Juryrapport Montesquieu Prijzen 2008

Onderstaand juryrapport werd voorgedragen door juryvoorzitter Richard 't Hart.

De prijzen worden vergeven in drie categorieën: 'Bachelor-scriptie', 'Master-scriptie' en 'Europa-prijs voor junior-academici'.

Gezien het beperkte aantal inzendingen in de eerste twee categorieën heeft de jury besloten om slechts één prijs uit te reiken voor de beste Bachelor scriptie en één voor de beste Master scriptie. Echter, de Europa-prijs voor junior-academici kent wel drie winnaars.

De Montesquieu Instituut scriptie prijzen

De prijs voor de beste Bachelor-scriptie gaat naar Johan van Rijn voor zijn goed geordende en helder gedefinieerde betoog over de wederwaardigheden van de EU-Dienstenrichtlijn. De auteur benadrukt de betreurenswaardige gevolgen van het afbrokkelen van de oorspronkelijke richtlijn.

De prijs voor de beste Master-scriptie gaat naar Jieskje Hollander voor haar scherpzinnige analyse over de ontwikkeling van de juridische status van 'hate speech'. Ze brengt een overtuigend betoog dat de juridische evaluatie van alle vormen van 'hate speech' bepleit en waarschuwt voor het verbieden van elke vorm van 'hate speech' (zoals voorgesteld door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens) aangezien dit ernstige gevolgen kan hebben voor de vrijheid van meningsuiting.

De Montesquieu Instituut Europa Prijs voor junior-academici

De derde prijs gaat naar Martijn Groenleer en Louise van Schaïk voor hun kritiek op het geloof dat de EU zich niet als een gecentraliseerde actor kan opstellen bij intergouvernementele dossiers. Het belangrijke onderzoek op het gebied van de implementatie van het Kyoto Protocol en de oprichting van het Internationaal Gerechtshof laat duidelijk het tegenovergestelde zien.

De tweede prijs gaat naar Dimiter Toshkov. Hij verichtte onderzoek naar het gebruik van de 'Three Worlds of Compliance' als middel om de verschillen tussen de 15 EU-lidstaten in het implementeren van EU-wetgeving te verklaren. Via een statistische analyse wordt de relevantie van dit concept geëvalueerd. Het onderzoek maakt duidelijk op welke manieren dit analytische instrument verbeterd kan worden zonder de initiële categorisatie van de EU-lidstaten in drie groepen (Den/Zwe/Fin Oos/Dui/Bel/Ned/GB/Spa Gri/Fra/Lux/Por/Ita/Ier) compleet opzij te schuiven.

De eerste prijs gaat naar Frank Häge die het probleem van het vermeende gebrek aan politieke controle - en daarmee democratische legitimiteit - bij de besluitvorming in de Raad van de Europese Unie aanpakt. Zijn statistische analyse laat zien dat er bij de dossiers met veel politiek gewicht voldoende bewijs is van ministeriële betrokkenheid waardoor enige vorm van democratische legitimiteit verzekerd is. Dit is een belangrijk en origineel onderzoek dat veel ruimte biedt voor vervolgstudies.