Geen Europese desintegratie of toch?

maandag 24 april 2017, analyse van Hans Vollaard is universitair docent Nederlandse en Europese politiek aan de Universiteit Leiden

Nadat de Britten in 2016 zich bij referendum hadden uitgesproken voor een Brexit

  • – 
    het uittreden van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie (EU) – zoemden speculaties rond dat de Nederlanders en Fransen snel zouden volgen. De uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen onderstreepte echter andermaal dat een Nexit hoogst onwaarschijnlijk blijft. Ook de kans op een Frexit is marginaal, zelfs als het Front National de presidentsverkiezingen zou winnen. Dat sluit echter Europese desintegratie niet uit – dat kan zich ook in andere vorm voordoen dan het afscheid van een lidstaat.

Nederlandse goedkeuring

Het blijft eigenlijk verwonderlijk dat er speculaties leefden over een Nexit. In 2016 hadden de meeste partijen in de Tweede Kamer immers nog het verzoek van de PVV voor een Nexit-referendum afgewezen. En wat de PVV en andere pro-Nexit-referendum-partijen ook deden in de peilingen, er was geen meerderheid na de Tweede Kamerverkiezingen te voorzien die alsnog een referendum over een Nexit zou wensen. En dat bleek ook op 15 maart 2017. Ook als er wél een Nexit-referendum zou zijn gehouden, dan was de kans op een meerderheid onder de bevolking voor vertrekken klein geweest. De halfjaarlijkse Eurobarometer levert misschien wat al te positieve resultaten op: Nederlanders bleken in voorjaar 2016 het minst van alle EU-burgers ervan overtuigd dat hun land beter af zou zijn buiten de EU. Ook het Continue Onderzoek Burgerperspectieven van het Sociaal en Cultureel Planbureau heeft geen aanleiding gegeven om meerderheidssteun voor een Nexit te verwachten. Hoe chagrijnig, pessimistisch, negatief, sceptisch, of boos mensen ook kunnen zijn over de EU, dat betekent nog niet dat ze allemaal uit de EU willen. Daarbuiten kan het immers nog een stuk beroerder zijn. Dat kan ook verklaren waarom nog steeds Grieken het niet eens zijn met de stelling dat hun land beter af is buiten de EU, ondanks alle problemen op het vlak van de economie, begroting en immigratie.

Frexit?

In Frankrijk zijn er volgens de Eurobarometer twee keer zoveel mensen die het oneens zijn met de stelling dat Frankrijk beter af zou zijn buiten de EU dan het daarmee eens zijn. Ook een IFOP-peiling uit juli 2016 geeft aan dat er meer Fransen binnen de EU willen blijven dan daaruit willen vertrekken. Als het dus tot een Frexit-referendum zou komen, dan is het maar de vraag of een meerderheid het Franse EU-lidmaatschap zou afwijzen. Dat hangt natuurlijk mede af van de opkomst bij zo’n referendum, maar omdat veel Fransen vrij pessimistisch zijn over hun eigen land, is het de vraag of ze denken dat ze het zelf zoveel beter zouden kunnen doen. En dan moet het dus tot een referendum komen. Of zo'n referendum er komt is maar de vraag, ook al pleiten presidentskandidaten zoals de nationalistische Marine le Pen (Front National) en tot op zekere hoogte ook de radicaal-linkse Jean-Luc Mélenchon daarvoor. Een president heeft een prominente rol op het vlak van buitenlands beleid en defensie. Het Franse EU-lidmaatschap is echter in de grondwet vastgelegd en een president kan een referendum over een grondwetswijziging slechts op voorstel van de premier doen. De president mag weliswaar een premier aanwijzen, maar diens regering is wel afhankelijk van een parlementaire meerderheid voor haar overleven. Een voorstel tot grondwetswijziging, of dat nu van regeringszijde of parlementsleden komt, moet ook worden goedgekeurd door de twee kamers van het parlement, de Assemblee en de Senaat. Dat maakt de verkiezingen voor de 577-leden tellende Assemblee in juni 2017 van extra belang. De kans is klein dat links en rechtse anti-EU-krachten gezamenlijk een meerderheid zullen behalen. Als Le Pen of Mélenchon dus al de presidentsverkiezingen zouden winnen, dan hebben ze dus hoogstwaarschijnlijk geen regering of parlement die hun anti-EU-standpunten deelt. Dat maakt de kans op een succesvol initiatief voor een Frexit-referendum marginaal. Weliswaar mag een president een jaar na de verkiezingen het parlement ontbinden om nieuwe verkiezingen te laten uitschrijven, het is niet te voorzien dat er dan wel een pro-Frexit-meerderheid in het parlement zou komen. Dat betekent dat een Frexit-referendum voorlopig niet te verwachten is.

Geen desintegratie of toch?

De conclusie is dus dat Europese desintegratie in de vorm van uittredende lidstaten ook in Frankrijk niet te voorzien is. Dat neemt niet weg dat in Frankrijk – en ook in Nederland trouwens - er nogal reserves bestaan over de politieke en/of economische ontwikkelingen van de EU. Dat laten anti-EU-partijen als Front National en de PVV al zien. En al zouden andere partijen in de EU willen blijven, uit overtuiging of electorale overwegingen zullen die de huidige EU niet zonder meer toejuichen. En die kunnen daarom Europese desintegratie in andere vorm bevorderen door de EU budgettair in te perken, EU-regelgeving niet meer na te leven, interne grenscontroles in het Schengengebied te laten aanscherpen, en ga zo maar door. Daardoor zou de EU uiteindelijk minder van politiek belang worden. Van Europese desintegratie à la Brexit is dus niet voorzien, maar daar kan het dus in andere vorm niettemin van komen. De werkelijke strijd om het lot van de EU is dus nu vooral of dergelijke desintegratiekrachten meer invloed krijgen en houden in de parlementen en regering dan de partijen en politici die de EU willen versterken.

Deze bijdrage stond in