Demissionaire begrotingen

maandag 25 september 2023, 13:00, Prof.Dr. Bert van den Braak

Niet voor het eerst werd deze week een ontwerpbegroting ingediend door een demissionair kabinet. Het duurt nog even voor er een nieuw (volwaardig) kabinet is en dus moet de Tweede Kamer 'zaken doen' met een kabinet dat het niet meer kan wegsturen. Wat betekent dat?

Het kabinet blijft verantwoordelijk voor alles wat nodig is om het land te besturen en dus ook voor de financiering daarvan. Bij een volwaardig kabinet liggen er meestal afspraken tussen de coalitiepartijen over beleid. Die partijen moeten zich aan dat akkoord houden. Dat is nu niet meer het geval, al ligt er uiteraard nog wel een regeerakkoord van dit kabinet.

Niettemin lijkt er meer ruimte voor de Tweede Kamer om belangrijke wijzigingen aan te brengen. Er kunnen 'andere' meerderheden ontstaan, namelijk van enkele regeringsfracties en partijen in de oppositie. Die kunnen dan in meerderheid aandringen op ander beleid.

Een volwaardig kabinet kan, als er een onwelgevallig voorstel zit aan te komen, dreigen met aftreden. In die situatie moeten partijen beslissen of zij vasthouden aan hun wens en dan een kabinetscrisis riskeren, of zich toch maar neerleggen bij de tegenstand van het kabinet. Het demissionaire kabinet kan niet meer dreigen met een crisis. Het weet echter ook dat het niet meer kan worden weggestuurd, want het is al aftredend.

Een kabinet (of minister) is niet gehouden alles te doen wat de Tweede Kamer wenst. Als de minister van Financiën het bijvoorbeeld onverantwoord vindt om de accijnzen te verlagen, dan hoeft zij dat niet voor rekening te nemen. Zij zou kunnen besluiten direct op te stappen, maar het is de vraag of een nieuwe minister van Financiën dat besluit dan wel verantwoord vindt.

Dat is ook de reden waarom controversiële onderwerpen blijven rusten. Er is geen normale werking van het parlementaire stelsel.

Het is te verwachten dat minister en Kamer een dergelijk conflict zullen trachten te voorkomen. Dat betekent dat in zo'n situatie beide deels hun zin zullen krijgen, maar dat minister en Kamer zich daar dan ook bij neer moeten leggen.

Probleem bij belastingen is wel dat besluiten daarover uiterlijk december (in beide Kamers) moeten zijn genomen. Voor veel andere beslissingen is het denkbaar dat die pas na het aantreden van een nieuw kabinet worden genomen.

 

Prof.Dr. Bert van den Braak is onderzoeker bij PDC en hoogleraar parlementaire geschiedenis aan de Universiteit van Maastricht.