Parlement en regering ten tijde van crisis

Sinds 2008 verkeert de Nederlandse economie in zwaar weer als gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis. Het Jaarboek Parlementaire Geschiedenis van 2009 stond in het teken van deze crisis: hoe ging de Nederlandse politiek, in het bijzonder het parlement in het verleden om met economische en andersoortige crises?

De huidige demissionair minister van Buitenlandse Zaken Uri Rosenthal schreef destijds een interessante bijdrage voor het jaarboek waarin hij liet zien dat de Tweede Kamer voor haar rol in acute crises als de Watersnoodramp en de Bijlmerramp allesbehalve de schoonheidsprijs verdient: doorgaans oefent het parlement zijn controlefunctie niet of ontoereikend uit. Aan de hand van deze twee crises laat Rosenthal zien dat door een tekort aan relevantie informatie over de toedracht en gang van zaken tijdens en na crises de controlerende taak van het parlement ernstig belemmert en de kwaliteit van het debat niet ten goede komt. “We moeten constateren dat het parlement ook in de jaren negentig en het begin van deze eeuw vaker dan ons lief is eerder lam dan leeuw is geweest”, aldus Rosenthal. Dat een dergelijke houding van het parlement oudere papieren heeft, blijkt uit de bijdrage van Herman Langeveld. Uit zijn onderzoek blijkt dat de regering al in de jaren dertig zonder serieus tegenspel van het parlement haar crisispolitiek ten uitvoer kon brengen.