"Volmachtstemmen tegengaan"

Hans Schmeets, CBS/UM

Het stemmen per volmacht is in strijd met internationale maatstaven en dient zo veel mogelijk te worden tegengegaan. Dat was een van de hoofdconclusies van de tweededaagse conferentie in Maastricht over verkiezingswaarnemingen.

Op 8 en 9 april organiseerde de Universiteit Maastricht (UM), in nauwe samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) een conferentie over het democratische gehalte van verkiezingen.

Het beoordelen van verkiezingen gebeurt door diverse internationale organisaties, zoals de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa – de OVSE – die het mandaat heeft om verkiezingen te beoordelen binnen de 56 OVSE-landen. Buiten deze OVSE-regio zijn andere organisaties actief, zoals de EU in Afrika en Latijns Amerika. Waarnemers worden ingezet om vast te stellen of een verkiezing voldoet aan democratische maatstaven.

Dit betreft zowel waarnemers met een kortstondig verblijf in het land, als waarnemers die enkele maanden aanwezig zijn om naast de verkiezingsdag ook de periode vooraf en daarna te beoordelen. Het inzetten van deze korte- en lange termijnwaarnemers verschilt echter per organisatie. De OVSE maakt vooral gebruik van waarnemers met een kortstondig verblijf, om de verschillende fasen op de verkiezingsdag – zoals het stemmen zelf en het tellen van de stemmen – goed te kunnen onderbouwen. Gemiddeld zijn dat er zo’n 330. De EU daarentegen baseert zich doorgaans op de bevindingen van kleinere aantallen, tot zo’n honderd  waarnemers, die wel langer verblijven. Dat heeft als nadeel dat het niet goed mogelijk is om het oordeel over de verkiezingen kwantitatief te onderbouwen.

Het aantal waarnemers is ook afhankelijk van de lidstaten. Naast Bosnië in 1996 met negenhonderd waarnemers, waren vooral de verkiezingen tijdens de oranjerevolutie in de Oekraïne van 2004 populair: door de OVSE werden destijds zeshonderd waarnemers gevraagd, maar de lidstaten stuurden er veertienhonderd. De OVSE maakt ook gebruik van missies zonder waarnemers, maar met een klein aantal verkiezingsexperts. Dat gebeurt meestal om de verkiezingen in ‘oude’ democratieën, zoals in Nederland in 2006 en 2010, te beoordelen. In 2006 uitte de OVSE veel kritiek op het stemmen met de stemcomputer, en op het volmachtstemmen. Inmiddels stemmen we weer op de traditionele manier, met papier en potlood. Tevens is de regelgeving van het stemmen per volmacht aangescherpt: een kopie van de identiteitskaart van de volmachtgever is nodig om een volmachtstem uit te brengen. Het aandeel volmachtstemmers is inmiddels gedaald van twaalf naar acht procent, zo blijkt uit CBS-cijfers. En vooral niet-westerse allochtone vrouwen geven een volmachtstem af.

De deelnemers aan de conferentie waren in het slotdebat het vooral met elkaar eens: het stemmen per volmacht is in strijd met de internationale maatstaven, en moet zoveel mogelijk worden tegengegaan. Dit laatste werd door Frank Daeschler van de Raad van Europa geïllustreerd aan van Frankrijk. Om een volmachtstem uit te brengen, moet je aan zoveel regels voldoen dat daar nauwelijks gebruik van wordt gemaakt. De democratische gedachte is vooral ‘een persoon, een stem’.

Maastricht, april 2011