Hoop is terug in Turkije

Marjanne de Haan, projectleider Turkije, Amnesty Nederland. Zij schrijft dit op persoonlijke titel

‘Ik voel me weer net zo hoopvol als tijdens Gezi*.’ Dat hoor ik vaker als ik in de week na de Turkse verkiezingen van 7 juni in Istanbul ben. De sfeer onder veel progressieve stedelingen is uitgelaten: de almacht van de regerende AKP is gebroken, de partij is zelfs haar meerderheid kwijt. De droom van president Recep Tayyip Erdoğan, een presidentieel systeem met verstrekkende bevoegdheden voor hemzelf, lijkt vervlogen. Hoe ziet de politieke toekomst van Turkije eruit? En wat betekent dat voor de relatie met de EU?

Het nieuwe parlement, dat op 23 juni opende, telt meer vertegenwoordigers van minderheden en meer vrouwen dan ooit. Dat is voornamelijk op het conto van de pro-Koerdische HDP te schrijven, die zich profileert als links-liberaal, divers en inclusief – een kaart die in de Turkse identiteitspolitiek expliciet gespeeld wordt. De HDP is de grote winnaar van de verkiezingen. Van een losse verzameling van onafhankelijke kandidaten naar de derde partij, nog voor de nationalistische MHP. Veel kiezers, Koerden voorop, voelen zich eindelijk (weer) politiek vertegenwoordigd en hopen dat positieve verandering op handen is.

Tegelijkertijd is de toekomst uiterst ongewis. Na dertien jaar AKP-alleenheerschappij moet er een coalitieregering worden gevormd. Lukt dat niet binnen 45 dagen nadat de president een formateur heeft aangewezen, dan worden nieuwe verkiezingen uitgeschreven. De geruchtenmachine draai op volle toeren: zullen de oppositiepartijen vasthouden aan hun ‘rode lijnen’, zoals justitieel onderzoek naar de corruptieschandalen van december 2013 waarbij verschillende AKP-kopstukken en een zoon van Erdoğan betrokken zouden zijn? Stuurt Erdoğan achter de schermen aan op nieuwe verkiezingen, zodat hij zijn meerderheid alsnog kan veiligstellen? En hoe waarschijnlijk is dat?

Democratisering staat op de tocht 

Er staat veel op het spel. In de eerste plaats het Turks-Koerdische vredesproces, in de tweede plaats en daarmee onlosmakelijk verbonden het herstel van de rechtsstaat en de toekomst van de democratie in Turkije. De AKP voerde in de afgelopen jaren een serie wetswijzigingen en nieuwe wetten door die de rechtsstaat ondermijnen. Zo kreeg de geheime dienst vergaande uitvoerende bevoegdheden, mag de politie op basis van ‘redelijke twijfel’ een onderzoek starten en zijn deelnemers aan demonstraties volgens de nieuwe Nationale Veiligheidswet in feite bij voorbaat al in overtreding – een vrijbrief voor excessief en ongestraft politiegeweld. De persvrijheid wordt ernstig ingeperkt door veelvuldig beroep op vaag geformuleerde wetgeving (onder meer talloze lasterzaken aanhangig gemaakt door de president zelf) en censuur. De rechterlijke macht is hopeloos gepolitiseerd, getuige de bizarre ontwikkelingen rondom de strijd tussen de AKP en voormalig bondgenoot de religieuze Gülenbeweging. Arrestatiegolven, zuivering van het justitieel apparaat, vervolging van aanklagers en rechters: het is nauwelijks bij te houden. Om nog maar te zwijgen over de problemen aan de grenzen.

Een ding is zeker: de hervormingskoers en de democratisering van Turkije staan op de tocht. En de huidige politieke constellatie biedt een kans om de schade van de afgelopen jaren te herstellen en tot een echte oplossing van de Koerdische kwestie te komen. Ook de rol van bijvoorbeeld mensenrechtenorganisaties daarin ziet er rooskleuriger uit, nu parlementariërs toegankelijker zijn en gevoeliger voor hun eisen.

Turkije als voortuin van Europa

En Europa? Het EU-toetredingsproces was geen verkiezingsthema. Steun voor Turks lidmaatschap is de afgelopen jaren flink gedaald. Geen wonder, het proces ligt in feite al jaren stil en de invloed van de EU op Turkije is, ook vanwege de Europese en regionale crises, beperkt. Steeds meer Turken zijn van mening dat lidmaatschap hen niets zal opleveren.

In de afgelopen jaren wimpelden AKP-kopstukken, met Erdoğan voorop, Europese kritiek op regeringsbeleid en zorgen over fundamentele vrijheden eenvoudigweg af als niet ter zake doend, of ze kaatsten de bal keihard terug – met name buitenlandse media moesten het ontgelden. Het is nog te vroeg om te zeggen hoe de nieuwe politieke verhoudingen de relatie tussen Turkije en de EU zullen beïnvloeden. Zowel de HDP als de republikeinse CHP zeggen naar toetreding te streven. Een politieke comeback van oud-president Abdullah Gül - AKP’er, democraat en verklaard voorstander van EU-lidmaatschap – lijkt niet onmogelijk.

De sfeer is in ieder geval al anders. Mensen voelen zich vrijer. De democratie in Turkije, hoe gehavend ook, blijkt springlevend. Dat biedt kansen, ook voor hernieuwd Europees engagement.

 

  • Gezi is de naam van een park in centraal Istanbul, het symbool van de massale demonstraties van mei en juni 2013, toen uiteenlopende groeperingen zich verenigden in protest tegen de autoritaire houding van de regering, in het bijzonder toenmalig premier Erdogan. Het betekende het politieke ontwaken van een voorheen apathische generatie. Zo meldden tienduizenden, veelal jonge, vrijwilligers zich aan als waarnemer in de kieslokalen op 7 juni