Integriteitscheck voor Europarlementariërs

Aalt Willem Heringa, hoogleraar Vergelijkend Staats- en Bestuursrecht Universiteit Maastricht, directeur Montesquieu Instituut Maastricht

Sinds 2012 is er een gedragscode voor de leden van het Europees Parlement. Voluit: Code of Conduct for Members of the European Parliament with respect to financial interests and conflicts of interests. Het richtinggevende beginsel van deze gedragscode is dat de MEP’s zich laten leiden door de algemene beginselen van afwezigheid van eigen belang, integriteit, openheid, toewijding, eerlijkheid, verantwoordelijkheid en met respect voor de reputatie van het Parlement.  Verder dienen zij louter in het algemeen belang te handelen en mogen zij niet uit zijn op enig financieel gewin of ander voordeel. Deze algemene uitgangspunten zijn uitgewerkt in meer specifieke verplichtingen. Zo zijn er regelingen wat te doen staat als er een conflict van belangen is of ontstaat, en moeten MEP’s verklaringen overleggen over hun financiële belangen. Verder zijn er regels gesteld over het aannemen van giften en is bepaald dat voormalige leden, die als consultants optreden, niet gebruik mogen maken van faciliteiten voor oud-leden. Tenslotte is er een commissie ingesteld: het Advisory Committee on the Conduct of Members. Deze commissie geeft individuele leden advies over de betekenis en inhoud van de Code, én adviseert de president van het EP over eventuele door hem te nemen besluiten ter naleving van de Code. De president van het EP kan aangelegenheden, waarvan hij van oordeel is dat de Code in het geding is, verwijzen naar de Advisory Committee voor nader onderzoek. Ultimo beslist de president over sancties voor een MEP, wanneer hij van oordeel is, na advies van het Advisory Committee en na de MEP te hebben gehoord. Van zo’n sanctie is het nog niet gekomen. In haar rapport over 2012 werd de president daartoe wel een aanbeveling gedaan. Jaarlijks publiceert de Commissie een rapport over haar werkzaamheden.

Rapport Advisory Committee

Het laatste rapport van de Advisory Committee beslaat de tweede helft van 2014; te weten het eerste half jaar dat het EP in nieuwe samenstelling bijeen was. Wat heeft het Comité dat najaar gedaan? Naar eigen zeggen heeft men zich geconcentreerd op het voorlichten van de (nieuwe) leden over de Code of Conduct en de betekenis ervan; en ervoor gezorgd dat de Verklaringen van de leden werden ingediend en werden geactualiseerd. Uit het verslag blijkt dat in 2013 het Bureau van de President de Code nader heeft geïmplementeerd, zoals in art. 9 van de Code is voorzien: Volgens art. 5 van de Code mogen de MEP’s geen giften aannemen met een waarde van 150 euro of meer. Zij dienen verder de president in te lichten over elke gift die zij ontvangen wanneer ze het EP formeel vertegenwoordigen, en zij dienen hun aanwezigheid op evenementen die door derden zijn georganiseerd aan te geven wanneer hun daarvoor een financiële tegemoetkoming in kosten is aangeboden. Verder kan het Bureau een ‘plausibility check’ uitvoeren ten aanzien van verklaringen ven MEP’s over hun financiële belangen. Die check leidde er in najaar 2014 toe dat informeel met 58 leden werd gesproken over hun verklaring. In 53 gevallen werd de kwestie opgelost doordat de MEPs hun verklaringen aanpasten of een goede uitleg verschaften. De resterende vijf leden werden in een formele brief door de president aangesproken en zij pasten vervolgens hun verklaring aan. Volgens het rapport van het Comité heeft een en ander er toe geleid dat aan het einde van 2014 alle MEP’s voldaan hadden aan hun verplichtingen om correcte en verklaringen in te dienen.

Gedragscode Nederlandse leden

Voor de Nederlandse leden van het EP bestaat er eveneens sinds 2005 nog een gedragscode. De PvdA heeft daarnaast nog een eigen code met een commissie die daar toezicht op houdt. Of de fracties in het EP verder eigen specifieke codes hebben blijkt niet uit hun respectievelijke websites. Op zichzelf is de code van het EP, met het toezicht door (het bureau van) de president en met een adviescommissie, alsmede met specifieke regels als open beginselen, én met openbare verklaringen van alle leden (te vinden via de website van het EP op de sites van de individuele leden) over hun belangen, een goed voorbeeld van zelfregulering en transparantie. Misschien geformaliseerd en met nog te weinig oog voor de impact van de open beginselen van art. 1, en nog zonder een sanctie door de president, maar er is een code en er zijn algemene beginselen en specifieke verplichtingen waarop MEPs (publiekelijk) kunnen worden aangesproken.