2015 wordt spannend

Eduard Slootweg is Hoofd Informatiebureau Europees Parlement in Nederland. 

Voor de verkiezingen voorspelde ik in de Hofvijver een “hete zomer”, omdat de lidstaten en het Europees Parlement lijnrecht tegenover elkaar stonden over de vraag wie nu de voorzitter van de Europese Commissie kiest. Ik kreeg ongelijk. De visie van het Europees Parlement heeft weliswaar gewonnen -voor het eerst in de geschiedenis was de uitkomst van verkiezingen bepalend voor de keuze van de Commissievoorzitter- maar de Raad heeft zich zonder slag of stoot gewonnen gegeven. Het was geen hete zomer. De voordracht van Juncker ging heel snel, omdat het Europees Parlement zeer duidelijk was: enkel Juncker, de kandidaat van de grootste fractie in het nieuw verkozen Parlement, kon rekenen op de benodigde parlementaire steun. Eenzelfde trend was te zien bij de benoeming van de individuele commissarissen. Kreeg Timmermans lof alom toegezwaaid, ook dit keer (derde keer op rij) is een kandidaat commissaris gebuisd. De lidstaat moest met een nieuwe kandidaat komen. Hiermee is toch wel duidelijk dat ook bij de benoeming van de individuele commissarissen de lidstaten niet meer het alleenrecht hebben. De politieke steun vanuit het Europees Parlement is bepalend, de voordracht van een lidstaat is niet voldoende.

Hoe gaat het parlementaire jaar 2015 eruit zien? Ik zal me niet meer bezondigen aan weersvoorspellingen, maar het wordt wel anders. Juncker kan duidelijk rekenen op een parlementaire meerderheid in het Europees Parlement. De voltallige Commissie is al een paar keer present geweest in de hemicycle. Het Europees Parlement wordt minder een consensus parlement en meer een klassiek oppositie-coalitie parlement. Het Europees Parlement wordt politieker, net als de Europese Commissie overigens. 

Gedeelde verantwoordelijkheid met nationale parlementen

Dit betekent overigens niet dat het Europees Parlement het alleenrecht claimt op Europese besluitvorming. Verre van dat. Mede door het Verdrag van Lissabon hebben ook nationale parlementen rechtstreekse invloed op de Europese besluitvorming. Op zich was dat altijd al aanwezig, omdat zij (in theorie) de raad van ministers aansturen. Maar na Lissabon is het duidelijker, ook via de bekende “kaartenprocedure”. Europese besluitvorming is dus een gedeelde verantwoordelijkheid. Van het nationale en het Europese parlement tezamen. In het verleden is dit te onderbelicht geweest, vanuit beide instellingen overigens.

De Eerste Kamer en later ook de Tweede Kamer heeft een zeer knappe inhaalslag gemaakt. Parlementaire permanente vertegenwoordigers zijn in het Europees parlement gestationeerd om het nationale parlement te informeren over wat er allemaal in het Europees Parlement gebeurt en allianties worden gesmeed met andere nationale parlementen om zo de Europese besluitvorming te beïnvloeden.

2015 wordt het jaar waarin de gedeelde verantwoordelijk verder wordt ingevuld. De klassieke  strijd van de intergouvernementelen (nationaal parlement) contra de supra-nationalen (Europees parlement) is niet meer van deze tijd. Het gaat er nu om waar nuttig elkaar versterken en waar nodig de ander proberen te overtuigen. Samen optrekken waar mogelijk. En samen staan voor de uitkomst van het democratisch proces.

Een praktijkvoorbeeld: het Europees Parlement heeft zeer onlangs een ad-hoc delegatie in het leven geroepen om de zogenaamde Luxleaks-affaire te onderzoeken. Het gaat hier om de praktijk van landen om zeer voordelige belastingafspraken te maken met grote bedrijven en zo hen te verleiden hun hoofdkantoor in het land te vestigen. Een blik op de Elsevier top-500 leert dat bijvoorbeeld IKEA en Airbus (EADS) in Nederland zijn gevestigd. Met andere woorden: het MKB lijkt het volle belastingpond te moeten betalen, terwijl de grote jongens er met een schijntje van af komen. Daarnaast is er de schijn van een oneerlijk speelveld tussen lidstaten: een doodzonde in een interne markt. Deze commissie van Europarlementariërs gaat in Luxemburg, Ierland en Nederland onderzoek doen naar de gang van zaken. Het zou mooi zijn als dit in samenwerking met nationale parlementariërs zou kunnen, omdat ook in het Nederlands parlement zorgen zijn over deze gang van zaken. Door samen op te trekken, kunnen zij elkaar versterken en makkelijker een helder beeld krijgen van wat er nu werkelijk aan de hand is.

Ambities van het Europees Parlement

2015 brengt ook iets anders met zich mee dan toenadering tussen nationaal en Europees Parlement. En dat is de interne huishouding van het Europees Parlement. Traditioneel bemoeit een parlement zich met de wetgeving: het indienen en stemmen over wetgeving en deze eventueel aanpassen via amendementen. De ambitie van het Europees Parlement is om in alle vier de sectoren van de wetgevende cirkel invloed uit te gaan oefenen. De wetgevende cirkel bestaat uit vier fasen: de agenda, consultatie van de stakeholders, het klassieke wetgevingsproces, en evaluatie bestaande wetgeving. En daarmee is de cirkel rond, want de evaluatie van bestaande wetgeving bepaald de agenda voor eventuele aanpassing of nieuwe wetgeving.

Niet meer afwachten met welke wetsontwerpen de Europese Commissie komt en enkel amendementen indienen. Dat is de gedachte. En ook hier is er een gedeelde verantwoordelijkheid. Zo heeft het Europees Parlement onlangs een brief gestuurd naar alle nationale parlement om hun mening te vragen over de uitwerking van een aantal Europese regels in hun eigen lidstaat. 2015 wordt spannend.