Het eerste raadgevende referendum

woensdag 14 oktober 2015, 11:12, analyse van Prof.Mr. Aalt Willem Heringa

De Kiesraad heeft besloten: het eerste consultatieve raadgevende referendum zal gaan plaatsvinden begin 2016, want er waren 427.000 rechtsgeldige handtekeningen en dat is substantieel meer dan de minimaal vereiste 300.000. Veel is al gezegd en geschreven over dit tweede referendum in Nederland, het eerste onder de per juli 2015 inwerking getreden raadgevend referendum wet. (Het eerste referendum betrof de Europese Grondwet in 2005 en was een raadplegend referendum).

Wat ook de motieven mogen zijn van de initiatiefnemers, hoe sympathiek of onwelkom ons die ook mogen zijn, het is een prestatie geweest om zo kort na de inwerkingtreding van de referendumwet een referendum op de agenda met een aanzienlijk aantal handtekeningen te krijgen over een op zich klein onderwerp, te weten de goedkeuringswet van een associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne. De vrees dat de drempel van 300.000 een wel erg hoge (te hoge?) zou zijn is nu wel gelogenstraft; die vrees (of hoop?) onderschatte de kracht en het bereik van de sociale media en internet.

Campagne

Het zou verbazingwekkend zijn als niet de overgrote meerderheid van de politieke partijen inclusief het kabinet nu een stevige campagne gaan voeren voor dat associatieverdrag. Immers zij hadden er mee ingestemd, en het kabinet was betrokken geweest bij de onderhandelingen en had het verdrag ter goedkeuring voorgelegd aan het parlement. 

Het zou wel erg onbegrijpelijke politiek zijn om dan in een referendum campagne er opeens afstand van te nemen. Maar niets menselijks is politici vreemd, en het precedent dat politici lang niet allemaal last hebben van een ruggengraat bleek bij het eerste referendum, over de Europese grondwet. Dat was van de kant van het kabinet onder andere een wat lauwe campagne, terwijl nota bene het kabinet bij de onderhandelingen van dat document was betrokken en de minister-president zijn handtekening er onder had gezet.

Motieven

Of de campagnevoerders die gepleit hebben voor het aanstaande referendum zichzelf een goede zaak hebben bewezen weet ik niet. De motieven zijn op zijn minst wel erg dubbel. Tegen de EU (dit referendum lijkt ingegeven door afkeer tegen EU uitbreidingen, maar daarover gaat het associatieverdrag helemaal niet) of ingegeven door angst dat een associatieverdrag tot toetreding ooit eens zou kunnen leiden (ja misschien, ooit ver in de toekomst, maar dan komt dat apart weer aan de orde), of gewoon tegen alles waar EU aan verbonden is, of voor Poetin, of voor terugtrekken achter de eigen grenzen, of uit vrees dat het verdrag Nederland gelde gaat kosten. Of dat erg is is maar erg de vraag want het verdrag draagt bij aan de internationale rechtsorde, stabiele en vreedzame verhoudingen en handelsbetrekkingen. 

Het is maar goed dat na de Tweede wereldoorlog de VS zich niet afvroeg of de Marshall hulp veel geld zou kosten; dat kostte het maar leverde veel meer winst op. De kans dat met referenda met woordvoerders als Jan Roos en met chaotische en wilde redeneringen als nu gehanteerd de Staten-Generaal over zouden kunnen gaan tot een met twee derde meerderheid mogelijk maken van een bindend referendum lijkt mij nu tot nul gereduceerd.

Ik ga natuurlijk stemmen; het referendum hoort nu tot ons staatsrecht en velen vinden het voorgelegde onderwerp kennelijk een belangrijk onderwerp. Eveneens vind ik dat velen, natuurlijk ook degenen die dit een absurd referendum vinden, moeten gaan stemmen en vooral ook campagne voeren. Campagne voor de Europese zaak van een democratisch Europa tegen bedreigingen aan de oostgrenzen; campagne voor de Europese en internationale rechtsorde die met dit verdrag zijn gebaat; campagne voor het gezamenlijk als EU verantwoordelijkheid nemen voor een veilig en open Europa, met bescherming tegen geweld en overheersing; campagne voor solidariteit en uitbreiding van handelsbetrekkingen.

Rol Staten-Generaal

Er wordt wel gezegd dat het niet aangaat dat de Staten-Generaal een referendum uitslag zou gaan negeren. Ik denk dat dat wel aangaat: in de eerste plaats is die mogelijkheid expliciet voorzien in de referendumwet, en juridisch beoogd door de uitslag van een referendum niet bindend te achten (het is een consultatief referendum). 

In de tweede plaats omdat een referendumuitslag, de volkswil, volksvertegenwoordigers niet kan binden, daar deze zonder last hun werk doen. 

En in de derde plaats omdat recht boven volkswil gaat: ook dat is democratie, namelijk de binding van de meerderheid aan rechtsregels. En als zodanig hebben we de bevordering van de internationale rechtsorde in onze Grondwet staan. En in de vierde plaats als de wetgever oordeelt dat er andere zwaarwegende belangen zijn die in het geding zijn. Belangen als de veiligheid in Europa, of het behartigen van buitenlandse politiek in samenhang met onze EU partners.

Kortom, laten we campagne voeren en het belang van het verdrag laten zien en vertrouwen hebben in de democratie en rechtsstaat die we ook zijn. Dat is niet best wel belangrijk, maar gewoon belangrijk.