One-issue partijen werken verfrissend voor de Tweede Kamer

One-issue partijen werken inderdaad verfrissend voor de Tweede Kamer. Daar kan het meestgehoorde argument tegen dergelijke partijen niets aan veranderen. Dit argument houdt in dat politiek een bredere inzet kent dan één of meer specifieke belangen en er dus gestemd zou moeten worden  op partijen die een bredere visie op de samenleving hebben. Toegegeven, op voorhand valt niet altijd te voorspellen hoe een politieke partij vanuit het perspectief van bijvoorbeeld dieren of ouderen aankijkt tegen zoiets als de verhoudingen tussen Nederland en Rusland of de drieprocents-begrotingsnorm. Een stem op dergelijke partijen is voor kiezers dus op veel terreinen een sprong in het diepe.

Nog los van het feit dat politieke standpuntbepaling ook bij ‘brede partijen’ soms evenzeer onvoorspelbaar is - bijvoorbeeld omdat rekening moet worden gehouden met eventuele coalitiebelangen - schuilt er juist een belangrijke signaalfunctie in het gegeven dat dit kiezers op one-issue partijen kennelijk betrekkelijk weinig kan schelen. Precies dat is waarom one-issue partijen verfrissend werken.

Het zegt namelijk nogal wat dat iemand het recht waarmee hij of zij in beginsel op alle denkbare beleidsterreinen invloed kan uitoefenen, kiest te gebruiken voor het ondersteunen van één enkel doel. Deze zeggingskracht wordt alleen maar groter als dergelijk stemgedrag niet tot eenlingen beperkt blijft, maar dusdanige vormen aanneemt dat er meerdere zetels in Tweede en Eerste Kamer worden verworven. Of gevestigde politieke partijen dit nu terecht vinden of niet: zij kunnen er in dat geval gevoegelijk van uitgaan dat grote groepen kiezers de behartiging van het specifieke belang in kwestie bij hen niet in goede handen achten.

One-issue partijen ontfermen zich daardoor feitelijk over de winkeldochters van het openbaar bestuur. Als de groep kiezers op deze partijen maar groot genoeg wordt, krijgen deze winkeldochters uiteindelijk ook een prominenter plaatsje in de etalage van de ‘brede politieke partijen’.

Daarmee is overigens niet gezegd dat deze werking oneindig is. Net als voor luchtverfrissers geldt voor ‘politieke verfrissers’ dat het nieuwe er op een gegeven moment wel af is. Kiezers zien dat ook. In de meeste gevallen zullen zij de one-issue partij links laten liggen als zij het idee hebben dat andere partijen de boodschap hebben begrepen of wanneer zij zelf worden bevangen door andere – wellicht bredere – zorgen over de staat van het land.

Lees ook Bert van den Braak