Militaire missies en de grondwet

Aalt Willem Heringa, hoogleraar vergelijkend constitutioneel en administratief recht aan Universiteit Maastricht.

Melissa Wevers, student-assistent vergelijkend constitutioneel en administratief recht aan Universiteit Maastricht.

De militaire missie tegen IS in Irak en (nog?) niet in Syrië is begonnen. Nederlandse F16’s, gestationeerd in Jordanië, voeren vluchten uit boven Irak en bombarderen IS-stellingen. De Tweede Kamer is conform artiel 100 van de Grondwet (Gw) geïnformeerd en heeft daar op 2 oktober 2014 met grote meerderheid mee ingestemd. Wat is nu die artikel 100 procedure? Sinds 2000 staat in artikel 100 Gw kort gezegd dat de regering aan de Staten-Generaal vooraf inlichtingen geeft over de inzet of het ter beschikking stellen van de krijgsmacht ter bevordering van de internationale rechtsorde, inclusief humanitaire hulpverlening in geval van gewapend conflict.

Strikt genomen hoeft er dus niet gestemd te worden, is er ook geen voorafgaande toestemming vereist, maar gelet op de grote importantie van buitenlandse inzet van militairen wordt het belang van parlementaire steun, en bij voorkeur van brede parlementaire steun (lees: steun in de Tweede Kamer) als groot goed gezien. Die steun is er nu dus voor de anti-IS operatie met F16’s.

Volgens artikel 97 Gw is er een krijgsmacht en heeft de regering het oppergezag daarover; die krijgsmacht is er voor de verdediging van het Koninkrijk, alsmede voor de internationale rechtsorde. Vergelijking tussen artikel 97 Gw en artikel 100 Gw laat zien dat artikel 100 Gw alleen over de internationale rechtsorde spreekt; in het geval van verdediging van het Koninkrijk (en de bescherming van de belangen daarvan) is de procedure van artikel 100 niet van toepassing. Als er sprake is van beide, dan is de praktijk dat de artikel 100-procedure wordt gevolgd. Dat was bijvoorbeeld het geval in 2012 bij de plaatsing van Patriot luchtafweer systemen in Turkije.

Uitzonderingen 

De artikel 100 procedure is overigens niet van toepassing op de volgende missies (TK 29521, nr 191):

  • een verplichting in het kader van een bondgenootschappelijk verdrag (dat wil zeggen bij voorbeeld toepassing van art. 5 NAVO Verdrag)
  • inzet van militaire eenheden binnen het Koninkrijk;
  • uitzending van militairen op individuele basis naar hoofdkwartieren of individuele deelname aan missies;
  • uitzending van Nederlandse militairen bij internationale staven in vredestijd;
  • uitzending van Nederlandse militairen voor humanitaire hulpverlening of natuurrampen, waarbij geen sprake is van gewapend conflict;
  • uitzending van Nederlandse militairen voor civiele missies;
  • uitzending van burgers naar internationale crisisbeheersingsoperaties;
  • inzet van militairen voor Security Sector Reform of Development, waarbij hun activiteiten niet wezenlijk verschillen van activiteiten van burgers in dezelfde gebieden.

In deze gevallen is -  tenzij de internationale rechtsorde ook in het geding is - artikel 100 strikt genomen niet van toepassing, maar geldt uiteraard voor de regering wel de plicht om het parlement de gevraagde inlichtingen te verstrekken en verantwoording af te leggen. Die laatste twee verplichtingen vloeien voort uit artikel 68 Gw en ons parlementaire stelsel.

Artikel 100 brieven

De laatste paar jaren is de artikel 100 procedure - aan de hand van wat een 'artikel 100 brief' is gaan heten - toch relatief vaak al voorgekomen. Andere toepassingen de laatst vijf jaren waren:

2014

Resolute Support Afghanistan. Deze missie is het vervolg van ISAF. Deze missie zal per 1 januari 2015 van start gaan. De bedoeling is dat de Nederlandse militairen bijdragen aan de training, medische huip en ook zorg dragen voor een transport- en beveiligingseenheid, en een logistieke eenheid. De artikele 100 brief is behandeld in de Tweede Kamer en de missie kreeg begin november de steun van de meerderheid.

2013

Mali (de MINUSMA missie). In deze VN-missie zorgen de Nederlandse militairen voor verkenning en het verzamelen van inlichtingen. Ook zorgen zij voor steun van de experts ter verbeterıng van de Malinese politie en rechtsstaat. De artikel 100 brief was gestuurd en drie moties zijn in stemming gebracht. De stemverhouding in de Tweede Kamer was als volgt in: de SGP, het CDA, de ChristenUnie, de VVD, 50PLUS, D66, GroenLinks, de PvdA, de PvdD en de SP de PVV stemden voor de motie voor de inzet van defensie, diplomatie en ontwikkelingssamenwerking voor MINUSMA; de PVV, Bontes, de PvdD en de SP stemden voor de motie over afwijzen van de voorgestelde deelname van Nederlandse militairen; en de PVV en Bontes stemden voor het niet deelnemen aan de missie. aarmee was steun verzekerd.

2012

Patriotsystemen Turkije. Op verzoek van de NAVO en Turkije verdedigen de Nederlandse troepen de bevolking en het Turkse grondgebied aan de grens tussen Turkije en Syrië tegen mogelijke raketaanvallen vanuit Syrië met 2 Patriot-luchtverdedigingssystemen; strikt genomen was dit niet een artikel 100 kwestie, want een NAVO aangelegenheid.

Verder was er in 2012 Autonomous Vessel Protection Detachment (AVPD) ter bescherming van zeetransporten van het World Food Program naar Somalië. De AVPD is onderdeel van de Atalanta missie van de Europese Unie. De Nederlandse militairen beschermen de voedselschepen tegen piraterij. De artikel 100 brief was gestuurd en over drie moties werd in de Tweede Kamer gestemd. Het CDA, 50PLUS, D66, GroenLinks, de PvdD en de SP stemden voor de motie om te wachten totdat de beleidsdoorlichting is uitgevoerd; CDA, D66, GroenLinks, de PvdD en de SP stemden voor wachten totdat een degelijke juridische verkenning is uitgevoerd en SGP, het CDA, de ChristenUnie, de VVD, 50PLUS, D66, de PvdA en de SP stemden voor de motie over onderzoek naar mogelijkheden voor het stationeren van mariniers in de regio van de Golf van Aden.

2011

Piraterij voor de kust van Somalië. De verlenging van steun door de Nederlands militairen voor de EU missie Atalanta en de NAVO missie Oceanshield met als doel inzet ter bescherming van de Somalische kust tegen piraterij. De artikel 100 brief was verstuurd en de Tweede Kamer heeft zonder motie breed ingestemd;

No fly zone boven Libië. Deze Nederlandse missie is gebaseerd op een NAVO-operatie voor het bescherming van de bevolking, het afdwingen van een no-fly-zone en het bekrachtıgen van het wapenembargo. De artikel 100 brief was verstuurd en de Tweede Kamer heeft zonder motie breed ingestemd;

2010

Ocean Shield (piraterij voor de kust van Somalië). Voor deze NAVO-missie zet de Nederlandse defensie zich in tegen piraterij door middel van verschillende schepen en beveiligingsteams voor de kust van Somalië. Deze missie valt onder de EU-missie Atalanta tegen piraterij aan de kust van Somalië.

Voor de IS missie in het noorden van Irak is ook de procedure van artikel 100 brief uitgevoerd. De verhouding in de Tweede Kamer over deze missie wijst erop dat het niet altijd noodzakelijk is de steun expliciet in een motie vast te leggen. De voorzitter constateerde aan het einde van het debat: 'Ik constateer na afloop van dit debat dat de Kamer, zonder dat dit deze keer in een motie is vastgelegd, breed instemt met het sturen van militairen naar een oorlogsgebied, in dit geval Irak.' Vastgesteld kan dus worden dat in de procedure van artikel 100, het niet altijd noodzakelijk is om steun in een motie vast te leggen. Het kan ook zijn dat zich een meerderheid in de Tweede Kamer bevindt en zo de beslissingen worden genomen zonder moties.