De fraaie kant van Dijsselbloems vroegtijdige vertrek uit de Kamer

vrijdag 13 oktober 2017, 16:26, analyse van Jurgen Broeders

Jeroen Dijsselbloem is na Pieter Duisenberg het tweede Tweede Kamerlid dat kort na de verkiezingen opstapt. Niet fraai, zo werd van Duisenbergs vertrek gezegd. Het opstappen van Dijsselbloem heeft wel een fraaie kant. Niet om de reden die hij zelf noemt; wel omdat hij voorlopig voorzitter van de eurogroep blijft, een functie die moeilijk te verenigen is met het lidmaatschap van de Kamer. Maar waarom heeft hij niet eerder zijn Kamerzetel opgeven?

Deze week was Dijsselbloem tweemaal in het nieuws. Op maandag besloot de eurogroep dat hij tot half januari voorzitter van die groep kan blijven, ook al is hij zeer binnenkort geen minister van Financiën meer. Hij maakt zijn tweede termijn daarmee af. Voor het eerst wordt de eurogroep dan voorgezeten door een 'buitenstaander'.

Dat is niet tegen de regels, maar wel opmerkelijk. De spelregels rond het voorzitterschap van de informele vergadering van ministers van financiën van de eurolanden zijn formeel niet heel goed vastgelegd. In protocol 14 bij het Verdrag van Lissabon staat alleen dat de ministers een voorzitter kiezen voor de duur van tweeënhalf jaar. In de praktijk kozen ze die tot nu toe uit hun midden: een van de ministers vervult naast zijn ministerschap de rol van eurogroepvoorzitter. Het verdrag zegt niet wat er gebeurt als de gekozen minister halverwege zijn termijn opeens geen minister meer is. Deze situatie deed zich tot nu toe niet voor.

Vanuit het Nederlandse ministerie van Financiën zal Dijsselbloem niet meer ondersteund worden als eurogroepvoorzitter. Dat ministerie zal geheel ten dienste staan aan de nieuwe minister. In een salaris en onkostenvergoeding wordt voorzien vanuit het Europese reddingsfonds ESM, waar Dijsselbloem voor een korte periode deeltijd in dienst treedt, zo meldt het FD.

Afgelopen woensdag haalde Dijsselbloem opnieuw het nieuws. Nu met zijn aankondiging om over twee weken – wanneer ook het nieuwe kabinet wordt verwacht – op te stappen als Tweede Kamerlid. Hij zei niet meer ‘de vuurkracht’ te hebben die zijn sterk ingekrompen PvdA-fractie nu nodig heeft.

'Niet fraai,' zo zei Dijsselbloem zelf in De Volkskrant over zijn vertrek uit de Kamer. En ook Kamervoorzitter Arib, ook PvdA, toonde zich teleurgesteld over zijn aankondiging. De reden om toch op te stappen was voor Dijsselbloem de verkiezingsuitslag. De PvdA ging van 38 zetels terug naar 9.

Toch is dat niet de reden waarom er wel degelijk een fraaie kant zit aan Dijsselbloems vertek uit de Kamer. Het fraaie is dat hij zijn eurogroepvoorzitterschap en het Kamerlidmaatschap niet met elkaar blijft combineren. Er zou immers een rare situatie ontstaan als het Kamerlid Dijsselbloem in een Kamerdebat terechtkomt waar de nieuwe minister van financiën het vuur na aan de schenen wordt gelegd over zijn optreden in de eurogroep, die wordt voorgezeten door eurogroepvoorzitter Dijsselbloem.

Maar waarom kondigt Dijsselbloem nu pas zijn vertrek aan? En niet net na – of, nog beter, zelfs voor – de verkiezingen? Ook toen kende hij immers de uitslag. En ook al direct na de verkiezingen sprak hij al de ambitie uit om de eurogroep te blijven voorzitten. Als hij toen al de Kamer had verlaten, dan had de PvdA-fractie een volwaardig Kamerlid gehad voor de inleidende beschietingen van het nieuwe kabinet zodra dat op het bordes staat.