Oratie Job Cohen: 'De vierde D'

In de oratie voor zijn benoeming als bijzonder hoogleraar gemeenterecht/gemeentekunde pleit prof.mr. Job Cohen voor een directere vorm van democratie, namelijk het instellen van een deliberatieve peiling onder burgers die daarvoor geselecteerd worden op basis van loting. Dit zal de afstand tussen burgers en bestuur verkleinen en op die manier het vertrouwen van de samenleving in de politiek vergroten. En juist dat is één van de grootste uitdagingen waar de democratie voor staat, aldus Cohen. Door de decentralisatie zijn per 1 januari 2015 belangrijke taken op het gebied van jeugdzorg, ouderenzorg en arbeidsparticipatie overgeheveld naar de gemeente. Deze ontwikkeling in combinatie met bredere veranderingen als digitalisering, globalisering en individualisering maken volgens Cohen dat de betrokkenheid van de burger bij de gemeente des te urgenter is.

Democratisch vermoeid

Een belangrijk werk dat Cohen aanhaalt in zijn oratie is het essay Tegen verkiezingen van de Belgische cultuurhistoricus David van Reybrouck, waarin er wordt afgerekend met het idee dat een democratie zonder verkiezingen ondenkbaar zou zijn. Aan het afnemende opkomstpercentage bij verkiezingen zou afgeleid kunnen worden dat ons land leidt aan het ‘democratische vermoeidheidssyndroom’. Hier tegenover staat dat onderzoek uitwijst dat er in Nederland steeds meer burgerinitiatieven ontstaan, waarbij burgers zelf actief meedenken over de inrichting van beleid. Vaak zijn de hoger opgeleiden oververtegenwoordigd in deze burgerparticipatie. Loting zou daarom het middel zijn om ervoor te zorgen dat alle lagen van de bevolking betrokken worden.

Daarnaast stelt Cohen dat deliberatieve democratie een ander perspectief biedt dan democratie die functioneert met verkiezingen. ‘Waar verkiezingen bestaan bij de gratie van het maken en zelfs uitvergroten van verschil, wordt in de deliberatieve democratie de nadruk gelegd op wat de leden van een gemeenschap gemeenschappelijk heben’.

Deliberatieve democratie in praktijk

Er hebben inmiddels meerdere van dit soort ‘burgertops’ plaatsgevonden in Nederland, vaak onder de naam ‘G1000’. Willekeurig geselecteerde burgers van een stad kwamen bij elkaar om samen tot beleidsaanbevelingen voor het bestuur te komen. Cohen benadrukt dat deze vorm van democratie een ‘bijzonder commitment en een heldere positie van het bestuur vereist; de burgers moeten in eerste instantie de ruimte krijgen om hun gang te gaan, maar in tweede instantie ondersteuning om de voorstellen, ideeën en aanbevelingen daadwerkelijk tot resultaat te brengen’.

Dit artikel is verschenen in de Hofvijver van 26 januari 2015.