Boven de partijen balanceren op een slap koord

Over omstreden acties van Kamervoorzitters

Het voortijdige vertrek van Eerste Kamervoorzitter Fred de Graaf is zonder precedent. Niet eerder in de naoorlogse parlementaire geschiedenis voelde een Kamervoorzitter zich gedwongen zijn functie neer te leggen, zoals waarnemend voorzitter Hans Franken (CDA) direct na de afscheidsverklaring van De Graaf memoreerde. Dat wil niet zeggen dat er nooit discussie is geweest over de onpartijdigheid van voorzitters. Zelfs het vermoeden van partijdig handelen kon al voor grote problemen zorgen. Voor een instituut dat leeft van de politieke strijd, is een ‘neutrale’ leiding immers van vitaal belang. Des te opvallender is het dat beide Kamers geen specifieke mores en codes kennen om de neutraliteit van de voorzitter veilig te stellen – anders dan bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk, waar van de Speaker wordt verwacht dat hij zijn partijverwantschap aflegt en zich buiten elk politiek overleg houdt. In het Nederlandse parlement hangt alles af van de persoonlijke integriteit en het gezond verstand van de persoon in functie.

Dit artikel verscheen in De Hofvijver nr. 31 d.d. 24 juni 2013.