Boetekleed

Het boetekleed ontsiert de man niet

Abraham Kuyper moest een eeuw het boetekleed aantrekken. Hij had zich aan de verdenking blootgesteld in ruil voor een koninklijke onderscheiding een royale gift voor zijn partij, de ARP, te hebben aanvaard. Na heftige Kamerdebatten over de ‘lintjesaffaire’ kwam de oud-premier met de schrik vrij. Hij moest wel op de knieën. Dat deed hij zo beeldend - ‘het boetekleed ontsiert de man niet’ - dat het vinnige reacties opriep: ‘Men behoeft zich er ook niet op te laten voorstaan.’ Het was ‘Gefundenes Fressen’ voor karikaturisten. Zoals Johan Braakensiek die op 28 november 1909 in De Amsterdammer, Weekblad voor Nederland, Kuyper onder handen nam: ‘Spiegeltje, spiegeltje in de hand, Wie is er 't boetvaardigst in heel het land?’