Veel onzekerheid over reddingsplan euro

vrijdag 6 juli 2012, 14:32, analyse van Dr. Jan Werts

Een taboe is gebroken nu het noodfonds ESM wankele banken gaat financieren. Kanselier Angela Merkel moest dit wel slikken. Zij verwacht dat de crisis nog jaren zal duren. De uitwerking van het reddingsplan voor de banken houdt Brussel nog wel een jaar bezig. Voorzitter Van Rompuy staat voor een onmogelijke opgave. “De verdeeldheid tussen de regeringsleiders is enorm”, aldus een hooggeplaatste bron in Brussel. 

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Een taboe gebroken

Kanselier Merkel zegt dat de eurocrisis alleen stap voor stap kan worden aangepakt. De kanselier maakte haar prognose bij de Europese Raad en de Euroraad in Brussel op 29 en 30 juni.  De landen met de euro zetten daar een stap naar verregaande financiële integratie met als einddoel een bankenunie. Tegelijk blijft de Europese aanpak van de staatsschuldencrisis een zaak van maand na maand moeizaam doormodderen. Deze benadering heeft overigens als voordeel dat er volop druk blijft tot hervormen op de regeringen met te hoge staatsschulden.

Opmerkelijk was het ontbreken van Duits-Franse leiding. Na jaren “Merkozy” bleek  de Europese Raad voor één keer zonder die aansturing te kunnen functioneren. President Hollande opereerde samen met de Italiaanse premier Mario Monti en diens Spaanse collega Mariano Rajoy Brey. “Europa heeft een nieuwe “balance of power” juichte oud-Commissievoorzitter Romano Prodi vanuit Rome.

Maar analist Wolfgang Münchau beschreef in de Financial Times van 2 juli waarom Merkel volgens hem heeft gewonnen. De zwakke eurolanden propageren de invoering van euro-obligaties. Dat plan is van tafel. “Invoering van euro-obligaties, dat maak ik in mijn leven niet meer mee” zei Merkel. Zij maakte de “eurobonds” aldus tot een onbespreekbaar taboe.

In Duitsland is de kanselier niettemin met kritiek overladen. Op 5 juli zei de President van de Bundesbank Jens Weidmann dat het samen financieren van buitenlandse bankschulden echt niet kan. Op 10 juli doet het Duitse Constitutionele Hof uitspraak over klachten hiertegen. “Europa greift nach unserem Geld”, aldus de kop in dagblad Die Welt.

De nuchtere Frankfurter Allgemeine Zeitung signaleert in Brussel Zentralwahn ofwel algemene gekte. Merkels coalitiepartners CSU en FDP dreigen de regering op te blazen als de kanselier nog eens toegeeft. 

2.

Banken gered

Het was verrassend dat de politieke leiders besloten over te gaan tot het rechtstreeks steunen (herkapitaliseren) van omvallende banken. Dit verloopt vanuit de noodfondsen EFSF (dat binnenkort stopt) en het ESM (dat vervolgens blijvend zal opereren). De herkapitalisatie begint in Spanje waar de nood hoog is. Dergelijke operaties verlopen via de ECB die aldus haar rol in het beheer van de EMU weer versterkt ziet.

Voor Duitsland, Nederland, Finland en Slovenië was rechtstreekse Europese steun aan banken tot voor kort echt onbespreekbaar. Tot nu toe steunt Europa (net als het IMF) alleen landen die anders failliet gaan, maar nooit banken. Dat de tegenstanders overstag gaan komt mede doordat hun bankwezen meer dan 200 miljard in wankele Spaanse banken heeft zitten.

Italië en Spanje betalen momenteel torenhoge rentes op nieuwe staatsleningen. De beleggers vertrouwen die landen niet meer. Om die last te drukken overwegen de noodfondsen om naast banken te herkapitaliseren bovendien extra schuldpapieren (staatsobligaties) van die landen op te kopen.

Verder is besloten dat regeringen voortaan zonder specifiek memorandum (zoals Griekenland, Portugal en Ierland moesten ondertekenen) een beroep kunnen doen op EFSF/ESM-steun. Deze landen moeten wel het Stabiliteitspact, het Europees Semester en de beleidsaanbevelingen van de Commissie strikt naleven.

Tot nu toe financieren de nationale overheden zelf het redden van “hun” banken. Voordeel van directe miljardeninjecties vanuit de noodfondsen is dat de staatsschuld van de betrokken landen dan niet stijgt. Dat laatste zou ze internationaal stigmatiseren. Het trotse Spanje wil bovendien niet onder de curatele komen van EU of IMF. De weinig coulante houding van Spanje en Italië blijkt hieruit dat zij het ESM-verdrag nog niet hebben geratificeerd. De Duitse Bondsdag deed dat wel.

Genoemde tegenstanders met Duitsland voorop kregen (na langdurig nachtelijk touwtrekken) voor elkaar dat er eerst één enkel toezichthoudend orgaan komt op de banken. “Wij bevestigen dat de vicieuze cirkel tussen de banken en de overheden absoluut moet worden doorbroken”, zo motiveren de leiders van de landen met de euro hun besluit in de slotverklaring. Premier Mark Rutte: de overheden worden losgekoppeld van de banken. Zodat je niet meer de situatie hebt dat de Kerk of de burgemeester ergens in Spanje een bank runt die wij vervolgens moeten redden.

3.

Veel haken en ogen

Premier Rutte en zijn Finse collega Jyrki Kaitanen hebben -  ongetwijfeld met de stilzwijgende goedkeuring van Merkel - geprobeerd zo veel mogelijk voorwaarden te stellen. Rutte benadrukte na afloop dat bedreigde banken pas kunnen tappen uit de noodfondsen nadat

  • 1. 
    het bankentoezichtmechanisme overeengekomen is 
  • 2. 
    per aanvragend land een aanvullende overeenkomst met specifieke voorwaarden is overeengekomen 
  • 3. 
    alle zeventien eurolanden unaniem met een aanvraag instemmen 
  • 4. 
    Mogelijk nog een aanvullende wijziging van het ESM-verdrag vereist is.

Ondertussen lijken deze voorwaarden echter onhoudbaar. Een bankentoezichtmechanisme lanceren vraagt maanden overleg. Belangrijke (politiek geladen) vraag is of de beoogde toezichthouder de banken kan verhinderen bepaalde riskante beleggingen te doen.  Wordt de ECB zelf de toezichthouder? Zo ja, wat is dan nog de rol van de nationale autoriteiten? De bedreigde banken kunnen niet maandenlang op steun wachten. Men speculeert daarom inmiddels op een voorlopige tijdelijke regeling.

Volgens voorzitter Herman Van Rompuy kan Nederland noch Finland eisen dat elk voorstel tot steun aan de banken hun instemming vereist. Alleen Duitsland, Frankrijk en Italië hebben vetorecht. Maar die opvatting wordt bestreden door minister van Financiën Jan Kees de Jager. Hij wees er op 4 juli in de Kamer op dat unanimiteit voor iedere steunaanvraag aan het ESM de regel is. Alleen in een noodsituatie hebben de kleinere landen geen vetorecht.

Op 9 juni had Spanje van de Eurogroep voor zijn bankwereld al 100 miljard toegezegd gekregen uit het ESM. Maar de beleggers gaven vervolgens niet thuis. Ze hadden ontdekt dat ingeval een bank op de fles gaat, het ESM de bevoorrechte schuldeiser is. Dat voorrecht hebben Merkel, Rutte c.s. voor Spanje inmiddels moeten inslikken. 

4.

Staatsschuld Europees

De landen met de euro doen een beroep op artikel 127 lid 6 van het verdrag VWEU. Daar staat dat de Raad van Ministers kan besluiten de ECB nieuwe taken op te dragen. De Commissie komt hierover met gedetailleerde voorstellen. Die ECB krijgt de hoofdrol bij de installatie en de uitvoering van “een doelmatig en enkelvoudig toezichtmechanisme”.

Het Europees Parlement dringt in een resolutie van 4 juli aan op tempo. Het Parlement is verheugd dat de vicieuze cirkel tussen banken en staatsschuld wordt doorbroken. Het verwelkomt het streven naar groeivriendelijke begrotingsconsolidatie. De conclusies van de top worden omschreven als "een belangrijke stap op weg naar een volwaardige bankenunie".

Het akkoord betekent een stap op de weg naar uitholling van de befaamde “no bail out clausule” in het verdrag VWEU. Artikel 125 zegt dat landen nooit aansprakelijk zijn voor elkaars staatsschulden  De creatie van de noodfondsen EFSF (in 2010) en ESM (2012) was een belangrijke stap naar gezamenlijke schulden. Dat komt doordat de middelen van die fondsen door de landen met de euro worden opgebracht.

Het massaal inzetten van de ECB voor het opkopen van onverkoopbare obligaties was vorig jaar een tweede stap naar gezamenlijke schulden. Het openstellen van de noodfondsen betekent een derde stap richting gezamenlijke schulden. Ombouw van het ESM naar een EU-bank, zodat de ECB wat meer op afstand komt staan, is wat de zwakkere landen later beogen.

Het Europees schulddelgingsfonds (stroppenpot), waarover Herman Van Rompuy spreekt, volgt daarna. Gezamenlijke financiering van het garantiestelsel voor particuliere banktegoeden waar de Europese Commissie heen wil, zal een verdere stap zijn. Euro-obligaties zoals voorgesteld door de zwakke eurolanden, de Commissie en het Europees Parlement maken tenslotte de staatsschulden gemeenschappelijk. Commissievoorzitter José M. Barroso waarschuwde op 26 juni dat voor dit laatste een verdragswijziging nodig is.

5.

Noodfonds te mager 

Zodra wankele banken zich rechtstreeks goedkoop uit het ESM gaan financieren, zal dat fonds snel uitgeput raken. Het ziet er naar uit dat na Griekenland, Ierland, Portugal, Spanje en Cyprus later het bankwezen in Italië, Slovenië, Oostenrijk en België (Dexia) aan het infuus moeten.

De inhoud van het ESM (500 miljard euro waarvan een kwart al is weggezet) voldoet totaal niet aan deze ambities. Wellicht gaan de financiële markten deze zomer dit manco aan het ESM testen. Moeten Duitsland, Nederland en Finland dan wéér zwichten en het noodfonds bijvoorbeeld verdrievoudigen naar 1500 miljard euro? Oud-Bankpresident Nout Wellink heeft dat eerder al voorspeld.       

6.

Financieel bloedbad vermeden

Verrassenderwijs blokkeerden de eerste dag  - terwijl de Duitse Mannschaft op dat moment door Italië werd gewipt - Monti en Rajoy urenlang het beraad. Dat deden zij niet om stiekem naar het voetballen te gaan kijken (zoals de Britse premier Blair destijds deed). Spanje en Italië wilden pas over het Pact voor Groei en Banen beslissen als eerst hun omvallende banken waren gestut. Zij vreesden anders een bloedbad op de beurzen. Daartoe moest de Euroraad verschoven worden van vrijdagmiddag naar de nacht daarvoor.

Het was Hollande die bij het overbruggen tussen Spanje en Italië en anderzijds Duitsland, Nederland en Finland de bemiddelende rol speelde. “Frankrijk hoort niet bij het zuiden, noch bij het noorden” aldus de president na afloop. Toch rijst de vraag of het onder controle houden van de eurocrisis lukt als Frankrijk en Duitsland verschillend blijven opereren.

7.

Heldenrol voor Monti?

Premier Mario Monti heeft volgens de Italiaanse media de sleutelrol gespeeld. Maar volgens andere analisten heeft “super Mario” daarbij een berg goodwill verspeeld. Feit is dat Italië er in slaagde het schrikbeeld weg te werken waarbij het na Spanje eveneens op de financiële markten aangeschoten wild wordt.

Zodra Spanje aan het infuus moet (althans de banken) vreest Italië de volgende te zijn. Gaat de derde grootste economie van het continent onderuit, dan ondervindt zelfs president Barack Obama in Washington de vervelende gevolgen. Monti wilde al eerder dat de ECB of de noodfondsen zouden bijspringen. Hij dacht het slim te spelen door op 18 juni bij de G20 top in Los Cabos (Mexico) die optie in de slotverklaring te zetten. Obama vond dat prachtig. Maar Merkel verslikte zich volgens een insider toen zij het concept las. Dat ging dus niet door.

Tijdens de voorbereidende top van Duitsland, Frankrijk, Italië en Spanje op 22 juni in Rome speelde Monti nogmaals blufpoker. Op het eerste gezicht stond Merkel alleen in haar verzet. Maar bankpresident Draghi toonde karakter. De Italiaan steunde Merkel en niet landgenoot Monti. Merkel verraste in Rome door uiteindelijk in te stemmen met het aftappen van de noodfondsen voor herkapitalisatie van banken.

Dit echter op uitdrukkelijke voorwaarde van EU-toezicht op die banken. Dat akkoord is in de Euroraad nader uitgewerkt. Monti betaalt met zijn herhaalde solo-optreden volgens insiders wel de prijs van een verlies aan vertrouwen bij kanselier Merkel.

Opmerkelijk is het wel dat Spanje en Italië in de Euroraad soepeler behandeld worden dan “kleintjes” zoals Griekenland, Ierland en Portugal. De kleinere landen moeten hun leningen namelijk altijd wél optellen bij hun staatsschuld. “De kleinere landen worden stelselmatig gediscrimineerd door de vier grote landen”, zo concludeert monetair econoom Edin Mujagic in de Volkskrant van 2 juli. Zijn analyse leert dat dit al tien jaar zo is. Uit Ierland, Hongarije en Tsjechië kwamen vergelijkbare reacties.

8.

Pact voor Groei en Banen 

Teneinde de enorme jeugdwerkloosheid in de zuidelijke landen aan te pakken, sloten de politieke leiders een “Pact voor Groei en Banen”. Daarvoor komt 120 miljard euro beschikbaar. Het gaat voornamelijk om ongebruikte middelen uit de diverse fondsen van de Unie. Het pact kost de EU dus eigenlijk niets extra. Het gaat om een niet-verbindende tekst die aan de conclusies van de Europese Raad is gehecht.

Het enige nieuwe element is het verhogen van het kapitaal van de EIB met tien miljard euro. Statutair kan de bank daarmee als AAA-bank 60 miljard lenen. Dat stelt haar in staat om ruwweg tot 180 miljard nieuwe leningen te verstrekken. Zo doende zal dit zeker banen creëren. Tevergeefs bepleitte Monti dat landen zoals Italië met een megagroot tekort voortaan bij de EIB mogen lenen zonder dat hun staatsschuld statistisch stijgt.

Het is aan Frankrijk te danken dat dit pact van de grond komt. Daarmee is de Duitse nadruk op saneren doorbroken. President François Hollande had tijdens de recente verkiezingsstrijd dit project beloofd. In ruil voor het groeipact ratificeert de Franse Republiek het Begrotingspact (Fiscal Compact) dat alle EU-landen behalve het VK en Zweden dit voorjaar hadden getekend.

Hollande had aanvankelijk heronderhandeling van dit verdrag geëist. De landen verbinden zich hier blijvend tot een staatsbegroting zonder tekort. Met zijn instemming onderwerpt Hollande zich aan de strenge Duitse begrotingsdiscipline, althans op termijn.

Verder heeft de Europese Raad ingestemd met de waslijst van landenspecifieke aanbevelingen van de Commissie voor economische coördinatie. Naar verluidt hebben België, Bulgarije, Cyprus, Frankrijk, Hongarije, Luxemburg en Malta aangegeven niet akkoord te gaan met zo’n ingreep in hun economisch beleid.  Dit is echter niet naar buiten gebracht. 

9.

Rutte maakt bocht

Heeft Rutte met zijn instemming in Brussel een bocht gemaakt?  Daar lijkt het wel op. De premier was altijd tegen het rechtstreeks steunen van banken. Wellicht daarom begon Rutte zijn persconferentie in Brussel na afloop met een ongebruikelijke opsomming van wat hij allemaal had kunnen tegenhouden. “Geen eurobonds, noch een Europees deposito en garantiestelsel. Zodat Nederlanders niet garant moeten staan voor de Franse staatsschuld.

Wij hebben de positie gekozen dat de problemen in Zuid-Europa alleen zijn op te lossen met bezuinigen en met hervormen om daar weer economische groei te krijgen. Dit gaat via een langdurig proces dat jaren zal duren. Zuid-Europa moet zelf door die zure appel heen bijten”, aldus Rutte. 

“Er is niet besloten tot mutualisatie van overheidsschuld op termijn”, zo benadrukt de premier in zijn verslag van 2 juli aan de Tweede Kamer. Hij wijst er verder op dat Nederland al vanaf 2008 pleit voor één Europees bankentoezicht. De premier heeft op 5 juli toegezegd het fiat te vragen van beide Kamers der Staten-Generaal alvorens de werkingsfeer van het ESM te verruimen. 

10.

Europees patent (?)

In de marge van de vergadering werden de leiders het eens over één uniform Europees octrooi. Tot nu toe moet een uitvinding alle afzonderlijke nationale stelsels passeren, wat extreem geldverslindend is. Tegenover één patentaanvraag in de EU staan er daardoor drie in de Verenigde Staten. Sedert de zestiger jaren is touwgetrokken over de ontwikkeling van een uniform Europees octrooisysteem.

De laatste statie was de vestigingsplaats van het Hof dat op de regeling toeziet. De vijf grote landen bleven hierover bekvechten. Drie van hen krijgen nu een onderdeel. Het patentenhof komt in Parijs met bijkantoren in München en Londen. Een Fransman (m/v) wordt president van het Hof. Spanje en Italië doen niet mee aan de octrooiregeling omdat hun taal geen voertaal wordt.       

De vreugde over dit akkoord was echter van korte duur. Op 3 juli verwierp het Europees Parlement in Straatsburg het compromis. Het parlement, dat hierover mede beslist, wil dat het EU-Hof in Luxemburg de hoofdrol krijgt.  

11.

Masterplan euro verschoven

De top was aanvankelijk bedoeld voor overleg over de toekomst op langere termijn van de euro. Door tijdgebrek en onderlinge verdeeldheid kwam het er niet van. Van Rompuy had samen met Barroso, Draghi en Jean-Claude Juncker (Eurogroep) een masterplan van zeven kantjes tekst opgesteld. De media hadden in de loop van juni de verwachtingen hierover nogal opgezweept. Uiteindelijk bleef het weliswaar ambitieuze plan “Naar een echte Economische en Monetaire Unie” vaag. Het is bedoeld voor tien jaar overleg, inclusief mogelijke verdragswijziging, aldus Van Rompuy.

Het plan resulteert in een bankenunie (met Europees toezicht), een begrotingsunie (misschien met euro-obligaties), een economische unie (bijvoorbeeld dwingende pensioenleeftijden) en uiteindelijk in een democratisch gelegitimeerde Europese Politieke Unie. In oktober komt Van Rompuy c.s. met een verdere uitwerking.