Interne Markt belangrijk voor Duitsland en Zweden, niet voor Spanje

De commissie Interne Markt beslaat een van de fundamentele grondbeginselen van de Europese Unie: het opheffen van handelsbarriès tussen lidstaten, dus een vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal. De interne markt is al in het Verdrag van Rome (1957) als belangrijke doelstelling genoemd en sinds het Verdrag van Maastricht in 1992 vormt de EU één grondgebied.

Maar alhoewel de grenscontroles tussen de lidstaten zijn afgeschaft, is er nog geen volledige vrije interne markt. In sommige sectoren is er (nog) geen volledige concurrentie, denk bijvoorbeeld aan de energiesector of defensie. Voor sommige lidstaten is de voltooiing van de interne markt zeer belangrijk, bijvoorbeeld Duitsland, terwijl andere landen minder belang hechten aan de economische eenwording, denk bijvoorbeeld aan het Verenigd Koninkrijk. Is deze voorkeur ook terug te zien in de afvaardiging in de commissie Interne Markt?

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Zetelverdeling

Namens alle lidstaten nemen een aantal Europarlementariërs zitting in de verschillende commissies van het Europees Parlement, zo ook in de commissie Interne Markt en Consumentenbescherming. Dankzij het instrumentarium van PDC is goed in beeld te brengen uit welke lidstaten de Europarlementariërs afkomstig zijn die zitting nemen in deze commissie en hoeveel zetels zij bekleden.

Per lidstaat is vast te stellen wat het verwachte aantal zetels is. Zo heeft Duitsland bijvoorbeeld meer zetels in deze commissie dan Slowakije. Ervan uitgaande dat een lidstaat een commissie belangrijk acht wanneer er meer Europarlementariërs zitting nemen in de commissie dan verwacht, dan valt op dat in de legislatuurperiode 2004-2009 en 2009-2014 sommige lidstaten oververtegenwoordigd zijn en andere landen minder belang lijken te hechten aan de interne markt.

2.

Lidstaten in de commissie Interne Markt

De interne markt is, afgaande op de zetelverdeling, belangrijk voor Duitsland en ook Nederland hecht belang aan dit grondbeginsel van de Europese Unie. Gemiddeld heeft Nederland één zetel meer dan van Nederland mag worden verwacht. De Nederlandse Europarlementariërs waren in deze periode Bert Doorn, Toine Manders, Laurence Stassen en Dennis de Jong. Duitsland is met maar liefst 7 Europarlementariërs vertegenwoordigd in de Commissie Interne Markt, terwijl volgens de standaardverdeling we er 5 mochten verwachten. (Met uitzondering van de periode 2006-2008, toen kwamen 6 Europarlementariërs uit Duitsland.)

Dit geldt duidelijk niet voor Spanje. Spanjaarden mochten drie parlementariërs afvaardigen naar de commissie Interne Markt, maar in de periode 2004-2014 werden de Spanjaarden vertegenwoordigd door 1 of 2 Europarlementariërs. Opvallend is de positie van Zweden. De Zweedse afvaardiging is sterk oververtegenwoordigd in deze commissie. Ook voor Finland lijkt de interne markt een prioriteit.

Sommige lidstaten hebben ten opzichte van de vorige legislatuur een draai gemaakt, bijvoorbeeld België. De Belgen vonden in de 6e legislatuur de interne markt, afgaande op de zetelverdeling, nog belangrijk met maar liefst 3 Europarlementariërs (terwijl ze volgens de standaardverdeling maar één afgevaardigde mochten sturen), maar in de 7e legislatuur waren de Belgen helemaal niet meer vertegenwoordigd in deze commissie. Deze trend is ook te onderscheiden bij Hongarije. Ook het Verenigd Koninkrijk was in de 7e legislatuur minder aanwezig dan tijdens de vorige zittingsperiode.

3.

Nieuwe/oude lidstaten; noord/zuid

Het is interessant om ook te kijken naar het verschil tussen de lidstaten, bijvoorbeeld naar het verschil tussen noord/zuid of oude/nieuwe lidstaten.

De 'oude' lidstaten lijken meer belang te hechten aan de interne markt dan de lidstaten die sinds 2000 zijn toegetreden, zie ook onderstaande tabel:

 
 

2005

2007

2009

2011

2013

Oud

  • 8,3%
  • 13%
  • 6%
  • 5,3%
  • 11%

Nieuw

  • 0,6%
  • 6,1%
  • 1,1%
  • 1,8%
  • 3,6%

Het verschil tussen noord, zuid en lidstaten uit het oosten van de Europese Unie is ook interessant: voor de lidstaten uit het noorden van de EU lijkt de interne markt veel belangrijker dan de lidstaten uit het zuiden of het oosten. Zie onderstaande tabel:

 
 

2005

2007

2009

2011

2013

Noord

  • 17%
  • 20%
  • 13%
  • 12%
  • 13%

Oost

  • 0,9%
  • 4,7%
  • 2,5%
  • 1,8%
  • 4,5%

Zuid

  • 10,5%
  • 8,2%
  • 8,7%
  • 2,8%
  • 1,2%

Voor deze analyse is gebruik gemaakt van de uitgebreide dataset over de leden van het Europees Parlement van PDC.