Alle ogen gericht op Nederland

In aanloop naar de verkiezingen wordt maandelijks een beleidsterrein onder de loep genomen dat een rol zal spelen bij de komende Tweede Kamerverkiezingen. Deze week is het thema Europa aan de beurt. De Hofvijver sprak met hoogleraar en Dean van University College Maastricht, Mathieu Segers. Hij benadrukt dat het tijd wordt dat Nederlande politici de discussie gaan voeren over hoe het Europese project er uit moet zien.

De ogen van de Europese leiders zullen op ons land gericht zijn wanneer Nederland op 15 maart naar de stembus gaat. De Nederlandse verkiezingen zijn de eerste in een reeks Europese verkiezingen volgend jaar. Frankrijk stemt in april en mei voor een nieuwe president en in Duitsland zijn in september Bondsdagverkiezingen. Nu Renzi het referendum verloren heeft, zullen ook in Italië opnieuw verkiezingen plaatsvinden. De Nederlandse verkiezingen dienen daarom in belangrijke mate als graadmeter voor het sentiment van het Europese electoraat.

Italiaanse toestanden

Er zijn twee Europese thema’s die een grote rol kunnen gaan spelen tijdens de verkiezingen. In de eerste plaats de situatie in Italië. Een zelfde soort discussie dreigt over Italië te ontstaan als er destijds werd gevoerd over Griekenland. Het aftreden van Renzi en de instabiliteit die dit teweegbrengt kan leiden tot een nieuwe bankencrisis waarbij de vraag gaat spelen wie de Italiaanse banken overeind moet houden. Gaan de Italianen dat zelf doen via een bail-in? Dat betekent dat de aandeel- en obligatiehouders zelf de bank zouden moeten redden en dat is gezien de klanten van bijvoorbeeld Monte dei Paschi di Siena niet waarschijnlijk. Een nieuwe crisis in de eurozone dreigt dan ook.

Het alternatief is in dat geval dat er weer gesproken gaat worden over Europese, en dus ook Nederlandse steun. Daarmee komen we weer dichtbij het ‘rode knop’-moment dat Mark Rutte in de campagne van 2012 had: wel of geen geld naar de Grieken.

Associatieverdrag met Oekraïne

Het andere thema dat ten aanzien van Europa een rol zal gaan spelen tijdens de verkiezingen is uiteraard het Associatieverdrag met Oekraïne. Op de Eurotop van 15 december moet Rutte terugkoppeling geven en zal er hopelijk ook meer duidelijkheid zijn over of er een speciale regeling komt voor Nederland. Maar het is afwachten. We weten in de eerste plaats niet of het überhaupt ter sprake komt tijdens die Eurotop en het is allerminst zeker dat er een regeling uitkomt voor Nederland.

Het belangrijkste is nog de vraag of de oplossing die al dan niet gevonden wordt, geloofwaardig is binnen Nederland. De kwestie sleept al zo lang voort en er is al zoveel interpretatie geweest van de uitslag dat het moeilijk is om hier een geloofwaardige oplossing voor te vinden. Voor partijen die Europese integratie niet afwijzen en het belang inzien van het overeind houden van het associatieverdrag, bijvoorbeeld in het licht van de stabiliteit van de buitengrenzen, zal het toch steunen van het associatieverdrag geen gemakkelijke kaart zijn om te spelen.

Pro-Europees

Toch is het mogelijk voor partijen om zich nog pro-Europees op te stellen tijdens de verkiezingen. Tot nu toe is het thema Europa aardig op de achtergrond gebleven. Vraagstukken over zorg, identiteit en de multiculturele samenleving lijken nu de belangrijkste onderwerpen van de verkiezingen te worden. Op de achtergrond speelt Europa echter wel. De meeste partijen hebben impliciet (en soms ook expliciet) aangegeven dat Nederland hoe dan ook Europa nodig heeft. Zeker omdat met de verkiezing van Trump Europa wellicht meer op zichzelf aangewezen zal zijn, is het niet langer de vraag óf de Nederlandse toekomst een Europese toekomst is maar meer hóe die toekomst er uit moet zien.

Nu laten partijen het nog te veel lijken alsof er nog een ja-nee keuze bestaat over Europa. Partijen zouden eerlijker en opener moeten zeggen dat linksom of rechtsom een Europese vorm van samenwerking wenselijk lijkt voor Nederland en Europa. Hoe een hervorming van de EU er dan uit zou gaan zien, dát zou een vraag moeten zijn die de inzet vormt van de verkiezingen.

De druk op partijen is echter nog niet groot genoeg om een discussie over Europa te agenderen en in de praktijk lopen partijen daarom liever om de EU-vraagstukken heen. Door hun kruit droog te houden, houden ze de gesimplificeerde ja-nee discussie in stand. Het is daarom van belang dat partijen nu de durf hebben om over de modernisering en aanpassing van de Europese Unie te gaan praten.