Senaat lag al vaker dwars

Op 23 december 1968 verwiep de Eerste Kamer het door minister Schut verdedigde wetsontwerp Huurdersbijdragen met 58 tegen 3 stemmen. Een opmerkelijk feit. Hoewel de Eerste Kamer geacht wordt bij de beoordeling van wetsontwerpen (politiek) terughoudend te zijn - in die jaren accepteerde de Eerste Kamer wetsvoorstellen in de regel met brede steun - is zij dat dus niet altijd per se. Waarom had het wetsontwerp dan wel de eindstreep in de Tweede Kamer gehaald en wat bewoog de senaat om de Tweede Kamer te overrulen? In hoeverre was er daarmee sprake van een politieke nederlaag voor het kabinet?

Jan Ramakers, verbonden aan het Centrum Parlementaire Geschiedenis in Nijmegen ging op onderzoek uit. Zijn bevindingen vormen een hoofdstuk in deel  9 van de serie Parlementaire Geschiedenis van Nederland na 1945. Dit deel, onder redactie van Carla van Baalen en Johan van Merriënboer, Polarisatie en hoogconjunctuur. Het kabinet-De Jong 1967-1971 (Amsterdam 2013), zal aan het einde van dit jaar verschijnen.

Eerder gepubliceerde 'conflicten' tussen Eerste Kamer en kabinet

Achtergrond