De verrassende uitkomst van de Bulgaarse verkiezingen: een uitdaging voor nieuwe politieke krachten

maandag 26 april 2021, column van Prof. dr. Antoaneta Dimitrova

In de aanloop naar de Bulgaarse nationale verkiezingen, die op 4 april jl. plaats vonden, waren de verwachtingen niet hoog. Niet alleen was er nauwelijks een poging van de regering om, midden in de pandemie, de verkiezingen op een veilige manier te organiseren, maar er heerste ook een algemene sfeer van apathie en stagnatie in de Bulgaarse politiek.

Na langdurige en intensieve protesten tegen corruptie in de zomer van 2020, die mede het gevolg waren van verschillende affaires waarbij de zittende partij GERB (de partij van premier Borisov) en de ‘macht achter de schermen’ MRF (de Partij van de Bulgaarse Turkse minderheid) waren betrokken, leek het erop dat het derde kabinet-Borisov zou vallen. Tegen de verwachting in ging Borisov door in de hoop op Europees herstelfondsen en met de idee dat GERB de ‘enige partij’ zou zijn die een economisch herstelplan voor Bulgarije kan leiden.

Verrassende uitslag in drie facetten

In deze omstandigheden waren de resultaten van de verkiezingen nogal verrassend. Om te beginnen was de opkomst bij deze ‘corona’-verkiezingen boven verwachting. Hoewel die opkomst niet vergelijkbaar is met het recente Nederlandse opkomstpercentage van 80%+, was het voor recente Bulgaarse begrippen hoog te noemen: 50,6% van de kiezers ging naar de stembus, tegen 54,7% vijf jaar geleden onder normale omstandigheden.

De tweede verrassing was de actieve opstelling van Bulgaarse stemgerechtigden in het buitenland. Ondanks het gebrek aan enthousiasme bij de zittende regering om dit stemproces te faciliteren, namen veel Bulgaren de moeite om naar de stemlocaties te reizen en soms in lange rijen geduldig op hun beurt te wachten. Er was vooral veel ongenoegen over het geringe aantal stemlocaties buiten de Europese Unie – niet meer dan 35 volgens de laatste aanpassing van de Kieswet. Toch werd massaal gestemd, vooral op protestpartijen, zoals later bleek.

De derde en belangrijkste verassing was de uitslag: 31,9% van de stemmen ging naar drie nieuwe partijen die nog niet in het parlement vertegenwoordigd waren. Dat is een belangrijke proteststem tegen GERB en het model Borisov, gekenmerkt door de dominante rol van de regering ten nadele van het parlement en het gebruik van politieke en bestuurlijke organen om GERB en MRF aan de (economische) macht te houden. Meer dan een derde van de kiezers keerde zich tegen dit model.

Proteststemmen naar nieuwe partijen

Proteststemmen gingen vooral naar een nieuwe beweging, opgericht door de host van een tv-praatprogramma genaamd Slavi Trifonov (‘Er is zo een volk’). Die partij kreeg 17,7%. Daarachter eindigden de coalitie Democratisch Bulgarije (‘Ja, Bulgarije’ en de ‘Groene beweging’) met 9,5% en de nog opmerkelijker genaamde protestbeweging ‘Sta op! Weg met de Maffia’ met 4,7% van de stemmen. Al deze drie bewegingen zijn aan verschillende prodemocratische protesten verbonden. Verder is ook het succes van de ‘Groene beweging’ opmerkelijk die (in het samenwerkingsverband met ‘Ja, Bulgarije’) voor het eerst met vier zetels in het parlement is gekozen.

Tot zover het goede nieuws

Tot zover het goede nieuws. De week na de verkiezingen laat zien dat het te vroeg is om de teloorgang van GERB aan te kondigen. Formeel is Borisov’s partij is nog steeds de winnaar van de verkiezingen met 26,18% van de stemmen. Daarnaast is het nieuwe parlement zo versplinterd dat de formatie een uiterst moeilijke onderneming zal zijn, ook gezien de GERB en de demissionaire premier er alles aan doen om verdeeldheid tussen potentiële coalitiepartners te zaaien.

Buiten de hoofdstad is de situatie nog weinig veranderd: lokaal is GERB zo verweven met het bestuur van dorpen en kleinere steden, dat het nog lang zal duren voordat deze partij van de macht is gescheiden. Ook heeft de demissionaire regering een aantal beleidsmaatregelen genomen die meer lijken op een wraakactie tegen de andere partijen dan op verantwoordelijk nationaal beleid. Een voorbeeld hiervan is de opheffing van de Bulgaarse versie van het COVID-19 Outbreak Management Team, terwijl Bulgarije nog steeds midden in een inmiddels vierde golf van de pandemie zit.

Midden april is President Radev het proces gestart om het mandaat te versterken voor een regeringsformatie. Daarbij wordt de volgorde bepaald door het aantal stemmen. Lukt het de grootste partij (GERB) niet een coalitie te smeden, dan krijgt de volgende partij (Trifonov’s ITN) in die reeks het mandaat. Terwijl alle partijen hebben aangegeven geen coalitie met GERB te willen, lijkt de tweede partij bereid om te proberen een coalitieregering met de andere protestpartijen te vormen. Deze potentiële coalitie zou moeten gedoogd worden door het MRF of de Socialisten om aan de meerderheid te komen.

Erosie van de parlementaire democratie

Tegelijkertijd wordt ook de erosie van de Bulgaarse parlementaire democratie meer en meer duidelijk: Borisov negeert het nieuwe parlement door bij de opening niet persoonlijk het ontslag van zijn regering aan te bieden. Dat is, paradoxaal genoeg, een passend einde van zijn regering gezien hij al een jaar niet beschikbaar was voor vragen vanuit het parlement. Hopelijk zullen de nieuwkomers in de Bulgaarse politiek deze gevaarlijke trend weten te keren en zullen ze streven naar herstel van de parlementaire democratie en rechtsstaat.

 

Prof. dr. Antoaneta Dimitrova is hoogleraar comparative governance aan de Universiteit Leiden.

Deze bijdrage stond in