Profileringsdrang brengt natuur in gedrang, ook in België

dinsdag 30 mei 2023, 13:15, column van Fauke Deceuninck

De Europese natuurherstelwet beroert de politieke gemoederen. In het Europees Parlement, maar ook in lidstaten zoals Nederland, groeit de kritiek op en onrust over de plannen van de Europese Commissie om de natuur overal in Europa te herstellen en te beschermen. Zo ook in België, waar de uitspraak van premier Alexander De Croo om "de pauzeknop in te drukken voor zaken die strikt genomen niets met klimaatverandering te maken hebben” vorige week ophef veroorzaakte bij diens coalitiegenoten.

Met zijn uitspraak voegt de Belgische premier zich in het rijtje van landen die de natuurherstelwet willen afzwakken of zelfs verwerpen. Vreest het Belgische kabinet de boer en het bedrijfsleven evenzeer als in het qua bevolkingsdichtheid vergelijkbare Nederland? Of wijst het standpunt van premier De Croo, dat volgens zijn groene coalitiegenoten niet besproken was, op profileringsdrang?

Europees verzet tegen de natuurherstelwet

Het wetsvoorstel, dat onderdeel is van de Europese Green Deal, werd afgelopen zomer gepresenteerd door de vicevoorzitter van de Europese Commissie, Frans Timmermans, en moet voorkomen dat de biodiversiteit in Europa niet nog verder achteruitgaat. Om de toestand van bossen, landbouwgebieden, steden en zeeën tegen 2050 te verbeteren, moeten Europese lidstaten herstelplannen indienen met maatregelen om de natuur te herstellen. Een aantal van de lidstaten vindt de nieuwe regels te verregaand en vreest voor gevolgen op vlak van economie, industrie en landbouw.

Nederlands minister voor Natuur en Stikstof Christianne van der Wal wil de natuurherstelwet afzwakken omwille van het gevreesde verslechteringsverbod, een onderdeel uit de wet dat een stop zou kunnen zetten op woningbouw en nieuwe infrastructuurprojecten. De grootschalige boerenprotesten en de spectaculaire verkiezingswinst van BBB bij de Provinciale Statenverkiezingen van maart liggen het kabinet ook op de maag, waardoor het niet warm loopt voor regels die nog meer inspanningen van boeren vragen. Ook Finland, erg afhankelijk van bosbouw, heeft specifieke bezwaren tegen de natuurherstelwet omdat het vreest dat haar economie niet standhoudt indien de voorstellen het halen. Samen met Denemarken, Ierland, Letland, Litouwen, Griekenland en Malta zocht Finland eind april steun via een informele brief aan andere lidstaten om een alliantie te vormen tegen de natuurherstelwet.

De strijd tussen voor- en tegenstanders van de wet woedt ook in het Europees Parlement. De voltallige EVP-fractie, de grootste politieke familie in het Parlement, wil af van de natuurherstelwet in haar huidige vorm omdat het ‘de doodsteek zou zijn voor de landbouw’. Vorige week verwierpen zowel de landbouw- en visserijcommissies van het Europees Parlement de wet, waarbij ook de volledige liberale fractie (RENEW) tegen stemde. Op 15 juni stemt de milieucommissie nog over het dossier, daarna gaat het Europees halfrond erover in de plenaire vergadering van juli.

Belgisch verzet en verkiezingen

Belgisch premier De Croo riep in het Vlaamse actualiteitenprogramma Terzake op om "de kar niet te overladen" met nieuwe regels. De strijd tegen de uitstoot van broeikasgassen “is de prioriteit en het gevaar bestaat dat de nieuwe natuurregels die strijd bemoeilijken.” Een dag ervoor pleitte De Croo tijdens de Wirtschaftsrat, een bijeenkomst van het Duitse bedrijfsleven in Berlijn, voor een Europese industriewet die naast de Green Deal moet komen te staan. Zijn uitspraken lijken niet in lijn met de belofte dat de regering-De Croo de groenste regering ooit zou worden in België.

Evenmin lijken zijn uitspraken gedragen te zijn door de hele federale coalitie, die behalve de liberale familie waartoe De Croo behoort, gevormd wordt door sociaaldemocraten, groenen en de Vlaamse christendemocraten. De groenen noemden de uitspraak “schandalig” en vinden dat de premier de strijd voor meer biodiversiteit en de strijd tegen klimaatopwarming voorstelt als een "schijntegenstelling". De liberale premier zoekt met dit standpunt de rechterkant van zijn kabinet op, waarbinnen de christendemocraten en de Franstalige liberale partij ook al verzet toonden tegen de natuurherstelwet, in tegenstelling tot de groenen en de socialisten. Wijst de onenigheid op barsten in de zogenaamde ‘Vivaldicoalitie', die ook wel eens als ‘kibbelkabinet’ aangeduid wordt?

De coalitie kwam inmiddels al meerdere moeilijke discussies, zoals de begrotingskwestie en de besparingsmaatregelen op energie, te boven. Het is moeilijk te geloven dat de 'soloslim’ van de premier tegen de natuurherstelwet de ultieme splijtzwam van het kabinet zou worden. Het optreden van De Croo lijkt los te staan van zijn rol als regeringsleider, terwijl hij zich hiermee wel profileert als campagneleider van de Vlaamse liberalen.

In 2024 vindt in België immers ‘de moeder van alle verkiezingen’ plaats, waarbij de Belgen op 9 juni stemmen voor het Europees Parlement, het federaal parlement en de regionale parlementen. In oktober van datzelfde jaar vinden ook nog eens gemeente- en provincieraadsverkiezingen plaats. De Vlaamse liberalen, waartoe premier De Croo behoort, doen het met minder dan 10% niet goed in de peilingen. Met zijn uitspraken dekt De Croo in eigen land de centrum-rechtse kant van het politieke spectrum af. De druk op rechts van de Vlaams-nationalistische N-VA en het radicaal-rechtse Vlaams Belang, die volgens de peilingen samen een meerderheid kunnen behalen in Vlaanderen, is groot. N-VA kantte zich al eerder tegen de Europese Green Deal-plannen terwijl Vlaams Belang zich opwerpt als de hoeder van de boeren. Met zijn kritiek op de natuurherstelwet plaatst De Croo zich op Europees niveau naast zijn Europese vrienden premier Mark Rutte en Frans president Emanuel Macron, die eerder al opriep om de Europese milieu- en klimaatwetgeving te pauzeren.

De Belgische staatsstructuur en het Vlaamse stikstoftrauma

Premier De Croo lijkt met zijn verzet tegen de natuurherstelwet al in campagnemodus. Zijn standpunt hierover heeft immers geen politieke gevolgen, en dat weet hij. Tijdens de Raad milieu van de EU moeten de bevoegde ministers van elke lidstaat nog stemmen over de verordening. Om een Belgisch standpunt in te nemen op die Raad moeten vier ministers van Leefmilieu tot een consensus komen. Vervolgens vertolkt één minister dat standpunt op de Raad volgens een roulerend systeem. Wat de premier, en bij uitbreiding de federale regering, vindt van Europese milieu- en klimaatwetgeving staat dus naast het standpunt van de deelstaten. De gesprekken tussen de verschillende kabinetten verlopen moeizaam: aan Vlaamse zijde is er tegenkanting, aan Franstalige kant wil men het voortouw nemen op vlak van natuurherstel en klimaat. België zal zich dus naar alle verwachting onthouden tijdens de stemming van de Raad op 20 juni. De uitspraak van de premier heeft daar geen invloed op.

Overeenstemming over het dossier botst op de politieke realiteit aan beide kanten van de taalgrens. De Vlaamse regering verzeilde afgelopen jaar in de grootste Vlaamse regeringscrisis ooit door het maar niet eens te worden over stikstofeisen. Daardoor daalde het vertrouwen in de Vlaamse regeringspartijen en de stikstofdiscussie gaf vooral munitie aan het Vlaams Belang, die opkomt voor de boeren. Naast de Vlaamse stikstofnachtmerrie hield Wallonië een trauma over aan de overstromingen van twee jaar geleden en de grote kosten die daarmee gepaard gingen. Daar wil men nu vooral inzetten op het voorkomen van de gevolgen van klimaatopwarming.

Een onthouding van België bij stemmingen op Europees niveau over milieudossiers is niet nieuw. Omdat de federale regering en de deelstaten het onderling niet eens konden worden, onthield het land zich al bij verschillende stemmingen over het Fit for 55-pakket, zoals over de klimaatdoelstellingen voor 2030 en de CO2-grensheffing. De kans dat er over een gevoelig dossier als de natuurherstelwet in België nog beslist wordt, op een jaar voor de verkiezingen, is gering. België dreigt een irrelevante factor te worden in de EU indien de stem van het land blijft ontbreken in belangrijke debatten en stemmingen over de toekomst van de EU en de planeet.

 

Fauke Deceuninck is als eindredacteur bij PDC verbonden aan het Montesquieu Instituut.

Deze bijdrage stond in