Feitencontroles bieden geen beter zicht op politieke visies

Arco Timmermans, onderzoeksdirecteur van het Montesquieu Instituut Den Haag

In de debatten tijdens de verkiezingscampagne moeten politici op hun tellen passen want sinds kort worden hun uitspraken gecontroleerd door ‘fact checkers’. Dit verschijnsel is overgewaaid uit de Verenigde Staten, waar beweringen van politieke kandidaten op hun waarheidsgehalte worden bekeken. De geloofwaardigheid van politici – bij voorkeur die van de tegenpartij – wordt er soms keihard mee onderuit gehaald. Feitencontroles leveren munitie in de verkiezingsstrijd. Ook in Nederland zien we nu op televisie politici die hun uitspraken vrolijk garneren met toespelingen op ingehuurde feitencontroleurs: “Laat die beweringen van jou maar eens natrekken.”

Tijdens een rondje Europees feitenonderzoek bij Nieuwsuur Politiek werd een uitspraak van Geert Wilders onder de loep genomen. Volgens Wilders gaat de vreselijk dure steun aan Griekenland ten koste van uitgaven in ons eigen land aan nuttige zaken als pensioenen en zorg. De uitslag: die claim van Wilders is onjuist, we verdienen juist aan de steun aan Griekenland. Het is geleend geld dat met rente aan Nederland wordt terugbetaald. In beeld op televisie zagen we de feiten mooi grafisch in beeld: een peil met geld van Den Haag naar Athene en daarna kwam een nog dikkere pijl met geld terug van Athene naar Den Haag.

Die fact checker is dus boterzacht, want dit geval van feitencontrole drijft volledig op de aanname dat eurohulpgeld wordt terugbetaald. Dat is een uiterst omstreden assumptie. Dezelfde dag van het debat sprak voormalig DNB-directeur Wellink zijn zorg uit over de halve waarheden die over de financiële noodhulp de ronde doen. Politici zouden niet moeten verhullen dat Griekenland meer steun nodig heeft en dat Nederland daaraan gewoon meebetaalt. Premier Rutte gaf snel een harde duw terug: onder zijn leiding geen cent meer naar Griekenland. Die uitspraak lijkt al bij voorbaat bij controle feitelijk onjuist. In Nederland lijdt de politieke informatie over de Eurocrisis aan chronische onpeilbaarheid. En de fact checker helpt er niet erg bij.

Het is eigenlijk hard nodig dat politieke stellingen door betrouwbare kennis worden onderbouwd. Als die kennis ook nog breed toegankelijk is dan kan dit de burger en trouwens ook politici zelf helpen bij hun oordeelsvorming. Over hoe problemen in elkaar zitten, over wat de beste oplossingen zijn en over welke politici daar het meest overtuigende verhaal over weten te vertellen. ‘Speaking truth to power’, zoals de politicoloog Aaron Wildavksi het in een gelijknamig boek heeft genoemd.

De tijd waarin alleen door experts de macht de waarheid werd gezegd ligt achter ons. Kennis is gedemocratiseerd geraakt, toegankelijker tegen lagere kosten. Maar het gebruik van betrouwbare kennis voor politieke oordeelsvorming is ook onder druk komen te staan door de vermenging van informatie en entertainment en door het verschijnsel van de ‘fact free politics’ waar populisten hun lef mee willen tonen. Dit lijkt het tegenovergestelde van de feitencontrole die we zien tijdens deze verkiezingscampagne, maar in wezen zijn het beide symptomen van de marginalisering van inhoudelijke visies op ingewikkelde problemen in de politieke concurrentiestrijd.

Een reeks gescoorde feiten maakt nog geen inhoudelijke visie, net zomin als een stel beweringen met het soortelijk gewicht van gebakken lucht. Op deze manier leveren feitencontroles bij de verkiezingscampagne dan ook geen winst op voor de democratie. Zitten we echt te wachten op nog meer vermaak rond politieke debatten in de media waar verder van enige diepgang op de belangrijke thema’s voor de toekomst amper sprake is? Het zal waarschijnlijk de kiezers alleen nog maar meer doen zweven.