin. Maar het zegt ook hoe de Griekse politici erin zitten: ze zijn op een grootse missie. Varoufakis moet nu weliswaar een toontje lager zingen in het Griekse onderhandelingsteam, maar nog altijd is de inzet van de Griekse regering om het beleid van de afgelopen vijf jaar radicaal te veranderen. De aanpak van eurogroep, ECB en IMF zijn in de ogen van de Grieken totaal verkeerd.

Patstelling

Het verklaart de totale patsstelling die is ontstaan. Eind februari kwamen de Grieken en Europa nader tot elkaar en bleek de Griekse regering toch bereid het bestaande hulpprogramma te verlengen. Maar een definitief akkoord over de bijbehorende bezuinigingen en hervormingen blijft nog altijd uit.

Eind februari was het nog de bedoeling om deze maand tot een deal te komen. Maar dat uur U van 24 april, waarop een informeel beraad in Riga is gehouden, werd alweer weken doorgeschoven.

Het dilemma voor de Grieken is groot. Moet de regering zich houden aan haar verkiezingsbeloftes? Dan kan ze niet instemmen met bezuinigingen en sociaal-economische hervormingen. Dat zou kiezersbedrog zijn.

Of moet de Griekse regering zich houden aan de bestaande afspraken die met de andere achttien eurolanden. Daarmee zet ze de democratie in eigen land opzij. Maar die afspraken zijn ook democratisch tot stand gekomen. Het electoraat in de rest van de eurozone heeft onder de huidige voorwaarden ingestemd met noodsteun.

Deze patsstelling moet doorbroken. Maar hoe? En wie beweegt als eerste? Nu geen van beide kanten iets lijkt te willen toegeven is het wachten tot een van beide volledig door de pomp gaat. Is Griekenland dan uiteindelijk niet degene die het zwakst staat? Dat land heeft immers geld nodig om een faillissement en misschien wel een Grexit te voorkomen?

Dat beeld willen de Europese leiders nu graag schetsen: Griekenland is de hulpbehoevende, Europa deert het lot van de Grieken niet. Dijsselbloem noemde een Griekse bankroet en euro-exit „een politiek en economisch te isoleren situatie". Oftewel: beste Grieken, graag of helemaal niet.

Dijsselbloem gokt erop dat de Griekse regering het er niet op aan durft te laten komen. De bevolking wil in meerderheid in de euro blijven en niemand in dat land zit te wachten op de nachtmerriescenario´s van dichte grenzen tegen kapitaalvlucht, gesloten banken en veel paniek op de beurzen.

Europa onderschat een Grexit

Maar de suggestie dat een Grieks drama slechts een Grieks probleem is, klopt niet. Varoufakis weet dat. Niet voor niets herhaalt hij bij tijd en wijle dat de Europeanen de gevolgen van een Grexit danig onderschatten. Als het erop aan komt is het Griekse probleem ook voluit een Europees probleem.

Niemand weet immers wat de consequenties zijn van het precedent van een Grexit. Misschien valt het besmettingsgevaar op de financiële markten nu wel mee. Maar wat er als in de toekomst weer eens een euroland er zwak voor staat? Dan staat grote beleggers niets in de weg zo'n de eurozone uit te speculeren.

Op korte termijn spelen vooral (geo)politieke overwegingen een rol. Onrust in het Midden-Oosten en een gespannen relatie met Rusland zijn reden genoeg om dit land aan de rand van Europa binnenboord te willen houden. Ook zou een Grexit de interne verhoudingen binnen de EU danig verstoren.

Daarom zinspelen steeds meer betrokkenen op een Grieks faillissement bínnen de eurozone. Dan is het land bankroet maar zal het de euro niet verlaten. Dat Europese leiders dit scenario naar voren schuiven toont aan dat ze de uiterste consequentie van hun keiharde onderhandelingsstrategie ook niet aandurven.

Dat zal de Grieken steunen in hun aanpak. Vermoedelijk gebeurt er in Brussel en Athene nog weinig totdat Griekenland echt op het randje van faillissement staat. Dat is volgens Dijsselbloem geen kwestie van maanden, maar van weken. De laatste akte van deze Griekse tragedie is dus al snel te zien.