Het ongelijk van somberaars: de Tweede Kamer kan het wel.

Wytze van der Woude

Deze stelling is uiteraard onjuist. Nog los van het feit dat op basis van anderhalve week formeren ‘nieuwe stijl’ nog niets kan worden gezegd over het succes van de regeling, is het maar zeer de vraag of deze week gebracht heeft wat de initiatiefnemers van de nieuwe procedure ervan hadden gehoopt. Deze initiatiefnemers hadden bij het wijzigen van art. 139a van het Reglement van Orde slechts één doel voor ogen: de Tweede Kamer moest een sturende rol spelen in het proces van kabinetsformatie in plaats van de Koningin. Hierdoor zou het proces van kabinetsformatie democratischer en ook transparanter worden.

Van dat laatste heb ik weinig gemerkt. In plaats van het gebruikelijke rondje langs het Koninklijk paleis, werd in een besloten vergadering op de kamer van de scheidend Tweede Kamervoorzitter Henk Kamp naar voren geschoven als verkenner. Achter de wederom gesloten deuren van de verkenner werden de fractievoorzitters ontvangen, waarna werd besloten de verkenner zelf en voormalig vice-premier Bos naar voren te schuiven als kandidaat-informateurs.

Omdat de aanwijzing van de kandidaat-informateurs al achter gesloten deuren was afgekaart, is datgene wat in het nieuwe stelsel het toonbeeld van democratische vernieuwing anno 2012 had moeten zijn, verworden tot een rituele dans. De fractie voorzitters deden hun obligate (soms wat azijnige) plasje over het voorstel van de verkenner en aan het eind van de rit zaten Kamp en Bos even stevig in het zadel als de dag ervoor.

Voordat u mij verkeerd begrijpt: ik heb gedurende dit proces nog niet in volle hevigheid verlangd naar de terugkeer van de Koningin, maar wie de afgelopen dagen als wezenlijk democratischer wil verkopen, heeft een buitengewoon bescheiden perceptie van wat democratie eigenlijk is.