Wie speelt welke kaart? Het uiterst rechtse kwartet van 2025

maandag 15 september 2025, 13:00, Prof.Dr. Gerrit Voerman en Prof.Dr. Léonie de Jonge

Tot voor kort werd het Nederlandse politieke landschap gekenmerkt door twee blokken: links en rechts. 1) Maar sinds de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 is er rechts van de VVD een radicaal rechts-populistisch blok ontstaan. Bij de verkiezingen van 2023 wist dit blok zich stevig in het politieke speelveld te verankeren. Samen behaalden de Partij voor de Vrijheid (PVV), Forum voor Democratie (FVD) en de twee FVD-afsplitsingen JA21 en Belang van Nederland (BVNL) ruim een kwart van de stemmen: meer dan 2,8 miljoen kiezers kozen in het stemhokje voor een van deze vier partijen. BVNL haalde daarbij weliswaar de kiesdrempel niet, maar de andere drie partijen sleepten gezamenlijk 41 zetels binnen.

Met vier partijen is er ook sprake van forse rivaliteit binnen dit blok. Ook in 2025 proberen deze vier partijen opnieuw kiezers te werven aan de uiterst rechtse flank van het politieke spectrum. Maar wat bindt deze partijen eigenlijk? En waar lopen de scheidslijnen? Hieronder zetten we de belangrijkste overeenkomsten én verschillen tussen PVV, FVD, JA21 en BVNL op een rijtje. Daarvoor schetsen we eerst de centrale kenmerken van de radicaal-rechtse partijfamilie.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

De radicaal-rechtse partijfamilie

Radicaal-rechtse partijen hebben een ideologie waarin drie elementen belangrijk zijn: nativisme, autoritarisme en populisme. Nativisme stelt dat uitsluitend inheemse, ‘eigen’ bewoners tot de natiestaat behoren, en dat niet-inheemse personen (migranten) en ideeën een bedreiging voor de homogene natiestaat vormen. In het autoritarisme staan orde en veiligheid centraal, oftewel het geloof in een strikt geordende samenleving waarin overtredingen van de regels streng bestraft dienen te worden. Populisme gaat uit van een homogeen en deugdzaam volk dat wordt verraden en uitgebuit door een zelfzuchtige en corrupte elite. Met deze definitie als uitgangspunt richten we onze blik op de vier bovengenoemde partijen. In hoeverre komen deze drie ideologische kenmerken terug in de partijprogramma’s van PVV, FVD, JA21 en BVNL?

2.

Nativisme

Nativisme is bij al deze partijen nadrukkelijk aanwezig, al zijn er kleine verschillen in de manier waarop het tot uiting komt. Bij alle vier de partijen staat de bezorgdheid over ‘massa-immigratie’ centraal. De PVV hekelt “overlastgevende asielzoekers”, “criminele niet-westerse allochtonen” en “vreemdelingen die van onze verzorgingsstaat profitere”. JA21 spreekt over “ongecontroleerde immigratie”, die volgens de partij heeft geleid tot “het onherkenbaar veranderen van wijken in onze steden en een Nederlandse cultuur die steeds verder onder druk komt te staan”. Bij FVD is er sprake van een “eindeloze stroom immigranten” die “onze veiligheid, onze woningvoorraad en ons sociale vangnet” bedreigt. BVNL wil “het belang van Nederland vooropstellen”, want het “absorptievermogen is bereikt en Nederland kan de eindeloze toestroom van asielzoekers niet meer aan”. Alle vier de partijen pleiten dan ook voor het beperken van immigratie en willen een totale asielstop. PVV, FVD en BVNL willen bovendien het Vluchtelingenverdrag van de Verenigde Naties opzeggen, terwijl JA21 het wil ‘moderniseren’. FVD pleit daarnaast voor een naturalisatiestop van tien jaar en (evenals de PVV) het sluiten van asielzoekerscentra (azc’s). Net als in 2023 overweegt BVNL om asielopvang uit te besteden aan “partnerlanden zoals Rwanda”. Opvallend is bovendien dat in alle partijprogramma’s de term ‘remigratie’ voorkomt; de andere partijen gebruiken deze term niet. De motieven van de partijen zijn deels materieel van aard (zoals de hoge kosten van opvang, het beroep op sociale zekerheid, en woningnood), maar nog sterker cultureel: het beschermen van Nederlandse tradities, cultuur en identiteit komt bij alle vier partijen ruim aan bod.

 

Islam

PVV poster

Nativistische partijen vinden dat de islam niet in Nederland thuishoort. Dat is zeker de mening van Geert Wilders, die als vanouds zijn pijlen op deze religie richt. De PVV eist – anders dan in voorgaande jaren – geen verbod meer eist op korans en moskeeën. Tegelijkertijd wil de partij wel een verbod op islamitisch onderwijs, de islamitische gebedsoproep, “Arabische teksten […] in onze (winkel)straten” en “het dragen van islamitische hoofddoekjes in alle overheidsgebouwen”. Ook bij JA21 en BVNL zijn anti-islamstandpunten te vinden. Zo steunen zij een verbod op buitenlandse financiering van moskeeën. JA21 wil daarnaast strenger toezicht op informele islamitische onderwijsinstellingen.

Net als in 2023 komt in het FVD-programma de islam niet voor, terwijl de partij in haar verkiezingsprogramma van 2021 nog waarschuwde voor “grote groepen (overwegend islamitische) immigranten” en een “toenemende radicalisering binnen het islamitisch onderwijs”. Aangezien FVD zijn campagne expliciet richt op moslimjongeren, is de afwezigheid van negatieve uitspraken over de islam niet verbazingwekkend.

3.

Autoritarisme

Ook autoritarisme is duidelijk zichtbaar in de programma’s van de vier partijen; law and order krijgt veel nadruk. Zo stellen ze alle vier voor om extra financiële middelen toe te kennen aan politie en defensie. De PVV wil bijvoorbeeld geld vrijmaken voor 10.000 extra politieagenten. Daarnaast bepleit de partij de defensie-uitgaven stapsgewijs te laten groeien, waarbij “het Nederlandse belang voorop” staat. JA21 eist (net als de PVV) dat de politie “weer de baas op straat” wordt en pleit voor “forse investeringen in de gehele veiligheidsketen”. Ook FVD benadrukt het belang van een “sterke nationale defensie” en eist meer steun en waardering voor de politiemensen op straat. BVNL maakt zich hard voor een krijgsmacht die “volledig soeverein” is, met voldoende personeel en materieel. Daarnaast wil de partij “meer politie op straat”, die moet ingrijpen “als mensen de regels overtreden en overlast veroorzaken”.

Alle vier de partijen staan een harde aanpak van de (zware) criminaliteit voor. Alle pleiten ze voor de invoering van minimumstraffen voor met name zedenmisdrijven en geweldsdelicten en voor zwaardere straffen in het algemeen. FVD gaat hierin nog verder met de oproep om rellen ‘keihard’ aan te pakken: “we arresteren alle relschoppers” en “(links)activistische ordeverstoorders”. Opmerkelijk is dat FVD tegelijk volledige legalisering van softdrugs nastreeft en de regels rond “partydrugs” wil versoepelen.

4.

Populisme

FVD poster 2025

De mate waarin de vier partijen als populistisch kunnen worden aangeduid loopt net als in 2023 nogal uiteen. PVV is het meest uitgesproken. De partij wil “...Nederland terugveroveren. Hoe meer de gevestigde orde ons tegenwerkt, hoe sterker we worden.” Niet de “middelmatige politici” in Den Haag en “de ongekozen bureaucraten in Brussel met hun riante salarissen” zijn de baas: “Nee, ú bent de baas en ú hebt het voor het zeggen. Want dit is úw land.” Opvallend is dat in het verkiezingsprogramma van de PVV voor de Tweede Kamerverkiezingen, voor het eerst sinds de oprichting van de partij, het woord ‘elite’ niet expliciet wordt genoemd. 2)

FVD spreekt zoals gebruikelijk van een “gesloten partijenkartel”, waarin een klein groepje mensen uit de gevestigde partijen elkaar de baantjes toeschuift. “Belangrijke besluiten worden vaak achter gesloten deuren genomen door een kleine politieke en bestuurlijke elite, zonder dat gewone mensen daar directe invloed op hebben". Volgens FVD is ook de rechterlijke macht gecorrumpeerd; de partij spreekt in dit verband van een “dikastocratie”. Tegelijkertijd is FVD in sommige opzichten elitair. Zo wil de partij het hoger onderwijs exclusiever maken. Ook vraagt zij meer aandacht voor “Europese cultuur, klassieke muziek, schilderkunst, monumenten en filosofie”’– een standpunt dat toch wel op gespannen voet staat met beleid dat gericht is op “het gewone volk”.

BVNL is al veel minder als populistisch te kwalificeren. Volgens deze partij is er wel “alom sprake van netwerkcorruptie en vriend­jespolitiek”; zij vindt dat “het gepolder in de achterkamertjes moet stoppen” en dat de macht moet worden weggehaald bij de staat om die “weer terug te leggen bij de mensen”. Dat laatste vindt JA21 weliswaar ook, maar zij formuleert dit neutraler. Expliciet geformuleerde populistische kritiek op de elite of het establishment komt in haar programma niet voor. Wel bepleit de partij “herstel van zeggenschap, democratische controle en vrijheid. JA21 wil invloed teruggeven aan de Nederlandse burger.”

JA21 noemt evenmin het afschaffen van de speciale wachtgeldregeling voor politici, zoals PVV en BVNL dat wel bepleiten. FVD was in zijn programma van 2023 eveneens voorstander van afschaffing, maar dat voorstel is in het huidige programma verdwenen. Dat zou te maken kunnen hebben met de relatief vele wisselingen in de Tweede Kamerfractie van FVD in de afgelopen twee jaar, waarbij (tijdelijk) vertrekkende fractieleden hebben kunnen profiteren van deze regeling.

Of het kwartet nu volbloed populistisch is of niet, het is het er wel over eens dat direct-democratische hervormingen noodzakelijk zijn om de invloed van de kiezers op de politieke besluitvorming te vergroten. Deze hervormingen omvatten maatregelen zoals bindende referenda en de directe verkiezing van de burgemeester en de commissaris van de Koning. FVD bepleit zelfs een “recall”, waarmee burgers in een referendum tussentijds falende bestuurders kunnen ‘ontslaan’. BVNL stelt bovendien de directe verkiezing van de Eerste Kamer voor; de PVV gaat een stap verder en bepleit afschaffing van de senaat (JA21 en FVD spreken zich hierover niet uit).

5.

Andere consensuele thema's

BVNL poster

Kritiek tegenover EU

Bij alle vier partijen zijn de kernelementen van nativisme, autoritarisme en populisme aanwezig – zij het in uiteenlopende doseringen. Ook op andere terreinen is er overeenstemming. Zo staan zij alle kritisch tegenover de Europese Unie; Europese integratie staat voor hen gelijk aan het verlies van nationale soevereiniteit. Niettemin verschillen ze inhoudelijk in hun eurosceptische opstelling. FVD wil het Nederlandse lidmaatschap van de Europese Unie opzeggen “middels een intelligente uittreding uit de Unie”. BVNL bepleit een referendum over het EU-lidmaatschap. PVV was daarvan in 2023 ook voorstander, maar heeft dit punt opmerkelijk genoeg in haar huidige programma laten vallen: de partij wil nu “de EU van binnenuit op de schop […] nemen”. JA21 eist dat de EU zich weer richt op “economische samenwerking en respect voor de soevereiniteit van lidstaten” en wil “geen enkele stap richting een federaal Europa”.

 

Klimaatscepsis

Daarnaast is bij alle vier de partijen sprake van klimaatscepsis. De PVV wil volledig stoppen met de energietransitie: “geen CO₂-flauwekul". Ook stelt de partij dat we af moeten “van alle bangmakerij dat onze natuur door stikstof op omvallen zou staan". FVD beweert dat klimaatverandering “van alle tijden is” en pleit daarom voor het beëindigen van “onbetaalbaar en zinloos klimaatbeleid”. Bij BVNL klinkt een vergelijkbaar standpunt: “Stoppen met zinloos klimaatbeleid en waar nodig inzetten op adaptatie”. JA21 zit op dezelfde lijn en bepleit “een nuchtere en realistische koers van klimaatadaptatie”. Opvallend is dat met uitzondering van de PVV de overige partijen de gaswinning in Groningen willen herstarten.

 

Medisch-ethische kwesties

Op het gebied van medisch-ethische kwesties, zoals abortus en euthanasie, benadrukt BVNL de vrijheid van het individu en het recht op persoonlijke keuzes. Daarom staat de partij achter het recht op euthanasie en beschouwt zij abortus als het individuele recht van de vrouw. JA21 erkent eveneens het belang van het recht op abortus en wil dit niet inperken, maar benadrukt wel het belang van een zorgvuldige benadering. Ook steunt de partij de bestaande regelgeving omtrent euthanasie met een medische indicatie, maar streeft niet naar verdere uitbreiding. FVD had in 2023 een vergelijkbaar standpunt ten aanzien van euthanasie, maar dit ontbreekt in 2025. In 2023 had de partij geen uitgesproken opvatting over abortus, maar in 2025 wil zij de mogelijkheid tot abortus beperken tot zestien weken zwangerschap, met vanaf acht weken een verplichte bedenktijd van vijf dagen, “zodat zorgvuldigheid en waardigheid van het leven samengaan met individuele beslissingsvrijheid”. De PVV zwijgt geheel over abortus en euthanasie.

 

Gender- en identiteitspolitiek

JA21 poster

Een laatste thema waarop de vier partijen sterke overeenkomsten vertonen betreft gender- en identiteitspolitiek. De PVV spreekt zich fel uit tegen wat zij noemt ‘links-liberale seksuele indoctrinatie via het onderwijs’. Volgens de partij zorgt een “doorgeslagen woke-ideologie" ervoor dat de samenleving terug in de tijd gaat, met een ideologie “die mensen opdeelt in steeds kleinere hokjes op basis van afkomst, huidskleur, geslacht, seksuele geaardheid en hoe iemand zich “identificeert””. Daarbij, stelt de partij, “wordt zelfs het biologische geslacht – het verschil tussen man en vrouw – geweld aangedaan en vervangen door ontelbare genders”. Daarnaast wil de PVV ingrijpen in de institutionele aanpak van discriminatie en pleit zij voor het ontslag van de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR). JA21 ageert tegen de “doorgeslagen en geldverslindende diversiteits- en inclusietrainingen bij de overheid”. Ook keert de partij zich tegen beleid dat is gericht “op het tegengaan van institutioneel racisme”. BVNL laat zich in vergelijkbare bewoordingen uit: “Er komt een einde aan al het woke- en diversiteitsbeleid.” Daarnaast wil de partij net als de PVV af van de NCDR. FVD gaat op dit vlak het verst. De partij streeft naar een samenleving “zonder woke-gekkigheid, zonder zelfhaat” en wil “paal en perk stellen aan deze ideologische indoctrinatie”. Bovendien wil FVD een verbod op “LGBT+-campagnes” door de overheid en pleit voor een “wettelijk verbod op transgender-propaganda". Ten aanzien van transgenderrechten zijn alle vier partijen restrictief.

 

Homo- en femonationalistische

Met uitzondering van FVD maken alle partijen gebruik van homo- en femonationalistische retoriek: een benadering waarbij de bescherming van vrouwen- en homorechten wordt ingezet om anti-islamitische of anti-immigratieposities te rechtvaardigen. PVV is in haar programma het meest uitgesproken: “Vandaag de dag kunnen homo’s vooral in de grote steden niet meer hand in hand over straat lopen zonder uitgescholden, bespuugd of zelfs in elkaar geslagen te worden, vaak door niet-westerse allochtonen”. Ook JA21 koppelt de bescherming van vrouwen, homoseksuelen en joden aan kritiek op de islam: “De islamitische cultuur kent nu eenmaal schadelijke opvattingen over vrouwen, homoseksuelen en joden”. BVNL stelt “een einde [te willen] aan straatgeweld en intimidatie, waar vooral jongeren, vrouwen, homo’s en joden onder lijden”. FVD daarentegen spreekt zich niet uit over homorechten maar richt zijn pijlen op “LGBT-gedachtegoed.”

6.

Verschillen

Sociaaleconomisch vlak

Naast de grote mate van overeenstemming op gezichtsbepalende programmaonderdelen is er tussen de hier besproken partijen wel degelijk ook sprake van een aantal fundamentele verschillen. Op sociaaleconomisch vlak lijken FVD, BVNL en JA21 door de bank genomen liberaler en nadrukkelijker voor ondernemers op te komen (lagere lasten), terwijl de PVV zich ‘linkser’ profileert. Zo wil die partij onder meer de AOW-leeftijd weer naar 65 jaar terugbrengen, afschaffing van het eigen risico, de btw op boodschappen schrappen en lagere energiekosten.

 

Israël

Israël kan op bijval rekenen van de PVV, BVNL en JA21. De partij van Wilders is het meest uitgesproken: “Israël, omringd door islamitische terreur, voert een existentiële strijd en verdient al onze steun”. De PVV wil net als JA21 de Nederlandse ambassade verplaatsen naar Jeruzalem. FVD daarentegen staat zeer kritisch tegenover Israël: “We veroordelen ten zeerste het optreden van Hamas op 7 oktober 2023 maar beschouwen de respons van de regering-Netanyahu in Gaza eveneens als volstrekt buitenproportioneel en onaanvaardbaar”. Verder bepleit Forum een tweestatenoplossing, wat wederom te maken kan hebben met het feit dat de partij relatief populair is onder jonge moslims.

 

Rusland

Het kwartet is zeker ook niet eenstemmig over Rusland. Oekraïne is “door de Russische agressor onrechtmatig […] binnengevallen”, aldus de PVV. De partij steunt net als JA21 Oekraïne, maar vindt wel dat Nederland financieel genoeg heeft bijgedragen. BVNL spreekt zich niet uit over steun aan Oekraïne. FVD onderscheidt zich ook hier principieel van de andere drie: Amerika voert “een wezenloze proxy-oorlog tegen Rusland”. De partij wil alle militaire en financiële steun voor Oekraïne staken en de relatie met Rusland “normaliseren […] door sancties op te heffen”.

7.

Balans

Afgaande op de verkiezingsprogramma’s kan het uiterst rechtse blok in de Nederlandse politiek (rechts van de VVD) niet homogeen worden genoemd; daarvoor verschillen zij onderling te veel. PVV en FVD kunnen als populistisch worden gekenschetst; BVNL en JA21 veel minder. Wel willen zij alle vier de kiezer meer grip geven op de besluitvorming door de invoering van direct-democratische hervormingen. Nativistisch is het kwartet wel: alle willen ze de ‘massamigratie’ inperken. De PVV is uitgesproken anti-islam, de andere partijen daarentegen wat minder (FVD noemt de islam niet). Wat betreft law and order is het viertal tamelijk eensgezind: de criminaliteit moet worden aangepakt met meer politie en zwaardere straffen. Hun houding ten aanzien van de Europese Unie varieert daarentegen weer, van uitsluitend economische samenwerking (JA21) tot een Nexit (FVD). Op sociaal­economisch vlak is de PVV het ‘linkse’ buitenbeentje (maar dan vooral voor haar achterban: “de gewone Nederlander”); de andere drie zijn liberaler.

Alles overziende zijn op basis van hun programma’s PVV en FVD binnen het uiterst rechtse blok het meest radicaal, al nemen zij lang niet altijd identieke posities in (zoals bijvoorbeeld blijkt bij hun sociaaleconomische opvattingen en hun opstelling ten aanzien van Israël en Rusland). Tegelijkertijd lijken beide in bepaalde opzichten te proberen hun imago te verzachten. De PVV heeft enkele van haar meest radicale standpunten ten aanzien van de islam – zoals het verbod op moskeeën en de Koran – laten vallen; FVD kritiseert net als in 2023 in zijn programma de islam niet meer. Daarnaast heeft de partij een vrouwelijke lijsttrekker naar voren geschoven, in plaats van Thierry Baudet. Op de cover van het partijprogramma prijkt nu de nieuwe nummer één: Lidewij de Vos. FVD volgt daarmee radicaal-rechtse partijen elders in Europa, die hebben geprobeerd hun imago te verzachten via vrouwelijke leiders. Het bekendste voorbeeld is Marine Le Pen, die in 2011 het voorzitterschap van het Front National overnam van haar vader en daarmee een strategie van dédiabolisation in gang zette.

BVNL en JA21 proberen zich juist expliciet als gematigder alternatief te profileren; zij positioneren zich tussen enerzijds de partijen van Wilders en Baudet en anderzijds de VVD. Hun onderlinge verschillen zijn miniem, wat niet zo verrassend is: JA21 presenteert zichzelf als een conservatief-liberale partij, terwijl BVNL zichzelf profileert als klassiek liberaal en cultureel conservatief. De kansen voor BVNL om in de Tweede Kamer terug te keren zijn overigens miniem, helemaal nu JA21 in de peilingen in de lift zit.

8.

Normalisering

Tot slot is het belangrijk te benadrukken dat, mede dankzij de sterke aanwezigheid van radicaal-rechtse partijen, tot op zekere hoogte een normalisering van hun gedachtegoed heeft plaatsgevonden. Normalisering verwijst naar de manier waarop ideeën, uitingen en gedragingen die ooit als onacceptabel golden, geleidelijk maatschappelijk aanvaard worden. Het is een lastig grijpbaar proces, omdat vaak pas achteraf valt vast te stellen hoe ver actoren erin zijn meegegaan.

Een direct gevolg hiervan is dat radicaal-rechtse ideeën en programmapunten niet langer exclusief zijn voorbehouden aan deze partijfamilie. Ook andere partijen, zoals de VVD, hebben zich in het verleden bediend van retoriek die duidelijk inspeelt op kiezers met radicaal-rechtse overtuigingen (denk aan de ‘doe normaal’-uitspraak van Mark Rutte of de ‘nareis op nareis’-opmerking van Dilan Yeşilgöz). De BBB lijkt zich ideologisch eveneens in deze richting te bewegen; het verkiezingsprogramma bevat enkele standpunten die als nativistisch kunnen worden geïnterpreteerd, ook de term ‘remigratie’ duikt hierin op. De SGP wijdt een hele alinea aan ‘de islamisering van Nederland’.

Met een stevig verankerd radicaal-rechts blok, toenemende concurrentie binnen deze partijfamilie én de overname van delen van hun discours en standpunten door andere partijen, lijkt ook deze verkiezingscampagne bij te dragen aan het voortschrijdende proces van normalisering van radicaal-rechtse programmapunten.

9.

Deze bijdrage stond in