50 jaar vernieuwing rijksdienst

maandag 29 mei 2017.
Auteur: Roel Bekker, voormalig secretaris-generaal

U bent mij gewend als schrijver van over het algemeen nogal kritische en sarcastische stukjes over vooral de rijksoverheid. Voor die stukjes is vaak ook alle aanleiding, er gaan veel dingen niet goed en ik leg daar dan graag de vinger op. Maar deze keer een stukje met een geheel andere, optimistische, ja zelfs vrolijke toon. Hoewel: ik moet toch weer even negatief beginnen. Elk belangrijk beleidsterrein beschikt over een goede kennisinfrastructuur, met een wetenschappelijke instituut, een planbureau, een documentatiecentrum, een onderzoeksagenda, dat soort zaken. Voorbeelden te over, met landbouw als koploper. Maar er is één uitzondering: het openbaar bestuur. Daar is het behelpen als het gaat om kennisverzameling, informatie-ontsluiting et cetera. Het is buitengewoon moeilijk om relevante documenten te achterhalen. Wil je kwantitatieve gegevens hebben over de overheid, dan moet je lang en vaak vruchteloos zoeken. Er is wel veel informatie maar die is vaak lastig te vinden. Een strategische onderzoeksagenda ontbreekt. Gegevens en analyses te over, maar niet of nauwelijks op elkaar afgestemd. Vandaar ook dat we zo zitten te worstelen met vraagstukken over de optimale grootte van organisaties, over de verhouding tussen beleid en uitvoering, over de productiviteit van de overheid, over het profiel van de ambtelijke dienst et cetera. Ik heb er vaak voor gepleit om dat te verbeteren maar het is er nooit van gekomen.

Normaal gesproken zou dat in mijn columns een opmaat zijn voor een cynisch stukje over verkokering, gebrek aan innovatief vermogen, gemakzucht of wat dies meer zij. Maar deze keer niet. Want er is licht aan de horizon. BZK heeft al weer enige tijd geleden het voortreffelijke initiatief genomen om te komen tot een kennisbank openbaar bestuur. Die begint vorm te krijgen. Binnen die kennisbank wil BZK een aantal digitale tentoonstellingen organiseren over grote thema's. Ik had het genoegen te mogen optreden als 'curator' van de eerste in die rij, over 50 jaar vernieuwing van de rijksdienst. Op 8 mei 2017, precies 50 jaar na het aantreden van de eerste bewindspersoon met de doelmatigheid van de rijksdienst in zijn portefeuille (staatssecretaris van Binnenlandse Zaken Van Veen) werd die tentoonstelling ten doop gehouden. Die ziet er heel aardig uit, ga er zelf een kijkje nemen: http://kennisopenbaarbestuur.nl/het-geheugen-van-bzk/50jaarverbeteringrijksdienst.

Ik kan aan de hand van dit materiaal uren praten over de rijksdienst, haar ontwikkeling in het verleden en uitdagingen voor de toekomst. Daar leent een column zich echter niet voor. Ik beperk me tot een paar zaken die me zijn opgevallen. Allereerst: verandering van de overheid is geen eenmalige actie, geen operatie van een zieke patiënt die daarna weer voor jaren voort kan. Het is een continu proces van hard werken, waarbij de impulsen met name komen van de ambtelijke dienst zelf. Het zijn niet de rijksbrede programma's die voor de grootste veranderingen hebben gezorgd maar vooral allerlei nieuwe ontwikkelingen op het gebied van personeel, financiën en ICT. Of ingrijpende reorganisaties die bij vele onderdelen van het rijk hebben plaatsgevonden, als gevolg van bezuinigingen, crises of incidenten. Het basisprincipe van de rijksdienst is het ministerie, en dat zit vaak knap in de weg als het gaat om ministerie-overstijgende problemen. Vandaar ook de vele acties de gericht zijn tegen verkokering en voor samenwerking, zeker de laatste 20 jaar. Opvallend is ook hoe vaak dezelfde problemen terugkeren, en -toch een beetje kritiek- hoe vaak men het wiel opnieuw uitvindt.

Reuze interessant om dat zo bij elkaar te zien. De rijksdienst kan daar mijns inziens veel aan hebben. Ik vond het in ieder geval een groot genoegen ermee bezig te mogen zijn. Volgende keer weer een stukje over een misstand, maar deze keer schrijf ik in majeur!