Voorzitter Frankrijk: vlieger in een tornado of rots in de branding?

woensdag 13 juli 2022, 14:00, analyse van dhr Milan Edzes

Aan het begin van het Franse voorzitterschap vroeg ik mij in een analyse af of de binnenlandse verkiezingen een rol speelden in het programma van het voorzitterschap van Frankrijk. Aanname was toen dat het Franse voorzitterschap in twee periodes onder te verdelen zou zijn, een periode voor en een periode na de presidentsverkiezingen in april, wanneer mogelijk een ander Macron's stokje over zou nemen. Die aanname bleek van korte duur.

Het voorzitterschap van Frankrijk bleek inderdaad op te delen in twee periodes, maar wel een andere dan in eerste instantie gedacht. Namelijk een periode voor 24 februari en een periode daarna. De laatste keer dat Frankrijk voorzitter was in 2008 domineerden oorlog (tussen nota bene Rusland en Georgië) en de uitbraak van de kredietcrisis in de VS de agenda, ondanks dat de ambities van tevoren groot waren. Ook nu domineerde oorlog het voorzitterschap door onderhandelingen over sancties, hoge energieprijzen en de economische problemen die daaruit voortvloeien. Ook wordt de EU geteisterd door grote personeelstekorten. Wat is er door al deze turbulentie dan overgebleven is van het originele programma van het Franse voorzitterschap?

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Een soevereiner Europa?

De belangrijkste prioriteit van Frankrijk aan het begin van het voorzitterschap was het creëren van een autonomer Europa in de wereld. Daarbij focuste het zich vooral op defensiesamenwerking, in de vorm van het Strategisch Kompas. Europese leiders stemden in maart in met het document, waarin onder andere een Europese flitsmacht van 5.000 man wordt opgetuigd die Europa minder afhankelijk zou moeten maken van de Atlantische paraplu van de VS en haar onafhankelijker kan laten optreden.

Waar de autonome Europese defensieambities voor de oorlog in Oekraïne nog vernieuwend en ambitieus waren, lijken ze inmiddels overvleugeld te zijn door de 'wederopstanding' van de NAVO, door Macron in 2019 nog doodverklaard. De voornemens van een eigen flitsmacht van zo'n 5.000 troepen staan in schril contrast met de recente verklaring van NAVO-voorman Jens Stoltenberg om de NAVO-flitsmacht te vergroten van 40.000 naar 300.000.

Hoewel het in de EU aan ambities niet ontbrak, laten de plannen in het Strategisch Kompas vooral zien dat Europa nog lang niet klaar is om gezamenlijk een grote rol als militair blok te spelen. Dat is jammer, want hoewel de Oekraïne-oorlog nu de actualiteit domineert, is niet te voorspellen wie er in 2024 in het Witte Huis zal komen. Daardoor blijft de door de VS gedomineerde NAVO op de middellange termijn een relatief onvoorspelbare alliantie.

Minstens zo ambitieus waren de pogingen van Macron om Poetin vlak voor de inval in Oekraïne tot inkeer te brengen. Door middel van eenmansdiplomatie deed hij een poging om in gesprek te blijven met de Russische potentaat, hetgeen hem uit Polen op een vergelijking met de Britse premier Chamberlain kwam te staan.

Gênant voor Macron is dan ook de uiteindelijke mislukking van de gesprekken, alhoewel de poging an sich niet beoordeeld zou moeten worden op haar resultaat. De Franse president toonde hiermee wel staatsmanschap en Europees leiderschap in een kwetsbare tijd, waarmee hij in zekere zin een deel van de rol van Merkel overnam. Zeker in vergelijking tot zijn Duitse kompaan Scholz, die vaak het verwijt kreeg onzichtbaar te zijn en worstelde met historisch pro-Russische elementen in zijn partij. Men kan Macron hoogstens naïviteit verwijten in de dialoog met Poetin, alhoewel dat altijd makkelijk oordelen is met de kennis van nu.

Op niet-militair gebied boekte het Franse voorzitterschap concretere vooruitgang. Zo organiseerde Frankrijk een top tussen de EU en Afrika waar een investeringspakket van €150 miljard euro werd aangekondigd in het kader van de Global Gateway. Deze EU-tegenhanger van het Chinese ‘Belt and Road initiative’ moet ervoor zorgen dat de invloed van China en Rusland op het continent teruggedrongen wordt. Daarnaast moet het economische groei en kansengelijkheid op het continent bevorderen en daarmee bijdragen aan het controleren van migratiestromen, een van de andere prioriteiten van het voorzitterschap.

2.

Een breder welvaartsbegrip

Op sociaaleconomisch gebied kreeg Frankrijk behoorlijke uitdagingen voor zijn kiezen. Door de gierende inflatie, aangewakkerd door de hoge olie- en gasprijs en nijpende personeelstekorten in de lidstaten. Daar heeft het voorzittersland niet veel aan kunnen verhelpen. Dat wordt hen echter niet aangerekend, aldus Dr. Jan Werts, aangezien de Europese lidstaten daarover onderling teveel verschillen.

Ook het initiatief voor een minimumbelastingtarief werd een teleurstelling door de blokkade van Hongarije op de valreep, formeel vanwege zorgen over het vestigingsklimaat van de EU. Er bestaan echter vermoedens dat Hongarije dwarsligt vanwege het niet goedkeuren van haar herstelplannen, in tegenstelling tot Polen. De blokkade van de minimumbelasting is een teleurstelling voor Frankrijk, dat in zijn programma aangaf dit dossier door de Raad te willen duwen het afgelopen halfjaar. Het is de Fransen echter moeilijk te verwijten, gezien het feit dat de rechtsstaatproblematiek niet van de laatste weken is en de EU door de situatie in Oekraïne in een ingewikkelde spagaat zit met Polen en Hongarije.

Er zijn echter wel degelijk belangrijke dossiers die onder het Franse voorzitterschap zijn aangenomen. Zo kwam er na iets meer dan anderhalf jaar een informeel akkoord over een Europese richtlijn voor een minimumloon, die minimumsalarissen koppelt aan de levensstandaard en richtlijnen stelt voor hoeveel procent van de beroepsbevolking onder collectieve arbeidsovereenkomsten moeten vallen. Daarmee versterkt de Unie, ondanks gemor uit Italië en sommige Scandinavische landen, haar sociale gezicht. Men kan zich echter wel afvragen hoe groot de invloed van het voorzitterschap is geweest. De Raad bepaalde immers al een maand voor het aantreden van de Fransen haar positie over de nieuwe richtlijn.

Ook op klimaatgebied zijn er zwaarwegende dossiers door de wetgevingsmolen gekomen. Voornaamste stokpaardje van Frankrijk was het koolstofcorrectiemechanisme aan de EU-buitengrens, dat ervoor zorgt dat bedrijven uit landen met lagere emissiestandaarden bij moeten betalen als ze willen exporteren naar de EU. Dit zorgt ervoor dat Europese bedrijven in vervuilende sectoren geen oneerlijke concurrentie van de strengere milieuregels ondervinden van landen die lagere standaarden hanteren. Frankrijk is historisch voorstander van beschermende maatregelen voor de interne markt, en in dat licht zal het blij zijn dat het in de Raad een akkoord tussen de ministers heeft weten te bewerkstelligen.

3.

Slotevaluatie

Frankrijk kan terugkijken op een voorzitterschap met wisselend succes. Aan de ene kant heeft het een aantal grote wetsdossiers zoals het koolstofcorrectiemechanisme en de richtlijn voor minimumlonen in de EU een stap vooruit kunnen zetten. Daarnaast heeft het ervoor gezorgd dat het (voor de EU ambitieuze) Strategisch Kompas is aangenomen en wordt er een eerste concrete invulling gegeven aan het Global Gateway-programma. Tegelijkertijd was het Strategisch Kompas minder ambitieus dan aanvankelijk gehoopt en werd het dossier voor een wereldwijde minimumbelasting op de valreep geblokkeerd.

Daarnaast is het voor Macron teleurstellend dat de eenmansdiplomatie waarmee hij Poetin voorafgaand aan de invasie probeerde te sussen jammerlijk mislukt is. Desalniettemin moet hij niet beoordeeld worden op het resultaat, de poging zelf is immers bewonderenswaardig en toonde de wil tot leiderschap in een periode waarin Duitsland weifelde.

Maar wellicht de grootste teleurstelling blijft voor Frankrijk dat het er niet in slaagde alle kikkertjes in het mandje te houden voor wat betreft de situatie in Oekraïne, de daaruit resulterende economische problemen en de grote personeelstekorten in de EU. Waar de EU eensgezind optrad aan het begin van de oorlog neemt ondertussen de verdeeldheid toe nu de sanctiepakketten geëscaleerd zijn tot het niveau dat eigenlijk alleen de gevoelig liggende energiesector nog overblijft. Dat creëert spanning tussen lidstaten die in wisselende mate afhankelijk zijn van met name gas.

Daarmee lijkt de EU meer dan aan het begin van de oorlog te verzanden in belangenafwegingen, hetgeen de Unie richting Rusland voorspelbaarder en minder slagvaardig maakt. Het wordt interessant om te zien of het Tsjechisch voorzitterschap hier een slag in kan maken.

Afsluitend kan Frankrijk terugkijken op een voorzitterschap waarin het noch was overgeleverd aan omstandigheden noch effectief de leiding slaagde te nemen op het internationale toneel. Zoals alle voorzitterschappen gepaard gaan met tegenvallers, kan dat het land ook niet worden aangerekend. Maar gezien de ambities aan het begin van het voorzitterschap zal dat toch zuur zijn voor Frankrijk.

 

Milan Edzes is eindredacteur voor PDC, partner van het Montesquieu Instituut.