Ministers op vakantie

Ook ministers gaan op vakantie. Wel blijven zij beschikbaar als het belang van het land dat vereist. Zo aarzelde premier Rutte geen moment na het neerstorten van MH17 en keerde hij onmiddellijk van een net begonnen wandelvakantie in Zuid-Duitsland naar Nederland terug. Toch is er altijd een minister in het land die de premier vervangt.

Formeel is de vervanging geregeld in de 'vervangingsregeling' die ieder kabinet bij aanvang van de kabinetsperiode vaststelt. Voor het kabinet-Rutte III geldt

  • 1. 
    de premier wordt vervangen door de eerste vicepremier, vervolgens de tweede vice premier en daarna de derde vice premier.
  • 2. 
    een minister wordt vervangen door zijn staatssecretaris 'voor zover en voor zo lang' de minister de staatssecretaris aanwijzingen heeft kunnen geven.
  • 3. 
    bij gelijktijdige afwezigheid van minister en staatssecretaris of als de minister niet in staat is geweest 'aanwijzingen' aan zijn staatssecretaris te geven of als het ministerie geen staatssecretaris heeft is in de vervangingsregeling genoemd welke minister wie vervangt, waarbij ministers op eenzelfde ministerie elkaar vervangen.
  • 4. 
    is dat ook niet mogelijk dan vervangt de premier, of bij diens afwezigheid de vicepremiers
  • 5. 
    en zijn die allebei ook niet aanwezig dan vervangt de 'oudst aanwezig minister in jaren'.

De Chinese zaakgelastigde in 1966

De afwezigheid van veel ministers zorgt soms voor de situatie dat één minister veel of zelfs alle collega's moet waarnemen. Dat kan 'onhandig' zijn. In augustus 1966 brak een diplomatiek conflict uit tussen Nederland en de Volksrepubliek China. Alleen minister Diepenhorst van Onderwijs was aanwezig.

De Culturele Revolutie in China had voor verscherpte verhoudingen geleid, met name door een incident rond een in ons land verblijvende Chinese delegatie van technici. Eén van hen raakte ernstig gewond bij een val uit een raam van een Haags appartement. Uiteindelijk lukte het de Nederlandse autoriteiten de Chinezen over te halen de gewonde naar het ziekenhuis te laten vervoeren, maar die werd door diplomaten van de brancard gelicht en naar de Chinese legatie gebracht. Hij overleed daar een dag later.

Omdat het vermoeden bestond dat de val uit het raam geen ongeluk was geweest, maar te maken had met de wens van betrokkene om asiel aan te vragen, wilde Nederland een onderzoek. De Chinezen weigerden dat echter, waarop Nederland de Chinese zaakgelastigde uitwees. China deed op zijn beurt hetzelfde met de Nederlandse zaakgelastigde Jongejans.

De uitwijzing door Nederland was mede het gevolg van communicatiestoring. Minister Luns zat in Togo en gaf telefonisch instructies aan zijn vervanger Diepenhorst. Luns meldde Diepenhorst over de zaakgelastigde: "Je moet hem nooit laten gaan", maar Diepenhorst verstond: "Je moet hem maar laten gaan." De diplomatieke relaties werden overigens al na korte tijd hersteld.

De inval in Koeweit in 1990

Een minister die er eveneens alleen voor stond, was in augustus 1990 Koos Andriessen. Hij moest namens het kabinet reageren op de inval van Irak in Koeweit. Hij deed dat nogal terughoudend en wees bijvoorbeeld het treffen van economische maatregelen (vooralsnog) af. Andere Europese landen reageerden veel feller. Tweede Kamerleden bleken niet erg ingenomen met de reactie van Andriessen, die blijkbaar voor een voorzichtige lijn had gekozen.