Energieprestaties van gebouwen

1.

Kerngegevens

Document­datum 27-06-2001
Publicatie­datum 07-04-2009
Kenmerk 22112, 201, 7

2.

Tekst

Titel

Voorstel voor een richtlijn voor het Europees Parlement en de Raad betreffende de energieprestaties van gebouwen

Datum Raadsdocument

16 mei 2001

nr. Raadsdocument

8885/01

nr. Commissiedocument

COM(2001)226 def.

Eerstverantwoordelijke ministerie

VROM i.o.m. EZ

Behandelingstraject in Brussel

Waarschijnlijk zal het voorstel onder Belgisch Voorzitterschap in de Raadswerkgroep energie behandeld worden.

Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar)

geen.

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel

In het Groenboek «op weg naar een Europese strategie voor een continue energievoorziening» concludeert de Commissie dat de communautaire programma's inzake steun voor en bevordering van nieuwe technologieën er over het algemeen niet in geslaagd zijn om de nieuwe normen inzake energie-efficiëntie in gebouwen in veel lidstaten te realiseren. Het huidige richtlijnvoorstel heeft als voornaamste doel betere energieprestaties van gebouwen in de EU te bevorderen en er zoveel mogelijk zorg voor te dragen dat alleen de meest kosteneffectieve maatregelen worden getroffen. Een afgeleide doelstelling betreft het realiseren van een betere coördinatie van wetgeving op dit gebied tussen de lidstaten.

De richtlijn bevat de volgende kernelementen:

  • · 
    vaststelling van een algemeen kader voor een gemeenschappelijke berekeningsmethode voor de geïntegreerde energieprestatie van gebouwen;
  • · 
    toepassing van minimumnormen op de energieprestatie van nieuwe gebouwen en bepaalde bestaande gebouwen wanneer deze renovatie ondergaan; (NB: hierbij tevens te noemen de beoordeling van technische, milieutechnologische en economische haalbaarheid van het installeren van gedecentraliseerde systemen voor energievoorziening gebaseerd op hernieuwbare energiebronnen, Warmte Kracht Koppeling (WKK), stadsverwarming of warmtepompen voordat een bouwvergunning wordt verleend);
  • · 
    certificeringssystemen voor nieuwe en bestaande gebouwen o.b.v. bovengenoemde normen en het op duidelijk zichtbare plaats aanbrengen van energieprestatiecertificaten en informatie over aanbevolen binnentemperaturen en andere relevante klimatologische factoren in openbare gebouwen en gebouwen die open zijn voor het algemene publiek;
  • · 
    specifieke keuring en beoordeling van verwarmingsketels en verwarmings-/koelingsinstallaties.

Rechtsbasis van het voorstel

Artikel 175 (milieu)

Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering

Subsidiariteit: positief. Er bestaan grote verschillen tussen de inspanningen van de lidstaten op het gebied van energiebesparing in de gebouwensector. Onderhavig voorstel zou een nieuw bindend wettelijk instrument moeten worden om de energieprestaties van gebouwen in alle lidstaten in de EU te verbeteren. Verbetering van energie-efficiëntie in gebouwen is al eerder als streefdoel in richtlijnen vastgelegd (o.a. de rl betreffende verwarmingsketels (92/42/EEG) en de rl bouwproducten (89/106/EEG).

Proportionaliteit

twijfelachtig. Vooralsnog geeft Nederland de voorkeur aan een vrijwillig certificeringsbeleid, zoals sinds 2000 in Nederland het geval is, boven het door de Commissie voorgestelde verplichte energiecertificaat.

Momenteel is er een groot EU-onderzoeksproject gaande onder de naam «PRESCO» (Practical Recommendations for Sustainable Construction). Daar nemen 16 landen en ca. 26 bouwonderzoeksinstellingen ­ waaronder Nederlandse (TNO e.a.) ­ aan deel. Bedoeling is te komen tot een vrijwillige «Europese Code» voor duurzaam bouwen (waaronder dus ook energiebesparingsmaatregelen).

Nederlandse belangen

Betere gebruikmaking van het energiebesparingspotentieel draagt bij aan de milieutaakstellingen zoals afgesproken in het Kyoto-protocol. Gezien de opgedane ervaringen en expertise op het gebied van energiebeleid kan Nederland een belangrijke meerwaarde leveren bij de totstandkoming van EU-beleid m.b.t. dit onderwerp.

Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG)

De doelstellingen van de richtlijn komen grotendeels overeen met het vigerende nationale beleid. Het voorstel in zijn huidige vorm houdt echter in dat er meer verplichtingen zouden komen (o.a. beoordeling energievoorziening, periodieke keuringsplicht installaties, verplicht energieprestatiecertificaat) ten opzichte van het vrijwillige traject dat in Nederland is opgestart. De consequenties die de uiteindelijk overeen te komen richtlijn impliceert voor toezicht en handhaving op lokaal niveau zullen t.z.t. in kaart dienen te worden gebracht.

Rol EP in de besluitvormingsprocedure

Co-decisie

3.

Onderdeel van

27 jun
'01
Brief staatssecretaris met negen fiches die werden opgesteld door de Werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC) - Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Buitenlandse Zaken (BUZA)
22112, nr. 201
 
 
 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.