Alle stemmen gelden

Menno de Bruyne, voorlichter van de SGP in de Tweede Kamer

Een van de meest in het oog springende en ingeburgerde kenmerken van het Nederlandse kiesstelsel is de evenredige vertegenwoordiging. Het is het meest eerlijke verdelingsmechanisme van de bij de verkiezingen uitgebrachte stemmen. One man, one vote in de meest zuivere vorm.

Toen de evenredige vertegenwoordiging in 1917 werd ingevoerd, maakte het (in combinatie met de introductie van het algemeen kiesrecht) een eind aan de dominantie van paternalistische liberale burgerheren die zichzelf beschouwden als het ‘denkend deel der natie’. Minderheden onder de kiezers die tot dan toe niet in tel waren, kregen letterlijk en figuurlijk een stem. Hun geluid werd hoorbaar in ’s Lands vergaderzaal.

Laten we dat vooral zo houden. Het parlement is hét orgaan waarin alle stemmen moeten kunnen doorklinken. Bij verkiezingen geldt niet het principe ‘de meeste stemmen gelden’, maar ‘alle stemmen gelden’. Natuurlijk zijn er nadelen aan verbonden, maar die zitten aan íeder stelsel. Wat er tegenover staat is dat er geen betere manier is om te kunnen peilen wat er in het volk leeft en de verschuivingen zichtbaar te maken. Geen betere manier ook om de krachtsverhoudingen tot uitdrukking te laten komen.

In een land als het Verenigd Koninkrijk likken liberale en democratische kiezers hun vingers af bij ‘ons’ kiesstelsel. Dáár kan het gebeuren dat de meerderheid in het Lagerhuis een andere is dan de meerderheid onder de kiezers! Des te paradoxaler dat in Nederland uitgerekend D66 de klok terug willen zetten naar een stelsel uit het midden van de 19e eeuw.....

Den Haag, juni 2012