Doe-democratie door de ogen van een historicus

dinsdag 28 oktober 2014, 11:06

DEN HAAG - Op maandagavond 20 oktober trapte historicus Piet de Rooy (emeritus hoogleraar Nederlandse geschiedenis aan de UvA) in een volle zaal de lezingenreeks over doe-democratie af bij ProDemos. Het doel van deze reeks is om meer zicht te krijgen op de betekenis en waarde van de doe-democratie.

Piet de Rooy voorziet ons tijdens deze eerste lezing van de nodige historische duiding op het begrip doe-democratie en neemt ons mee op een reis door de geschiedenis van de 'zelfredzame en beleid beïnvloedende burgerparticipatie'.

Er is een probleem, en dat ligt gecompliceerd

De Rooy begint zijn reis in het heden. Volgens hem gaat de kabinetsnota ‘De doe-democratie’ (2013) stilzwijgend uit van twee problemen: ‘de overheidsmonopolie op besluitvormingsprocessen is te groot en burgers accepteren dit teveel’. De aard van dit probleem ligt volgens de Rooy gecompliceerd en kent een langere geschiedenis dan het terugkijken van slechts enkele decennia.

Theorie van De Tocqueville

Hij gaat terug naar de Verenigde Staten van 1831 waar de Franse aristocraat De Tocqueville waarschuwt voor ‘een woud aan minutieuze en uniforme regels opgesteld door de staat’. Deze regels zouden de vrijheid en gelijkheid verdrijven en de zelfstandigheid van decivil society in de kiem smoren. De Tocqueville legde hiermee een belangrijke basis voor de politieke theorie op het gebied van de organisatielaag tussen individuele burger en staat.

Civil society en politieke partijen

De Rooy reist met ons naar het einde van de negentiende eeuw, naar het omslagpunt van deze kijk op de civil society. Politieke partijen komen op als vertegenwoordigers van het algemeen belang en leggen zich toe op het inlijven van maatschappelijke verenigingen. Deze zijn zuiver door het volk gecreëerd en door het opnemen ervan versterken politieke partijen hun legitimiteit.

En in Nederland?

De Rooy legt uit dat Nederland overeenkomsten vertoont met deze situatie. Ook hier waren maatschappelijke initiatieven en een streng toeziende staat in eind negentiende eeuw. De Rooy weidt uit over de oprichting van de eerste politieke partij door de doortastende Abraham Kuyper, over de verzuiling en hij maakt duidelijk dat de verhoudingen tussen staat, burgers en middenveld niet vastliggen maar aan sterke conjunctuurbewegingen onderhevig zijn.

Gelijkenissen tussen heden en verleden

De Rooy sluit af door te zeggen dat er misschien wel een les getrokken kan worden uit de geschiedenis, met name uit de laatste twee decennia van de negentiende eeuw. Er zijn namelijk veel gelijkenissen tussen die periode en het heden.

Want, zo stelt de hoogleraar, ook in die periode waren er zorgen over de teloorgang van het gemeenschapsleven, afnemende sociale rechtvaardigheden en een burger die zijn actieve deelname aan de politiek omzette als steeds onwilliger toeschouwer. Toen heeft men zich echter energiek ingezet deze problemen (vooral op een lokaal niveau) aan te pakken en de kwaliteit van leven te verbeteren. Volgens de Rooy is dit wellicht voor herhaling vatbaar.

Divers publiek

Op deze lezing is een divers publiek afgekomen: jong, oud en veel verschillende beroepsrichtingen. Interesse in dit onderwerp hebben ze echter gemeen, sommige mensen zijn zelfs al onderdeel van een nieuw maatschappelijk initiatief, waardoor er aan het einde veel vragen zijn. Kars Veling, directeur van ProDemos en gespreksleider biedt dan ook ruimte voor drie vragenrondes.

Wie is de nieuwe Abraham Kuyper?

De meest opvallende vraag uit het publiek is wie de nieuwe Abraham Kuyper wordt, degene die nu gaat zorgen voor een omslagpunt. Volgens De Rooy was niet alleen de figuur Kuyper uniek maar waren de omstandigheden ook gunstig voor zijn opkomst. De groei in het inkomen stond toen toe na te denken over de verdere kwaliteit van leven.

Hoe moet het nu verder?

Het publiek wil ook graag weten hoe het nu verder moet. Want we zijn nu natuurlijk een onderdeel van een grotere wereld en de problemen zijn daardoor ook een slag groter. De Rooy legt uit dat lokale initiatieven, zoals een boer die windmolens op eigen terrein plaats, niet moeten worden tegengehouden. De grote lijnen en zaken zoals internationaal terrorisme kunnen we overlaten aan de staat maar verder is het volgens hem belangrijk de details over te laten aan lokale initiatiefnemers.

We zullen in de komende lezingen een duidelijker beeld krijgen van de toekomst van de doe-democratie. Volgens de Rooy is er nog een belangrijke les voor de toekomst, namelijk een van de weinige constante factoren in de geschiedenis: ‘iedereen denkt altijd, door de gehele geschiedenis heen, dat het leven ingewikkelder wordt in de toekomst’. Misschien valt dit eigenlijk wel mee.

Bron: ProDemos