Nederland is niet gebaat bij het voorzitterschap van de eurogroep

Arnold Merkies, SP-lid van de Tweede Kamer*

De benoeming van de Nederlandse minister van Financiën, Jeroen Dijsselbloem, is een feit. Hoewel er geen twijfel bestaat over zijn integriteit en deskundigheid, valt niet te verwachten dat Nederland is gebaat bij het voorzitterschap van de eurogroep.

De huidige voorzitter van de eurogroep, Jean-Claude Juncker, besteedt naar eigen zeggen dagelijks vier uur aan deze baan. Dat is voor een premier uit een klein land dat relatief weinig last heeft van de crisis, wellicht goed te combineren met de nationale politiek. Voor een Nederlandse minister echter, die te maken heeft met een krimpende economie, oplopende werkloosheid en een financiële sector die verre van probleemvrij is, is het aannemelijk dat een bijbaan van vier uur per dag ondoenlijk is. De verwachting dat nationale aangelegenheden in het gedrang komen door de benoeming van Dijsselbloem, is daarom reëel.

De positie van voorzitter van de eurogroep maakt het lastig om erg kritisch te zijn over Europese besluiten. Kan hij in deze positie bijvoorbeeld nog wel tegenwicht bieden aan plannen voor een aparte begroting voor de eurozone? Blijft hij zich verzetten tegen de lidstaatcontracten, die landen in de toekomst kunnen dwingen om vergaande hervormingen door te voeren? Dreigt daarnaast niet het gevaar dat de minister, die wellicht van mening is dat hij als voorzitter een voorbeeldfunctie heeft, zich nog sterker zal committeren aan de opgelegde begrotingsnormen, die leiden tot nog meer bezuinigingen? Al met al is de kans levensgroot aanwezig dat de minister, in plaats van eigen standpunten te verkondigen, zal ‘voorsorteren’ op Europese standpunten en dat daarmee een kritisch geluid uit Nederland in Europa verloren gaat.

*Abusievelijk stond eerst Harry van Bommel hier vermeld als auteur van deze bijdrage.