N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Kan ‘Klein Links’ ‘Groot Links’ worden?
De Tweede Kamerverkiezingen van 2023 waren een grote tegenslag voor links. Niet alleen was de nieuwe centrumlinkse formatie GroenLinks-PvdA kleiner geworden dan gehoopt. Op een kleine winst bij DENK na verloren alle andere linkse partijen (SP, PvdD en BIJ1) stemmen. In 2021 behaalden deze vier partijen nog 13% van de stemmen (19 zetels). In 2023 was daar 8% van over (11 zetels). Waarom zijn de partijen aan de linkerflank zo klein? En welke perspectieven zijn er voor hen in 2025?
De partijen aan de linkerflank vertegenwoordigen verschillende smaken van links en zijn lang niet allemaal consistent links op alle politieke thema's. De SP is in de eerste plaats economisch links, maar neemt op bijvoorbeeld Europese integratie een heel andere positie in dan andere linkse partijen. De PvdD positioneert zich bewust als ‘links noch rechts’, maar tegelijkertijd staat zij op veel thema's aan de linkerkant van het spectrum. DENK is links op culturele thema's als immigratie en gelijke behandeling van mensen ongeacht afkomst. Op morele thema's, zoals de behandeling van transpersonen, is DENK juist eerder rechts. De buitenparlementaire partij BIJ1 heeft een intersectionele visie waarbij ze het opneemt tegen allerlei vormen van onderdrukking en ongelijke behandeling. Daarmee staat de partij consistent aan de linkerkant.
Economisch links
Voor veel mensen die politiek volgen is het lastig te begrijpen dat de SP zó klein blijft. De partij is uitgesproken op economische thema's als zorg, wonen en armoede, waarover veel kiezers zich zorgen maken. De partij heeft consistent kritiek geleverd op de keuze om publieke voorzieningen over te laten aan de markt, een kritiek die nu door veel partijen wordt omarmd. Bovendien koppelt de SP dit op een geloofwaardige manier aan kritiek op de manier waarop de gevestigde politieke partijen opereren. De partij communiceert glashelder en heeft met Jimmy Dijk een authentieke voorvechter voor de werkende klasse.
En toch zit de partij al jaren in mineur. Tussen 1989 en 2006 groeide de partij exponentieel. Het stemmental verdrievoudigde eerst (1989-1994) en verdubbelde daarna bij elke verkiezing tot en met 2006. Daarna kwam de klad erin. De partij haalde tussen 2010 en 2017 voortdurend net onder 10% van de stemmen. De partij kon in 2017 niet profiteren van het grote verlies van de PvdA. Daarna verloor de SP verkiezing op verkiezing: van 14 naar 9 en van 9 naar 5 zetels. Nu staat de partij volgens de Peilingwijzer van Tom Louwerse op lichte winst: tussen de 5 en 9 zetels.
Rode lijn: stempercentage SP; groene lijn: stempercentage PvdD; blauwe lijn: stempercentage DENK; zwarte lijn: stempercentage BIJ1; grijze lijn: kiesdrempel
De onderliggende reden voor de terugval is de dominantie van het thema migratie. In de jaren '80 was de SP een van de weinige partijen met kritiek op het migratiebeleid. Hun bundel Gastarbeid en Kapitaal was zo kritisch dat toenmalig Volkskrant-journalist Theodoor Holman schreef dat de partij vond dat migranten zich moesten "schamen voor [hun] afkomst" en maar beter "blanke Nederlander" konden worden. Sindsdien is de SP in hun migratiekritiek ingehaald door Pim Fortuyn en Geert Wilders.
Dit blijkt duidelijk uit het Nederlands Kiezersonderzoek, een groot onderzoek naar kiezers dat is opgezet door samenwerkende Nederlandse universiteiten. Hierin vroegen ze naar het belangrijkste verkiezingsthema. Dit kan ingedeeld worden in culturele thema's (zoals immigratie en integratie), economische thema's (zoals bestaanszekerheid en zorg) en milieuthema's (zoals klimaat en natuur). Onder kiezers die een economisch thema noemden, scoorde de SP drie keer zo goed als onder kiezers die een cultureel thema noemden.
Groen links
In 2003 deed een klein groepje dierenbeschermers voor het eerst mee aan de verkiezingen onder de naam Partij voor de Dieren. Zij haalde een half procent van de stemmen. In 2006 kreeg de partij haar eerste twee zetels, die ze tot 2017 hield. In dat jaar groeide de partij naar 5 en in 2021 door naar 6 zetels. In peilingen in het voorjaar van 2023 stond de partij regelmatig op 10 of meer zetels. Bij de verkiezingen van 2023 haalde de PvdD slechts 3 zetels.
De reden hiervoor was een interne strijd; dwars door de partij bleek een diepe scheidslijn te lopen. Veel mensen die al sinds de oprichting bij de partij betrokken waren, stonden voor een principiële koers. Zij wilden dat de partij zich verre hield van de compromissen met de gevestigde politiek en in plaats daarvan de Tweede Kamer gebruikte om hun onvrede met de behandeling van dieren in de bio-industrie te uiten. Hiertoe kan zeker oprichter Marianne Thieme gerekend worden. Zij had echter in 2019 het stokje overgedragen aan Esther Ouwehand. De partij koos onder haar leiderschap voor een meer pragmatische koers en nam in een aantal gemeenten en één waterschap ook deel aan het bestuur. Daarnaast liet zij ruimte voor inhoudelijke verbreding: niet alleen maar een dierenpartij maar een partij een breder groen, progressief en links profiel. In 2023 probeerden enkele oprichters Ouwehand te wippen, maar slaagden daar niet in toen het overgrote deel van de leden zich voor haar uitsprak.
Het probleem was daarmee niet weg. In 2025 werd de steun voor Oekraïne een splijtzwam. Een deel van de partij wilde vasthouden aan de pacifistische koers waarbij ze extra uitgaven aan defensie afwees. Ouwehand zag in de huidige geopolitieke situatie geen andere oplossing voor de bescherming van de veiligheid van Nederland en Europa dan steun uit te spreken voor wapenleveringen. Enige (oud-)PvdD'ers, juist diegenen die al eerder kritisch waren geweest over Ouwehand, richtten de partij Vrede voor Dieren op.
Het beeld van conflicten schaadt elke partij, maar het uittreden van de principiële flank bevrijdt de partij mogelijk van de diepe verdeling die in 2023 zichtbaar werd. In de Peilingwijzer staat de PvdD op 4-6 zetels.
Cultureel links
Ook DENK trok recent de aandacht met een interne strijd. Fractievoorzitter Stephan van Baarle stond tegenover het partijbestuur onder leiding van Ejder Köse. Dit conflict betrof de kandidatenlijst. Van Baarle trok zich terug, maar kreeg – net als Ouwehand – de steun van het partijkader. Uiteindelijk trad het partijbestuur af, waarna Van Baarle kon terugkeren.
Maar achter de vraag hoe die lijst er precies moet uitzien ligt een groter onenigheid over de aard van de partij. Zo berichtte de NRC: “Van Baarle ziet DENK als een bredere partij die niet alleen de stem vertolkt van Turkse Nederlanders maar ook ruimte geeft aan andere achtergestelde groepen zoals vrouwen en zwarte Nederlanders.” Het partijbestuur is sterk verbonden met Turkse conservatief-religieuze organisaties. Recent onderzoek laat zien dat een belangrijk deel van de stemmen van DENK juist komt uit de hoek van religieuze Turkse Nederlanders.
Conflicten zijn de partij niet vreemd: DENK heeft haar wortels in een botsing tussen enerzijds twee PvdA-Kamerleden, Selçuk Öztürk en Tunahan Kuzu, en anderzijds toenmalig PvdA-minister Asscher over het integratiebeleid. DENK haalde in 2016 Sylvana Simons binnen met het oog op de Kamerverkiezingen, maar zij voelde zich al snel niet thuis bij de meer conservatieve positionering van de partij en richtte BIJ1 op. In 2020 stonden Kuzu en Öztürk tegenover elkaar in een persoonlijk politiek conflict.
En de kiezers? DENK haalt consistent bij de Kamerverkiezingen twee procent van de stemmen, met óf zonder conflicten. Kortom, de partij steunt sterk op gemeenschappen van Turkse Nederlanders voor wie DENK eigenlijk de enige optie is. In de Peilingwijzer scoort DENK 3-5 zetels.
Intersectioneel links
BIJ1 kwam in 2021 in de Kamer, nadat het in 2017 niet gelukt was. In 2021 werd Sylvana Simons de eerste Surinaams-Nederlandse partijleider in de Tweede Kamer. Ze zette het progressieve programma van BIJ1 op de kaart met haar heldere betogen en viel onder meer op in debatten over het slavernijverleden. De partij kwam de Kamer in met steun van zowel zeer progressieve Nederlanders zonder een migratieachtergrond als van zwarte Nederlanders.
In 2023 werd BIJ1 niet opnieuw gekozen in de Kamer. Het uitvallen van partijleider Simons speelde hierbij een rol, maar breder was er binnen de partij een serie conflicten waarbij leden elkaar van racisme, afrofobie, misogynie en/of misogynoir gedrag beschuldigden. Anno 2025 heeft BIJ1 een nieuwe leider, oud-GroenLinks Kamerlid Tofik Dibi. Over zijn kandidatuur is echter ook weer een conflict uitgebroken omdat hij via een onduidelijke procedure tot lijsttrekker is gebombardeerd. De partij denkt met Dibi een kandidaat gevonden te hebben die het radicale linkse geluid kan vertegenwoordigen. Als queer moslim heeft hij verschillende vormen van achterstelling meegemaakt.
Kansen van Klein Links
Twee factoren zijn van fundamenteel belang voor de kansen van deze kleine linkse partijen bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2025: welke politieke thema's belangrijk zijn en hoe de grootste centrumlinkse partij het doet. De media en grote partijen zullen bepalen welke thema's belangrijk zijn. Wanneer, zoals in 2023, migratie het centrale thema is, zullen links én Klein Links klein blijven. Als economie een belangrijk thema is, dan is dat goed voor de SP zoals we al boven zagen, maar ook DENK, BIJ1 en PvdD scoren beter onder kiezers die economische thema's noemen als motivatie om te stemmen: ze scoren allemaal ongeveer 70% beter. Als de verkiezingen over milieu gaan is dat gunstig voor de PvdD; deze partij scoort zes keer zo goed onder kiezers die een groen thema noemden dan onder kiezers die migratie als belangrijkste thema kozen.
De andere factor is de concurrentie van de grote broer, GroenLinks-PvdA. Als Frans Timmermans geloofwaardig in een tweestrijd kan komen om het premierschap, kan dat kiezers die eigenlijk op een klein linkse partij zouden willen stemmen naar de linkse samenwerkingslijst van GroenLinks-PvdA lokken. Dat is een les die klein links in 1977 geleerd had, toen de partijen links van de PvdA van 16 zetels naar 6 zetels deed dalen. Datzelfde kan SP, PvdD, DENK en BIJ1 overkomen.
Hoe GroenLinks-PvdA het doet, zal het belangrijkste zijn voor BIJ1. Deze partij moet zich niet alleen in het parlement weten in te vechten, maar wil dat doen met een lijsttrekker zonder Afrikaanse of Afro-Surinaamse achtergrond, terwijl deze groepen eerder de electorale basis voor BIJ1 waren. De partij zal met name willen groeien door zeer progressieve kiezers van GroenLinks-PvdA af te vangen. Als we naar de verslaggeving kijken, zit de onvrede over de fusie van GroenLinks en PvdA echter veel eerder aan de conservatieve kant. Hierdoor lijken de kansen van BIJ1 op een Kamerzetel gering.