N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Het lekkende dak werd niet gerepareerd
Ons politieke systeem is bijzonder. We kiezen iedere vier jaar rechtstreeks de Tweede Kamer, waarna vier jaar een kabinet kan regeren. Die Kamer heeft het politieke primaat. In haar is de kiezerswil - in alle verscheidenheid - vertegenwoordigd.
Niettemin vinden we het goed dat er na één of twee jaar een tussentijdse peiling wordt gehouden. Weliswaar is dat formeel niet zo, maar omdat de gekozen Provinciale Statenleden de Eerste Kamer kiezen, wordt vooral een oordeel gegeven over het landelijke beleid. Politici nodigen de kiezers daartoe nadrukkelijk uit. Overigens kan die 'peiling' ook net zo goed niet plaatsvinden. In 2007 trad het kabinet-Balkenende IV op 22 februari aan en waren er al op 7 maart Statenverkiezingen, zodat er geen sprake was van een tussentijdse 'peiling'. Of die 'peiling' er is en het moment daarvoor, is toeval.
Het wordt nog gekker. Er is weliswaar een voor vier jaar gekozen Tweede Kamer die het politieke primaat heeft, maar de indirect gekozen Eerste Kamer is als het om wetgeving en begroting gaat 'machtiger'. Zij kan dankzij een absoluut vetorecht wetgeving en begrotingen blokkeren.
De gronden voor zo'n eventueel veto zijn onbeperkt. Bij de instelling in 1815 werd vaag omstreven dat de Eerste Kamer moet waken tegen overijling en een bolwerk moest vormen voor de koning en in 1848 werd dat aangevuld met de opvatting dat het moest gaan om het toetsen van wetgeving op hoofdlijnen. Wat dat concreet betekent, is evenwel onduidelijk. Een formele beperking bij de oordeelsvorming is er niet. Het is een misvatting dat 'de' Eerste Kamer zich laat leiden door een oordeel over de wetgevingskwaliteit. 'De' Eerste Kamer bestaat sowieso niet. Zij is een verzameling van allerlei opvattingen.
We zitten nu in een situatie dat er een voor vier jaar gekozen Tweede Kamer is, op grond waarvan een parlementair kabinet is gevormd. Een kabinet dat overigens pas een jaar na de verkiezingen aantrad. Het beleid daarvan is ruim een jaar daarna 'beoordeeld' en veel kiezers zijn ontevreden. Het is zelfs de vraag of het kabinet vanwege de nieuwe verhoudingen in de machtige Eerste Kamer belangrijke wetgeving nog wel kan realiseren.
De nieuwe indirecte gekozen Eerste Kamer is een concurrent geworden voor de twee jaar geleden rechtstreeks gekozen Tweede Kamer. Voor wie het even vergeten is: dat is de Kamer die het politieke primaat heeft.
Was dat de bedoeling? Vast niet. Er is ook geen land in Europa waar het zo is geregeld. Elders heeft als regel de 'Tweede Kamer' (Bondsdag, Kamer van Volksvertegenwoordiging, Lagerhuis) het laatste woord.
Al rond 2000 waren er gedachten over een andere verhouding tussen beide Kamers, waardoor het primaat van de Tweede Kamer ook echt tot uiting zou komen in bevoegdheden, met name op wetgevend gebied. Het ging bijvoorbeeld om een hogere drempel voor verwerping en een terugzendrecht of -plicht. De Tweede Kamer besteedde er niet eens aandacht aan. Het 'dak' werd niet gerepareerd toen het kon.
Dat leidt er nu toe dat we in een politieke impasse zitten, die noodzakelijke wetgeving waarschijnlijk onmogelijk maakt, of die tot een crisis zal leiden. Met partijen die nu ('water')schade oplopen door dat 'lek' is geen medelijden nodig. Juist zij hebben tijdige reparatie van het dak tegengehouden. Maar wij als burgers zitten er mooi mee.
Prof. Dr. Bert van den Braak is onderzoeker bij PDC en hoogleraar parlementaire geschiedenis aan de Universiteit van Maastricht.