Crisis in Bulgarije: politiek, rechtsstaat en EU-beleid

dinsdag 19 juli 2022, 9:30, analyse van dhr Douwe Roest

Dit artikel kwam tot stand met medewerking van Stoycho Velev en Kaloyan Filipov.

Terwijl Viktor Orban en Mateusz Morawiecki al jaren bekende figuren zijn in de Europese hoofdsteden zullen namen als Kiril Petkov of Boyko Borisov de meeste mensen weinig zeggen. Toch zijn dit hoofdrolspelers in een langdurige strijd over rechtstaatschendingen in Bulgarije – waarbij de situatie in Polen in vergelijking klein bier lijkt. Met de val van de regeringscoalitie in juni lijkt het land vast te zitten in de grootste doorlopende politieke crisis in decennia. Hoe kan het dat Bulgarije afstevent op de vierde verkiezing in drie jaar tijd?

De instabiliteit in Bulgarije begon in de zomer van 2020, toen hevige protesten uitbraken tegen de regering van Boyko Borisov (GERB), destijds aan de macht sinds 2009. De protesten begonnen nadat oppositiepoliticus Hristo Ivanov met een rubberbootje een ware strandlanding maakte op een landgoed van Ahmed Dogan, een voormalig Soviet spion en ‘erevoorzitter’ van de Turkse minderheidspartij DPS. Dogan en zijn partijgenoot Delyan Peevski worden gezien als ongekroonde koningen onder de oligarchen. Zo controleert Peevski onofficieel tot 80 procent van de geprinte media in Bulgarije en staat hij op de ‘Magnitsky list’, een Amerikaanse sanctie-lijst voor personen verbonden aan het Kremlin. Voor veel Bulgaren staan Dogan en Peevski symbool voor vergaande ‘state capture’ in Bulgarije: het ondemocratisch overnemen van delen van de staat door politici en oligarchen via invloed in het bedrijfsleven, de media, de politie en de rechtspraak. Beide mannen zijn informele bondgenoten van Borisov, die zelf meermaals beschuldigd is van banden met de onderwereld.

In een livestream van zijn amfibische actie liet Ivanov zien hoe beveiligers hem hardhandig van het strand bij Dogan’s villa weerden, ondanks dat stranden publiek toegankelijk zijn volgens de grondwet. Deze beveiligers bleken daarna ook nog voor de nationale veiligheidsdienst te werken, ondanks dat Dogan geen publieke functie uitoefent. Toen de populaire president Rumen Radev zich tegen de privileges van de oligarch uitliet gaf de Bulgaarse hoofdaanklager Ivan Geshev, technisch onafhankelijk maar veelal gezien als bondgenoot van Borisov, dezelfde dag nog bevel om de kantoren van Radev’s medewerkers te doorzoeken. Geshev’s actie, door de protestanten gezien als vergelding voor Radev’s uitspraken, was voor veel Bulgaren een stap te ver en het startsein voor 282 opeenvolgende protestdagen.

Ondanks dat Borisov weigerde af te treden wegens de protesten eindigde zijn ambtstermijn in april 2021. Bij de verkiezingen die maand, en de daaropvolgende in juli, mislukten alle pogingen om een regering te vormen. Als tussenoplossing stelde president Radev een interim-regering aan waar ministers Kiril Petkov en Asen Vassilev opvielen door hun onthullingen over het wanbeleid onder Borisov. Gebruikmakend van hun populariteit richtten de aan Harvard opgeleide ministers de anti-corruptie partij ‘PP’ op waarmee ze in november onverwacht de grootste werden en de eerste 4-partijenregering (PP, ITN, BPS, DB) in de Bulgaarse geschiedenis wisten te vormen.

Tabel 1: Verkiezingsuitslag Bulgarije, november 2021

Partij

Stemmen (%)

Ideologie

Buitenlandbeleid

PP (We zetten de verandering door)

25,7

Anti-Corruptie

Sociaalliberaal

Pro-EU

GERB (Burgers voor Europese ontwikkeling Bulgarije)

22,7

Conservatief

Centristisch

DPS (Beweging voor rechten en vrijheid

13,0

Turkse minderheidspartij

Centristisch

BPS (Bulgaarse socialistische partij)

10,2

Sociaaldemocratisch

Ex-communistisch

Pro-Rusland

ITN (Er is zo'n volk)

9,4

Anti-Corruptie

Conservatief

Centristisch

DB (Democratisch Bulgarije

6,4

Anti-Corruptie

Sociaalliberaal

Pro-EU

V (Herleving)

4,9

Nationalistisch

Extreemrechts

Pro-Rusland

Hoewel deze regering vanaf het begin als instabiel gezien werd, was de timing onverwacht toen coalitiepartij ITN, geleid door talkshow-host Slavi Trifonov, op 8 juni de stekker uit de regering trok. Trifnov gaf als reden dat premier Petkov het Bulgaarse nationale belang aan het verraden was door toenadering te zoeken tot Noord-Macedonïe. Bulgarije blokkeert al jaren het EU-lidmaatschap van Noord-Macedonïe wegens geschillen over de status van de Bulgaarse minderheid en de geschiedenis van het land.

Maar diezelfde dag nog sloegen de PP ministers in een persconferentie hard terug en beschuldigde Trifonov ervan Noord-Macedonïe als zondebok te gebruiken. Volgens Petkov was de ware reden de opstelling van ITN ten opzichte van een groot corruptieschandaal. Dit schandaal betreft de aanleg van de ‘Hemus’ snelweg, dat onder Borisov via ondoorzichtige procedures werd uitbesteed aan staatsbedrijf ‘Avtomagistrali AD’. In november maakte een PP minister bekend dat tientallen miljoenen vanuit het staatsbedrijf via lege vennootschappen het land uit waren gesmokkeld. Toch vertelde minister van infrastructuur Grozdan Karadzhov (ITN) in de lente van 2022 dat er nog geld naar deze bedrijven vloeide en ze verdere projecten toebedeeld zouden krijgen. Een voorstel van de andere coalitiepartijen om eerst een onderzoek in te stellen voordat meer geld werd uitgekeerd werd weggestemd door ITN. Uiteindelijk haalde minister van financiën Vassilev het geld voor de bedrijven volledig uit het budget. Kort hierna trok Trifonov de stekker uit de regering.

Als reactie op Petkov’s persconferentie beschuldigden Trifonov en Karadzhov de PP politici ervan zelf achter het verzoek voor extra fondsen te zitten. Een overheidsdocument liet echter zien dat dit een leugen was en dat Karadzhov dit verzoek zelf had ingediend. Kort hierna verlieten vijf IT parlementariërs en een minister de partij en verklaarde publiekelijk dat ITN door de maffia was geïnfiltreerd.

Hoewel het moeilijk met zekerheid is vast te stellen wat, en wie, er daadwerkelijk achter de val van de regering zit, geloven veel Bulgaren niet dat Noord-Macedonïe de werkelijke reden is. Er is vooral veel speculatie dat het ‘Hemus’ schandaal hint naar dat achter de actie van Trifonov de invloed van de oligarchen zit, die Petkov’s anti-corruptie agenda proberen te torpederen.

Wel evident is dat het schandaal een toonbeeld is voor de vergaande corruptie en rechtstaatschendingen in Bulgarije. Zo lopen er bij het Europees Openbaar Ministerie (EOM) 120 onderzoeken naar corruptie in Bulgarije, waaronder over misbruik van EU-landbouwsubsidies en coronaherstelfondsen. Tot vervolgingen zal het voorlopig echter niet komen, zo bleek toen de regering in maart Borisov en drie van zijn bondgenoten liet arresteren. Ondanks dat de regering verschillende aantijgingen naar voren bracht, kwam de oud-premier al na 24 uur vrij. Langere detentie vereist namelijk toestemming van hoofdaanklager (en vermeend Borisov bondgenoot) Geshev, die geen onderzoek wil instellen.

Inmiddels zijn alle pogingen om een nieuwe regering te vormen mislukt en lijken verkiezingen begin oktober de meest waarschijnlijke uitkomst. In de peilingen gaan PP en GERB gelijk op maar gezien de onverwachte winst van PP in november laten uitslagen zich moeilijk duiden.

Met nieuwe verkiezingen op komst staat Bulgarije op een tweesplitsing, met mogelijk significant gevolgen voor de EU. Zo was Petkov’s regering nog lichtelijk pro-Oekraïne, maar meerdere Bulgaarse partijen staan welwillend tegenover Rusland. Daarnaast staat de omslag van de regering tegenover de rechtstaat in sterk contrast met de situaties in Hongarije en Polen, en de Bulgaarse machtswisseling kan een inspiratie zijn voor de tegenstanders van Fidesz en PIS. Dus hoewel voor het brede publiek de Bulgaarse verkiezingen waarschijnlijk ongemerkt voorbijgaan, zal men in zowel Sofia als Brussel de uitkomst met spanning afwachten.

 

Douwe Roest is als correspondent Centraal- en Oost-Europa verbonden aan het Montesquieu Instituut

Kaloyan Filipov nam deel aan het Strazha project en is momenteel verbonden aan het Centrum voor de Studie van de Democratie in Sofia op het project ‘Corruption and State Capture’.

Stoycho Velev is advocaat en schrijft voor ‘the Annual Journal of Political Science’ van de universiteit van Sofia, evenals politieke analyses voor de Bulgaarse platforms Enblock en Actualno.