Met Draghi als premier naar een dominant Italië in de EU?

maandag 22 februari 2021, 13:00, analyse van dr. Pepijn Corduwener en Edgar Hoedemaker

De kogel is door de kerk: Mario Draghi, voormalig president van de ECB, is de nieuwe premier van Italië. Op zaterdag 13 februari beëdigde president Sergio Mattarella het eerste kabinet-Draghi, een regering van nationale eenheid, bestaande uit acht technocraten en vijftien ministers met een divers politiek signatuur, van links tot rechts. Met deze regering hoopt Italië een weg uit de crisis te vinden, maar op lange termijn kan er wel eens een andere factor gaan spelen: met Draghi aan het roer krijgt de discussie over de toekomst van Europa een nieuwe wending en wordt Europa zeker een beetje Italiaanser.

De val van Conte

De komst van Draghi volgt op een crisis in het kabinet-Conte. Aanvankelijk boekte de oud-premier nog een Pyrrusoverwinning door alsnog een vertrouwensstemming te winnen. Daarna was het echter snel gedaan met zijn tweede kabinet. Op 25 januari diende Conte zijn ontslag in, omdat een absolute meerderheid ontbrak. Een belangrijke rol was weggelegd voor oud-premier Renzi, degene die de regering in eerste plaats al liet vallen, maar vanaf het begin wellicht al uit was op een definitieve val van Conte. Conte waarschuwde bij zijn afscheid voor een stuurloos Italië, dat in de coronacrisis niet te lang zonder regering zou mogen zitten. President Mattarella gaf daarop al snel een formatieopdracht voor een kabinet van nationale eenheid aan Mario Draghi.

Een regering van nationale eenheid

De regering-Draghi heeft geen uitgesproken politieke kleur, maar probeert de verschillende politieke stromingen te verenigen in één programma. Draghi zelf is te kenmerken als een hervormingsgezinde premier, die door noodzakelijke hervormingen in de economie Italië uit de coronacrisis wil loodsen. Nog belangrijker is dat Draghi een enorme statuur geniet, zowel in Italië als in de EU. Er zijn weinig Italianen die zich met hem kunnen meten. Kenmerkend daarvoor is de manier waarop de formatie verlopen is. Er was geen sprake van een uitgebreide, ellenlange onderhandelingsronde over de inhoud. Draghi zette zijn plannen uiteen en legde die voor aan de partijen, met een boodschap van take it of leave it. Vanwege het leiderschap en de prestige van Draghi, plus zijn vaardigheid om in zo’n programma zowel de linkse als rechtse partijen tegemoet te komen, gingen de partijen hiermee akkoord.

Belangrijk onderdeel van de regering-Draghi wordt de inzet van de Europese gelden om uit de coronacrisis te komen. Daarvoor moet dit voorjaar een plan bij de Europese Commissie liggen. De regering-Draghi zal vooral investeren in de digitalisering van de Italiaanse overheid en economie, onderwijs, infrastructuur, en in het tegengaan van klimaatverandering. Tegelijk zal er ook sprake zijn van belastingverlaging, enerzijds om de zwaar getroffen Italiaanse consumenten en ondernemers te ontzien, anderzijds ook om de steun van rechtse partijen aan het kabinet te verzekeren.

Aan de prioriteiten van de regering is al af te lezen dat de coalitiesamenstelling bijzonder is. Sterker nog, buiten crisistijd of zonder het leiderschap van Draghi zou de samenstelling waarschijnlijk onmogelijk zijn. Enerzijds is er de linkse Vijfsterrenbeweging van Luigi di Maio, die zelf aanblijft als minister van Buitenlandse Zaken. Voor deze partij, van origine eurosceptisch, is het van zichzelf al bijzonder dat er samen wordt gewerkt met de Europese supertechnocraat Draghi. Dat is immers de man die er in de eurocrisis alles aan deed om de euro te behouden en bereid was om nationale soevereiniteit op te geven voor Europese samenwerking. Het is dan ook goed denkbaar dat er enkele dissidente parlementariërs zullen zijn binnen de Vijfsterrenbeweging. Toch kan de Vijfsterrenbeweging akkoord gaan met de regering-Draghi, omdat de partij niet zozeer eurosceptisch is in de nationalistische zin van het woord, maar vooral gekeerd was tegen de Brusselse begrotingsregels. Deze Brusselse drie procentnorm is vanwege de coronacrisis echter losgelaten, dus is er voldoende ruimte om in een coalitie met Draghi te stappen. Bovendien komt er veel geld vanuit het Europees Herstelfonds vanwege de coronacrisis naar Italië toe, waardoor het voor zo’n partij eenvoudiger is om pro-Europees te zijn. Een beetje opportunisme is de partij niet vreemd.

Ter rechterzijde van het politieke spectrum heeft Draghi steun van Lega, de partij van Salvini. Salvini stapt zelf niet in het kabinet, maar levert wel drie andere ministers. Met deze stap maakt Lega een u-bocht. De partij die de afgelopen jaren een nationalistische, anti-Europese koers is gaan varen, stapt nu in een coalitie met oud-EU-topman Draghi. Dit heeft verschillende redenen. Ten eerste wil Salvini laten zien dat zijn partij wel degelijk regeringsverantwoordelijkheid kan dragen. Waar Salvini’s eerdere regeringsdeelname vooral gekenschetst wordt door zijn strandtoer en eindigde met een blamage voorzijn partij, wil hij dat nu goedmaken. In tijden van crisis zie je bij kiezers sneller een Rally ‘round the flag effect, waardoor zijn polariserende stijl aan vernieuwing toe was. Ten tweede speelt hier dat Lega zich, net als de Vijfsterrenbeweging, beter kan vinden in de EU van nu, met soepelere regels voor staatssteun, begrotingsdiscipline en concurrentie.

Naar een Italiaans Europa?

De coalitie van nationale eenheid heeft met de komst van de ervaren Draghi een belangrijk ijzer in het vuur: het versterken van de Italiaanse positie in Europa. De Europese Unie transformeert op dit moment snel en de machtsverhoudingen liggen allerminst vast. Na het vertrek van de Britten is de Atlantische kant van de Unie verzwakt, onder andere gekenmerkt door een nogal zoekend Nederland. Tegelijk versterkte afgelopen jaar de Frans-Duitse as, uitmondend in een akkoord over de Europese Meerjarenbegroting, een Europees Herstelfonds en verschillende initiatieven op het gebied van buitenlands beleid. Komend jaar zal Angela Merkel zich echter terugtrekken uit de politiek, en Emmanuel Macron moet zich klaarmaken voor herverkiezing. Duitsland en Frankrijk zouden zich dus, hetzij tijdelijk, minder dominant kunnen opstellen in de EU.

Dat zorgt ervoor dat Draghi wel eens een vlucht naar voren zou kunnen nemen. Hij is straks één van de meest ervaren staatsmannen van Europa, met een uitstekende staat van dienst bij zijn collega’s als bezweerder van de eurocrisis. Na de coronacrisis zullen belangrijke discussies losbarsten over de euro, de begrotingsregels, migratie, de relatie tussen Noord- en Zuid-Europa en over het Europees buitenlands beleid. Dit zijn stuk voor stuk onderwerpen waar de startpositie van Italië verschilt van die van Nederland. Met een dominant Italië in de Europese Raad, dat een solidair Europa voorstaat, zou dat wel eens voor interessante discussies kunnen gaan zorgen.

Of het zover komt, is koffiedik kijken. Draghi heeft twee jaar tot de verkiezingen om zijn belangrijkste beleidspunten uit te rollen. In Italië is het politiek gezien echter al moeilijk om een half jaar vooruit te kijken, laat staan twee jaar. De problemen in het land zijn groot, de kansen zijn dat tegelijk ook. Twee zaken zijn echter zeker: met Draghi slaat Italië een weg in die uit deze crisis zou moeten leiden en versterkt het land zijn positie in de EU.

 

Pepijn Corduwener is universitair docent politieke geschiedenis aan de Universiteit Utrecht en Italiëkenner. Onlangs schreef hij samen met Arthur Weststeijn het boek 'Het Italiaanse experiment: Een nieuwe geschiedenis van modern Italië'.

De interviewer, Edgar Hoedemaker, is eindredacteur van de Hofvijver.