De conjunctuur van de macht: het Christen Democratisch Appèl 1980-2010

De zojuist verschenen bundel bevat bijdragen van historici en politicologen over de geschiedenis en de programmatische ontwikkeling van de partij, haar leden en kiezers en haar relatie tot de Europese Volkspartij. Bijzonder actueel en interessant – ook met het oog op de Statenverkiezingen – is het hoofdstuk van de Leidse politicologen Joop van Holsteyn en Galen Irwin over de achtergronden en opvattingen van de christen-democratische kiezers.

Die kiezers onderscheiden zich nog steeds van PvdA- en VVD-kiezers door hun opvatting dat geloof een goede wegwijzer voor de politiek vormt – een meerderheid van de CDA-kiezers is dan ook protestant of katholiek, terwijl de meerderheid van de liberale en sociaal-democratische kiezers onkerkelijk zijn. Inhoudelijk blijken de christen-democratische kiezers echter steeds minder van de liberale kiezers te verschillen. De weerstand van de CDA-kiezers tegen euthanasie is bijvoorbeeld sinds de jaren tachtig duidelijk afgenomen. Over immigranten denken ze vrijwel gelijk, alleen over inkomensverschillen zijn VVD-kiezers iets positiever dan CDA-kiezers. Op een links-rechts-schaal plaatsen de christen-democraten zich zich duidelijk rechts van het midden, zij het steeds iets minder rechts dan de liberale kiezers (in 2010 bijvoorbeeld op 6,6 respectievelijk 7,1 op een schaal van 1=zeer links tot 10=zeer rechts; PvdA-kiezers plaatsten zich gemiddeld op 4,0). De CDA-kiezers willen meestal liever met de VVD dan met de PvdA regeren – dat was in het verleden niet altijd het geval, maar sinds 2000 altijd wel. CDA-kiezers lopen ook eerder over naar de VVD dan naar de PvdA, als ze van partij willen wisselen. Ze achten de kans dat ze ooit VVD zullen stemmen veel hoger dan de kans dat hun stemmen naar de PvdA gaan. Kortom, het CDA is een gematigd-rechtse partij, zo stellen de auteurs vast. De VVD was en is zowel coalitiepartner als concurrent, de PVV is dat sinds kort ook – en dat maakt het bestaan er voor de christen-democraten niet eenvoudiger op, al wijzen Van Holsteyn en Irwin er ook op dat de partij wel vaker veel te voorbarig naar ‘de mestvaalt der geschiedenis’ werd verwezen.