'Geen 'Parteigesetz' in Nederland

Een partijwet naar het voorbeeld van de Duitse 'Parteigesetz' voegt in Nederland niks toe. Zo'n wet is zelfs 'ongewenst.'

Een Nederlandse 'Parteigesetz' zou niet aansluiten bij de Nederlandse traditie, meent Luc Verhey, hoogleraar staatsrecht in Maastricht. 'Anders dan in Duitsland wordt de toestand in Nederland gekenmerkt door een grote vrijheid voor politieke partijen om zich intern te organiseren. Er is geen noodzaak dat te veranderen.'

In Nederland wordt af en toe aangedrongen op een wet die regels stelt aan de interne (democratische) organisatie van politieke partijen. Ook in de laatste ronde van Grondwetherziening kwam het idee weer op.

Volgens Verhey, ook directeur van Montesquieu Instituut in Maastricht, moet je partijen zo veel mogelijk armslag laten. 'Doelstelling en interne organisatie staan niet los van de politieke opvattingen die men wenst uit te dragen', zegt hij, verwijzend naar SGP, SP en PVV.

Te meer waar onder geldend recht in bijzondere gevallen al maatregelen kunnen worden genomen, zoals het intrekken van overheidssubsidie en zelfs een partijverbod. Als een partij zich schuldig maakt aan rassendiscriminatie, kan via de rechter al worden ingegrepen.

Wat Verhey zich wel kan voorstellen is 'een veel specifiekere Wet op de partijfinanciering'. 'Burgers moeten kunnen weten door wie partijen (boven een bepaald bedrag) financieel worden ondersteund. Hier is transparantie gewenst om te voorkomen partijen – zonder dat wij dat weten – hun oren laten hangen naar degenen die het meeste geld geven. Geldschieters handelen nu eenmaal zelden belangeloos.'

Maastricht/Den Haag, maart/april 2011