Britse verkiezingen kennen eigenlijk alleen maar verliezers

vrijdag 9 juni 2017, 10:32, analyse van Prof.Mr. Aalt Willem Heringa

Het zijn roerige jaren in de Britse politiek. Cameron won in 2015 de verkiezingen met een krappe meerderheid van vier zetels voor zijn conservatieven en de belofte om een Brexit referendum te houden. Na het Brexit referendum in 2016 trad hij af en Theresa May nam het stokje over, beloofde een Brexit, wachtte een jaar alvorens de art. 50 aanvraag in maart 2017 te doen, en riep daarna en passant verkiezingen uit, die zij vervolgens op 8 juni verloor met 10 zetels tekort (316 van de 650) voor een meerderheid, en een verlies van 16 zetels.

Haar wens voor een stevig Brexit mandaat is in rook op gegaan. Zij mist nu een meerderheidsmandaat, en haar eventuele opvolger/-ster komt in dezelfde positie als zijzelf, namelijk niet zelf als partijleider de verkiezingen te zijn ingegaan. En dat zoeken van een opvolger kost weer tijd. En wanneer zij niet aftreedt is haar positie er dus ook al niet steviger op geworden. En de afwezigheid van een stabiele meerderheid maakt niet alleen regeren uitermate lastig, maar geeft een premier, om het even welke, evenmin een sterke positie in de Brexit onderhandelingen.

En van de termijn van twee jaren voor die Brexit onderhandelingen zijn inmiddels ook al weer enkele maanden verstreken, en overigens zal een nieuwe premier weer de tijd nodig hebben om een eigen positie en team op te bouwen en dat te doen met de wens voor het beleid en de onderhandelingen te kunnen bouwen op een meerderheid in de House of Commons en de Britse bevolking.

De Schotse positie lijkt wat minder gecompliceerd te zijn geworden nu met een verlies van 21 zetels van de Schotse Natioanale Partij (ze hebben nog 35 zetels) een tweede onafhankelijkheidsreferendum plotsklaps minder zeker is geworden.

Steun in House of Commons

Voor de Constervatieven is het vanuit Brexit-oogpunt lastig steun te gaan zoeken bij Noord-Ierse Unionisten (DUP) om een meerderheid in de House of Commons te krijgen. De DUP is als unionist party nu eenmaal iets minder geïnteresseerd in de open grenzen tussen Noord Ierland en Ierland, waar velen in Noord Ierland weer wel zeer aan hechten. DUP steun voor de conservatieven in het House of Commons is wat dat aangaat voor Noord Ierland minder een wenkend perspectief. En ook een wel erg krappe meerderheid (326), met daarbij de geschillen en verschillen in de Conservatieven en de onvrede in die partij over deze verkiezingsuitslag.

De kans op een Labour regering daarentegen, een coalitieregering, is welhaast nihil, want dan zou die coalitie alle partijen moeten omvatten, met als enige uitzondering de conservatieven. Of een minderheidsregering? Maar dat perspectief ligt dan meer voor de hand voor de Conservatieven die nu eenmaal de grootste partij zijn... En dan denken wij in Nederland dat het lastig gaat met de coalitie-onderhandelingen.

Vanuit academisch perspectief zullen we toch zo langzamerhand onze tekstboeken wat moeten gaan herzien: na Cameron-Clegg (2010-2015), en na de krappe meerderheid voor Cameron in 2015, nu al weer geen meerderheidspartij in het VK. De drie V's , volatiliteit, versnippering, verdeeldheid, zijn nu zo krachtig dat ze zelfs het geroemde én vergruisde twee partijen stelsel aantasten.

Brexit

Wat nu als de Britse regering het Brexit proces wat wil gaan uitstellen of temporiseren? Strikt genomen kan dat niet volgens art 50 VEU; het lijkt zowel voor binnenlandse consumptie een slecht idee, als ook onverteerbaar voor de EU, waar economische groei en politieke samenhang en perspectief lijken samen te gaan in een nieuw hervonden elan. Daarin past het VK niet echt meer, en daarin past ook niet een eindeloos uittredingsproces.