"Democratie leren in Europa"

dsc_0283.jpg

"Het Model European Parliament is een prachtproject voor jongeren uit alle hoeken en gaten van Europa om te leren wat democratie is."

Liesbeth Weijs, manager van het Montesquieu Instituut in Den Haag, is sinds een paar dagen terug uit Tallinn, de hoofdstad van Estland, waar halverwege april de internationale voorjaarsconferentie van het Model European Parliament - afgekort tot MEP - werd georganiseerd.

"Jongeren leren in het MEP wat democratie is, hoe je met elkaar naar oplossingen zoekt, hoe lastig, maar boeiend het kan zijn om onderliggende verschillen te overbruggen", zegt ze. "Maar ook voor docenten is het verrijkend en inspirerend."

 
De vergaderzaal

Het MEP is een Nederlandse 'uitvinding'; in 1990 is het van de grond getrokken door Annetje van Sminia. Zij organiseerde samen met verschillende nationale scholen een Europees Parlement voor jongeren rond de leeftijd van 16 jaar. Met elkaar gaan zij het debat aan over Europa en Europese kwesties. Hiermee is door de jaren heen concreet bijgedragen aan de 'Europese gedachte'. Als een olievlek heeft dit zich eerst op nationaal en vervolgens op Europees niveau uitgebreid. Met de uitbreiding van de lidstaten komen er steeds nieuwe landen bij. Sinds de jaren negentig wordt er, afwisselend in een van de Europese hoofdsteden, een 'echt' Model European Parliament georganiseerd. Dit jaar was de beurt aan Tallinn.

Weijs: "Het is heel bijzonder te zien hoe jongeren zich, als parlementariër in spé, ontwikkelen en steeds vrijer, steeds vaardiger - in het Engels! - het woord nemen, argumenten zoeken en debatteren met zo'n tweehonderd leeftijdsgenoten uit pakweg 27 lidstaten."

Nieuwe lidstaten zijn extra gemotiveerd, constateert Weijs. "Daar voel je de energie stromen, daar willen ze meedoen, daar willen ze van zich laten horen en daar hebben ze de behoefte om te laten zien dat ze onderdeel van Europa zijn."

 
Twee docenten aan het werk

Dat geldt ook voor docenten. "Er zijn veel enthousiaste docenten die gedreven en vol overtuiging - naast hun gewone werk - veel uren besteden aan alles van samenhangt met de organisatie van zo'n MEP", heeft ze gemerkt.

De organisatie heeft veel voeten in aarde. Ook financiële. Weijs: "Neem de overnachting. Hotelkosten van € 65,- per nacht zijn voor enkele Europese landen te kostbaar. Docenten uit die landen zoeken een alternatief in de vorm van een goedkoop pension of - net als de jongeren - een gastgezin. Soms kunnen de kosten voor landen reden zijn om niet mee te doen. Daar moeten we toch binnen Europa een oplossing voor vinden."

Jongeren worden in principe gehuisvest in een gastgezin, het liefst twee jongeren uit verschillende landen. "Alles is er op gericht zo veel mogelijk zicht te krijgen op elkaars cultuur", aldus Weijs. "Via zo'n gastgezin leren ze iets van de gebruiken en bijzonderheden van het gastland."

Ook in Nederland wordt weer hard getrokken aan het Model European Parliament. Weijs: "Op dit moment vinden in alle provincies MEP-conferenties plaats. Scholen zijn er heel druk mee. Elke provincie stuurt in september delegaties naar het nationale MEP die bijeenkomt in de vergaderzaal van de Tweede Kamer. Wij, vanuit het Montesquieu Instituut, treffen, samen met de familie Van Sminia de voorbereidingen. Waar kunnen we een grote groep jongeren en begeleidende docenten onder brengen? Wat zijn actuele thema's om over te debatteren? Wat leent zich voor resoluties?"