Het beeld van Erasmus leert ons lezen

woensdag 20 april 2022, 14:00, column van Prof.Dr. Ronald van Raak

‘Een steen die op je hoofd valt, dat doet echt pijn’, laat Erasmus de Dwaasheid zeggen, de spreker in de Lof der Zotheid (1511), het beroemde boek waarin alle machthebbers van die tijd flink de wind van voren krijgen. Erasmus wist dat veel mensen zich beledigd zouden voelen en daarover schrijft hij: ‘Als iemand zal roepen dat hij gekwetst is, verraadt hij daarmee zijn eigen schuldbewustzijn, of in elk geval zijn vrees.’ Zaterdag 30 april is het 400 jaar gelden dat in 1622 in Rotterdam het standbeeld van Erasmus werd onthuld, het bekende beeld dat nu voor de Laurenskerk staat. Maker Hendrick de Keyser zette Erasmus al lezende neer, waarbij het beeld een pagina probeert om te slaan.

Biografe Sandra Langereis noemt Erasmus een ‘oervader van het Nederlandse cabaret’, in Erasmus. Dwarsdenker (2021). De woorden die hij Dwaasheid laat uitspreken over ‘de bestuurder’ van zijn tijd zijn dan ook niet mals: een man die de wetten niet kent, eigenlijk een vijand is van het algemeen belang, op zijn eigen voordeel gespitst, verslaafd aan seks, die geleerdheid, die vrijheid en waarheid haat, die nooit ook maar een gedachte wijdt aan het publieke welzijn, maar in alles alleen let op het plezier en het nut dat hij er zelf van heeft.’ Het is bijzonder dat deze criticus een openbaar standbeeld kreeg – en eeuwenlang was hij ook de enige wetenschapper die deze eer te beurt viel.

Erasmus maakte gebruik van de nieuwe communicatiemiddelen van zijn tijd: dankzij de boekdrukkunst kon hij zijn gedachten verkopen en probeerde hij van zijn pen te leven. Hij schreef in een stijl die volop navolging kreeg: heel kritisch en eloquent, bijzonder scherp en vol ironie. Zo leerde hij nieuwe generaties schrijven. In drieduizend Adagia, ofwel spreekwoorden en zegswijzen uit de Griekse en Latijnse Oudheid, leerde hij hoe je retorisch sterk en humorvol je tekst kon presenteren. Grappig waren zeker ook de commentaren die Erasmus bij deze zegswijzen schreef. De filosoof werd een voorbeeld hoe je moest schrijven en hoe je mocht denken.

Het standbeeld van Erasmus is echter niet aan het schrijven en ook niet aan het denken; deze Erasmus staat al 400 jaar te lezen – recht voor de plek waar hij ooit als de bastaardzoon van een priester werd geboren. Misschien nog wel het belangrijkste is dat Erasmus zijn tijdgenoten leerde ‘lezen’. Dit betekende voor hem jezelf inleven in de gedachten van anderen en in andere manieren van denken. Generaties voedde hij op met het idee dat lezen niet is bedoeld om je eigen ideeën te bevestigen – of om die van anderen te weerleggen – maar vooral om nieuwe perspectieven te leren kennen. Lezen betekent in gesprek gaan met de schrijver – én daarmee ook met jezelf.

Hoe vreemder die perspectieven zijn hoe beter, zo lijkt het. In Vredes Weeklacht (1517) laat Erasmus de Vrede aan het woord, die zijn tijdgenoten geduldig uitlegt waarom de oorlog nooit een verlengstuk mag zijn van de politiek – een onderwerp dat met de oorlog in Oekraïne helaas weer actueel is geworden. In Lof der Zotheid laat Erasmus ons de samenleving zien vanuit het perspectief van de Dwaasheid. Elk lezen is zo een spiegel, een manier om de wereld vanuit een andere hoek te bekijken en jezelf te ontwikkelen. Gekrenkte gevoelens en gekwetste ego’s zeggen weinig over de schrijver, die slechts perspectief biedt, maar veel over de lezer, die nog niet goed heeft leren lezen.

Een waardevolle gedachte wellicht in deze digitale tijd, waarin de mogelijkheden van communicatie bijna onbeperkt zijn, maar tegelijk de neiging van mensen groeit om zich op te sluiten in het eigen gelijk. Met een roep om ‘safe spaces’, waarin we niet geconfronteerd worden met denkbeelden die voor ons kwetsend kunnen zijn, en een ‘cancel culture’ op het moment dat dit toch gebeurt. Het beeld van Erasmus laat het belang zien van lezen en het onszelf confronteren met gedachten die onconventioneel en ongemakkelijk kunnen zijn. Misschien heeft ook Hendrick de Keyser zoiets gedacht toen hij in 1622 het beeld maakte – en Erasmus de bladzijde van zijn boek nooit liet omslaan.

 

Ronald van Raak is hoogleraar Erasmiaanse waarden bij Erasmus School of Philosophy, aan de Erasmus Universiteit.

Vrijdag 29 april is in Rotterdam een symposium in de Laurenskerk, om te vieren dat het Erasmusbeeld 400 jaar bestaat. Ronald van Raak is een van de sprekers.