Présidentielles 2017

Niek Pas is docent en onderzoeker Franse geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam

Begin februari gingen de Franse presidentsverkiezingen echt van start, na de voorverkiezingen afgelopen najaar (Les Républicains) en in januari (le Parti Socialiste). De belangrijkste kandidaten voor het Élysée trapten formeel af met uitgebreide banketten, vrolijk opgetuigde meetings en bezoeken aan kieskringen. Wat valt er te zeggen over het verloop van de verkiezingen tot nu toe, hoe staat het eigenlijk met de diverse belangrijkste kandidaten en hun kansen?

Onvermoeibare Fillon

Wekenlang bivakkeerde hij op een roze wolk, François Fillon, nadat hij in de 'primaires de droite' kansrijke kandidaten als Nicolas Sarkozy en oud-premier Alain Juppé had verpletterd. De autoliefhebber stond zelfs op 'pole position' voor de eindzege. Echter, toen de satirische onderzoekskrant Le Canard Enchaîné onthulde dat Fillon in zijn tijd als parlementariër zijn vrouw en kinderen aan dikbetaalde nepbanen had geholpen, liep de campagnebolide flinke deuken op. Fillon, die zich voorstond op zijn imago van onberispelijk politicus bleek toch niet onkreukbaar. Althans, dat was het vermoeden dus Justitie startte een onderzoek. Fillon koos, na enkele aarzelingen, strijdlustig voor de aanval. Hij probeerde het onderzoek te wraken, wierp de Franse journalistiek à la Trump allerlei lelijks voor de voeten en slaagde erin verontruste stemmen in eigen kamp te smoren. En warempel, bijna een maand na dato lijkt Fillon's strategie te slagen. De justitiële molens draaien langzaam, de media-aandacht is weggeëbd, en volgens de laatste berichten schijnt de voormalige premier van Sarkozy weer op te krabbelen in de peilingen - voor wat deze natuurlijk waard zijn.

Macron's contrasten

Degene die aanvankelijk het meeste profiteerde van Fillon's (bijna) crash is Emmanuel Macron. Hij is de laatste dagen juist gedaald in de peilingen – nogmaals, voor wat deze waard zijn. Voor de neutrale Nederlandse toeschouwer is Emmanuel Macron wellicht een van de verfrissendste kandidaten uit de huidige campagne, want prettig sociaal-liberaal (of liberaal-sociaal, dat is niet duidelijk), en met een jonge, dynamische, uitstraling. Directe oorzaak voor zijn terugval is niet de beschuldiging van homosexualiteit (elk middel in deze présidentielles om kandidaten onderuit te trekken, is toegestaan) maar een nogal onbeholpen uitspraak in Algiers, waar hij vorige week op bezoek was. Tot genoegen van zijn Algerijnse gastheren duidde Macron het Franse optreden in voormalig koloniaal-Algerije aan als ‘misdaad tegen de menselijkheid’. Niet zo handig in Frankrijk, waar het koloniale verleden weliswaar omstreden is, maar nog lang niet toe is aan vormen van mea culpa die sinds enkele jaren in Nederland populair zijn. Bovendien, en minstens zo belangrijk, Macrons krasse uitspraak stond in schril contrast met eerdere verklaringen over het Empire, waarin hij zich minder uitgesproken had getoond. Macron shopte wel heel opzichtig in de vitrine van het kolonialisme ten behoeve van zijn campagne. Kortom, waar staat Macron nu eigenlijk voor? Is hij links of is hij rechts? Misschien wordt dat de komende weken duidelijk, als hij zijn programma toelicht.

Le pen houdt koers

Duidelijkheid is er vooral bij Marine Le Pen. De ideeën en opvattingen van de voorvrouwe van het Front National zijn al jaren in marmer gebeiteld en komen neer op meer soevereiniteit voor Frankrijk en het behoud van de welvaartsstaat voor de Fransen. Kraakhelder. Le Pen's strategie is er een van recht-zo-die-gaat, meetings draaien, uitglijders waar mogelijk vermijden (of negeren) en rustig werken aan haar presidentiële imago. Dit laatste doet ze onder meer door het beproefde recept van buitenlandse reizen: afgelopen week was Le Pen op bezoek in Libanon (waar haar weigering een hoofddoek te dragen, enige reuring veroorzaakte). Een Fillon-achtig financieel schandaal over FN-medewerkers die betaald zouden zijn door het Europees Parlement, glijdt tot nog toe van haar af. In de peilingen staat ze al maanden strak op kop, met tussen de 25 à 30% van de stemmen in de eerste ronde op zondag 23 april. In een tweede ronde zou ze dan uitkomen tegen Fillon (of Macron), en dan weliswaar het onderspit delven – aldus de huidige prognoses -, maar toch nog 45% van de Franse kiezers achter zich weten te scharen.

(te) linkse idealen

Zulke verbijsterend hoge scores zullen de kandidaten ter linkerzijde in deze verkiezingsstrijd niet gaan scoren. Zowel Benoît Hamon (Parti Socialiste) als Jean-Luc Mélenchon (extreem-links) schommelen iets boven de 10% voor wat betreft de eerste ronde. Mélenchon kan electoraal nauwelijks beter, en Hamon is in politiek opzicht meervoudig gehandicapt. Niet alleen is hij de kandidaat van de Parti Socialiste, de partij van de huidige president Hollande - verguisd en inmiddels bijkans vergeten -, maar binnen die socialistische partij verre van omstreden. Hamon mag dan wel de voorverkiezingen hebben gewonnen door met name ex-premier Manuel Valls te verslaan, geliefd is hij niet bij het partij-establishment. Hamon wordt namelijk beschouwd als frondeur, een van de socialisten die in 2014 - toen Hollande een liberalere koers insloeg - de kont tegen de krib gooide. De spanning binnen de Parti Socialiste liep de afgelopen weken zo hoog op dat de partijsecretaris leden verbood - op straffe van excommunicatie - Macron te steunen. Tenslotte, Hamons programma, dat doet denken aan dat van Jesse Klaver, is voor de meeste Fransen te utopisch – en nochtans houden die doorgaans van vergezichten. De afgelopen weken ging het gerucht dat Hamon met Mélenchon wellicht tot overeenstemming zou komen - waarbij één van hen dan plaats diende te maken - maar deze (opzich interessante) constructie kan naar het rijk der fabelen worden verwezen. Noch Hamon noch Mélenchon zal een stap terug doen omwille van het hogere ideaal van een links eenheidsfront. Daarmee staat tenminste één ding in deze verkiezingen al vast: Frankrijk krijgt op 7 mei géén linkse president. Maar dat wisten we eigenlijk al.