Vaccinatieplicht met ontheffing voor gewetensbezwaarden?

maandag 13 december 2021, 12:00, column van mr. Huub Linthorst

Als gevolg van de ontwikkelingen in Oostenrijk en Duitsland begint nu onvermijdelijk ook in ons land de discussie over een vaccinatieplicht op te komen. En even onvermijdelijk komt daarbij óók de vraag aan de orde of er dan niet voorzien moet worden in een vrijstelling voor gewetensbezwaarden. Al snel wordt dan verwezen naar de vrijstelling voor militaire dienstplicht. Kijk maar in artikel 99 van de Grondwet. Dat past mooi in het tolerante land dat wij graag willen zijn.

Op het eerste zicht zijn er overeenkomsten. In beide gevallen een plicht, gebaseerd op een zwaarwegend algemeen belang, tegen het nakomen waarvan sommige Nederlanders (gewetens)bezwaren hebben. Maar er zijn ook belangrijke verschillen.

Een wetgever kan gewetensbezwaren erkennen als hij criteria heeft aan de hand waarvan hij rechtvaardige beslissingen kan nemen. Maar die criteria moeten wel zó streng zijn, dat het doel van de verplichting niet wordt ondergraven. Het aantal vrijstellingen moet beperkt blijven. Anders krijg je een leger dat niet groot genoeg is om je land te verdedigen of een vaccinatiegraad die nauwelijks stijgt.

Behalve met strenge criteria kun je de vrijstellingen ook beperkt houden door ze gepaard te laten gaan met een vervangende plicht. In het geval van de militaire dienstplicht was dat een verplichting om vervangende dienst te verrichten in de burgersamenleving. Die duurde lánger dan de militaire dienstplicht. Dat ontmoedigde het indienen van verzoeken om vrijstelling.

Een vaccinatieplicht is anders. Met één, twee of drie keer een prik laten zetten ben je ervan af. Ik vermoed dat het niet gemakkelijk zal zijn om dáárvoor een vervangende verplichting te verzinnen. Dat zou betekenen dat het vooral aankomt op de criteria.

Criteria

Die criteria zullen moeten aansluiten bij de aard van de verplichting én van de bezwaren daartegen.

Bij de militaire dienstplicht moest het gaan om “ernstige gewetensbezwaren”. Die waren vaak terug te voeren op het christelijke gebod “Gij zult niet doden”. Een uitzondering daarop hadden theologen wel gevonden voor de overheid: die draagt het zwaard niet voor niks. Maar sommige burgers bleven er moeite mee houden. De crux was, dat de militaire dienstplicht met zich mee kon brengen dat zij iets moesten dóen dat tegen hun geweten inging: mensen doden. Daarmee zouden zij daders worden.

Dat ligt bij een vaccinatieplicht anders. Sommige burgers zullen dan iets moeten dúlden waar zij bezwaar tegen hebben. Ze worden slachtoffers. Slachtoffers van de daden van de overheid, die prikken zet. In hun ogen zit dat slachtofferschap vaak in de gezondheidsschade die zij vrezen van een vaccinatie. Of ze verwijten de overheid dat die speelt voor God – wat een belediging van God is. Of dat de overheid met vaccinaties probeert de bevolking te decimeren, te onderwerpen aan een pedofiele elite of iets anders. Een burger die dát doorziet, wil er niet aan meewerken.

Maar zijn dat ernstige gewetensbezwaren, of gewoon bezwaren tegen de overheid die in het politieke domein thuis horen?

Als je bij de behandeling van een verzoek om vrijstelling van militaire dienst aannemelijk kon maken dat je van je geweten in geen enkele situatie geweld mocht gebruiken, laat staan iemand mocht doden, had je een goede kans om erkend te worden. Als je zei dat naar jouw mening oorlog niet thuis hoort in de manieren waarop staten met elkaar omgaan, of dat je bang was om slachtoffer te worden van oorlogsgeweld, had je geen schijn van kans.

Als het gaat om vrijstelling van een vaccinatieverplichting, zouden de commissies waarvoor de bezwaarmakers moeten verschijnen – naar analogie van de vragen die de dienstweigeraars destijds kregen – vragen moeten stellen als: “Mag je van je geweten in geen enkele situatie medicijnen slikken, een bloedtransfusie krijgen of een operatie ondergaan?”. Dan blijft er van veel “gewetensbezwaren” niet veel over. We komen dan uit bij vrijstelling van vaccinaties louter op grond van een medische indicatie.

Ik vermoed echter dat toch de neiging groot zal zijn om ook bezwaren te erkennen die gebaseerd zijn op een godsdienstige overtuiging. Dan wordt van belang dat in ons staatsrecht “godsdienst” op één lijn wordt gesteld met “levensovertuiging”. Wat valt daaronder? In ieder geval het humanisme. Maar dat heeft, voor zover mij bekend, geen bezwaar tegen vaccinaties. Relevanter is in dit verband de antroposofie. Die zal waarschijnlijk wel als een levensovertuiging erkend moeten worden. En verder? Onvermijdelijk zal de vraag beantwoord moeten worden of ook het geloof in QAnon en andere complottheorieën gekwalificeerd kan worden als “levensovertuiging”. Er daarbij op wijzen dat deze theorieën feitelijk onjuist zijn gebleken of in ieder geval niet bewezen kunnen worden, zal niet helpen om tot de conclusie te komen dat het hier níet om een levensovertuiging gaat. Dat kan immers óók gezegd worden van vele verhalen uit de Bijbel en van onderdelen van de antroposofische leer. We moeten er dus rekening mee houden dat het moeilijk zal worden om een substantieel deel van de verzoeken om vrijstelling af te wijzen.

Uitvoeringsproblemen

En dat alles in een situatie waarin er weinig tijd is om jurisprudentie te kweken. En er zijn ook nog andere uitvoeringsproblemen. Bij een beroep op vrijstelling van militaire dienst wegens gewetensbezwaren moest je eerst schriftelijk uiteenzetten wat je gewetensbezwaren precies inhielden. Daarna kwam je voor een commissie die je er nader over aan de tand voelde. En vervolgens je beroep erkende óf afwees als de commissie ze niet ernstig genoeg vond.

Dat systeem was uitvoerbaar, omdat er steeds gespreid in de tijd een zeer beperkt aantal nieuwe achttienjarigen een beroep op de vrijstelling deed. Bij het nu invoeren van een vaccinatieverplichting zal dat anders zijn. Dan kunnen zich in één klap 15% van alle Nederlandse ingezetenen melden bij de instantie die de vrijstellingen moet verlenen. En er zal haast geboden zijn bij het afdoen van deze aanvragen. Het dáárvoor opzetten van een goede uitvoeringsorganisatie is wel wat anders dan het huren van een sporthal, het inkopen en aanvoeren van vaccins en het aantrekken van personeel dat geschikt is voor het zetten van injecties.

Ik denk dat we onze energie beter niet kunnen steken in het vormgeven van een vaccinatieplicht, maar in het bedenken van lichtere vormen van drang of “nudging”: duwtjes in de goede richting. Liever met beloningen dan met straffen. Bijvoorbeeld een korting op de zorgpremie, zoals onlangs voorgesteld in het FD.[1] Zoals ook een korting voor niet-rokers op de premie voor een overlijdensrisicoverzekering heel gebruikelijk is. De ziektekostenverzekeraars zullen daar ongetwijfeld bezwaren tegen hebben. Maar die kwalificeren zéker niet als gewetensbezwaren.

 

Mr. Huub Linthorst is voormalig directeur Wetgeving & Juridische Zaken van het Ministerie van Economische Zaken.


[1] Alfred Kleinknecht, Gevaccineerd? Dan verdien je korting op je zorgpremie. Het Financiële Dagblad, 10 december 2021.