Natuurlijk zijn de verkiezingen geen referendum over Europa.

Politieke partijen proberen de verkiezingsstrijd zodanig te ‘framen’ dat zij lijkt te gaan over precies dat onderwerp waarmee zij zelf denken te kunnen scoren. Als één van de weinige echt anti-Europese politieke partijen – andere partijen worden weliswaar Eurosceptischer, maar nog niet echt anti-Europees – gaan de verkiezingen voor de PVV dus logischerwijs over Europa. Daarmee is echter nog niet gezegd dat voor andere partijen de verkiezingen niet over geheel andere zaken kunnen gaan. Zo zullen de verkiezingen voor de VVD en SP vooral gaan over de (on)geschiktheid van hun beide leiders voor het premierschap, voor D66 over allerhande hervormingen in woning-, arbeids- en andere markten en zullen de verkiezingen voor de Partij voor de Dieren in het teken staan van … juist: dieren.

Zo bezien hebben partijen waarbij niet op voorhand duidelijk is waar ‘hun’ verkiezingen over gaan een beeldvormingsprobleem. Waar gaan de verkiezingen voor het CDA en de PvdA eigenlijk over? Plannen genoeg, maar je zou je kunnen afvragen om welke uithoek van het politieke landschap zij hun piketpaaltjes geslagen hebben. En zoals iedere spindoctor kan beamen: zo wordt het wel erg moeilijk je boodschap bondig door de strot van televisiekijkend Nederland te duwen.

Eigenlijk is dat bijzonder treurig. Op het moment is de politiek-ideologische ruilverkaveling zover toegeslagen, dat het lijkt alsof breedgeoriënteerde partijpolitiek een zwaktebod is. Het treurige is bovendien dat alle partijen die electoraal succes willen boeken hierin mee zullen moeten gaan. De enige hoop is dat de verschillende politieke partijen evenzoveel verschillende onderwerpen tot de hunne maken, zodat in ieder geval op die manier enige breedte in politieke oriëntatie blijft bestaan.

Wytze van der Wouwe, docent staatsrecht aan Universtiteit Maastricht