Waterige compromissen

vrijdag 27 oktober 2023, 9:00, column van Prof.Dr. Bert van den Braak

VVD-lijsttrekker Dilan Yesilgöz wil dat haar partij voortaan geen waterige compromissen meer sluit. Dat lijkt een mooi streven, maar vraag is wat zij precies bedoelt. Het ziet ernaar uit dat de VVD bij de Tweede Kamerverkiezingen rond de dertig zetels zal halen. Om te kunnen regeren, zal samenwerking moeten worden gezocht met twee, mogelijk drie andere partijen. Aangezien partijen op veel punten andere opvattingen hebben, zijn compromissen onvermijdelijk. En dat nog afgezien van de verhoudingen in de Eerste Kamer, die het vinden van een parlementaire meerderheid nog complexer maken.

Het begrip 'waterige compromissen' roept daarom vragen op. Een compromis betekent dat een partij niet geheel haar zin krijgt, maar 'water bij de wijn' moet doen. De uitkomst is dan niet geheel bevredigend, maar wel verdedigbaar. Je zou kunnen zeggen: het glas is half leeg en half vol (misschien wel met water). In feite is ieder compromis 'waterig' (het is bijna een pleonasme). Er is wel een alternatief: geen compromis sluiten. Dan bestaat echter de kans dat in nog mindere mate gebeurt dan dat je nastreeft. Je hebt dan wel de rug recht gehouden, maar staat met lege handen. Als alle partijen steeds die houding zouden innemen (de Partij voor de Dieren doet dat) zou het vormen van een kabinet of het vinden van een meerderheid erg lastig worden.

Het moeten sluiten van compromissen is een gegeven, maar niet 'slecht'. Jarenlang beheerste bijvoorbeeld de abortuskwestie de Nederlandse politiek. Uiteindelijk kwam er een aanvaardbaar compromis: abortus provocatus bleef in het Wetboek van Strafrecht, maar de strafbaarheid verviel als zorgvuldigheid werd betracht. De vrouw besliste, maar diende wel een wachttijd van vijf dagen in acht te nemen1). CDA en VVD konden zich in dat 'waterige' compromis vinden. Enkele partijen (SGP, GPV) vonden de wet te ver gaan; andere (PvdA, D66, PPR) juist te betuttelend. Het compromis bleek werkbaar, ook in politieke zin: de kwestie was opgelost.

De VVD zette tijdens de kabinetten-Kok in op een streng asielbeleid. Na moeizame en harde onderhandelingen tussen de woordvoerders Henk Kamp (VVD) en Bert Middel (PvdA) werden compromissen gesloten over de tekst van de nieuwe Vreemdelingenwet. Dat die 'onbevredigend' was, is niet gebleken. De Vreemdelingenwet werd algemeen als streng gezien en in latere jaren waren er geen fundamentele wijzigingen (en die werden evenmin - ook niet door de VVD - voorgesteld). Tijdens het tweede kabinet-Rutte kon de VVD samen met 'tegenstander' PvdA diverse vergaande hervormingen doorvoeren (Participatiewet, Wet langdurige zorg, nieuwe Jeugdwet). De toen gesloten compromissen waren allesbehalve 'waterig', al deden ze vooral de PvdA pijn. Compromissen horen bij de Nederlandse politiek.

Het is niet zo dat ze per definitie tot stilstand of 'halfbakken' oplossingen leiden. Het enige dossier waarvan ik mij wel steeds meer ben gaan afvragen of compromissen niet (tot nu toe) tot een onbevredigend resultaat hebben geleid, is het stikstofdossier. In de afgelopen vijfentwintig jaar werden diverse voorstellen om kwetsbare natuur beter te beschermen tegen nadelige gevolgen van met name de intensieve veehouderij, afgezwakt ('verwaterd'). De VVD nam geregeld het voortouw tot of gaf steun aan versoepelingen2).

Het zou natuurlijk kunnen dat met het afwijzen van 'waterige' compromissen wordt bedoeld dat er op het gebied van natuurherstel - in overeenstemming met Europese regels - nu wel krachtig zal worden 'doorgepakt'. Aanzienlijke reductie van de veestapel en zwaardere belasting van vervuilende industrie en luchtvaart bijvoorbeeld. Als dat zo is, is het afwijzen van een compromis (al dan niet 'waterig') misschien toch niet zo gek. Ik vrees echter dat de uitspraak alleen betrekking had op het asielbeleid.

 

Prof.Dr. Bert van den Braak is onderzoeker bij PDC en hoogleraar parlementaire geschiedenis aan de Universiteit van Maastricht.

Deze column verscheen oorspronkelijk op Parlement.com.

 

  • 1) 
    Dit jaar zorgde de VVD, met D66, PvdA en GroenLinks voor het laten vervallen van de bedenktijd.
  • 2) 
    Bijvoorbeeld door steun aan diverse amendementen (wetsvoorstel 30654, 8 en 25 en wetsvoorstel 29920, 12).