Van “tegen elkaar” naar “samen tegen het probleem”

dinsdag 20 februari 2024, 8:36, column van Dick Allewijn

Een dialoog tussen (in-)formateur en mediator.

Een mediator is een neutrale bemiddelingsdeskundige die, met het oog op de beëindiging van een conflict of geschil, de communicatie en onderhandelingen tussen partijen begeleidt om op basis van hun werkelijke belangen tot een gezamenlijk gedragen en voor ieder van hen optimale besluitvorming te komen. Mediators kijken vaak met bijzondere belangstelling naar kabinetsformaties, omdat (in-)formateurs een zelfde soort rol vervullen als zij beroepshalve plegen te doen.

Vooral als super-bemiddelaar Johan Remkes zich uitlaat over een (in-)formatieproces spitsen mediators de oren. Van deze oude rot kunnen zij vast nog wel wat leren. Maar het mediationvak heeft misschien ook wel wat aan (in-)formateurs te leren.

In deze denkbeeldige dialoog laat ik het strijklicht van mediation schijnen over de (in-)formatielessen die Remkes in het TV-programma Buitenhof van 11 februari 2024 gaf naar aanleiding van de informatiepoging van Ronald Plasterk. De meeste Nederlandse mediators zijn aangesloten bij de Mediatorsfederatie Nederland (MfN). In voorkomend geval verwijs ik naar de standaards van die organisatie.

Remkes: Kan dat wel, je uit een informatie terugtrekken met een appje? Nee, natuurlijk niet. Daar is iets totaal fout gegaan. Dat doe je procesmatig niet op deze manier.

Mediator: Eens. Zo’n eenzijdige terugtrekking heeft een escalerend effect, terwijl bemiddeling juist gericht is op de-escalatie. Daarom bevat de MfN-standaardovereenkomst de volgende clausule: “Het staat elk der partijen en de mediator vrij om de mediation op elk gewenst moment te beëindigen.

Beëindiging geschiedt bij voorkeur tijdens een gezamenlijke slotbijeenkomst, maar kan ook geschieden door een brief aan de mediator en de andere partijen”. Zoveel mogelijk “samen uit samen thuis” dus.

Remkes: Een tweede punt dat niet bevorderlijk heeft gewerkt is dat iedereen zat te twitteren en te appen en dat werkt sfeerbedervend. Dat is niet goed.

Mediator: “Nee, natuurlijk is dat niet goed. In onze MfN-standaardovereenkomst nemen wij de volgende passage op: “De partijen verbinden zich jegens de mediator en jegens elkaar zich te onthouden van acties of gedragingen die de mediation in ernstige mate bemoeilijken of belemmeren.

Remkes: Belangrijke voorwaarde is dat je de sfeer een beetje goed houdt. Kleppen dicht! Het gedrag was af en toe respectloos, over en weer.

Mediator: “Kleppen dicht”, dat klinkt uit de mond van Remkes authentiek, maar wij zullen het niet snel zo zeggen, omdat je je daarmee als een strenge schoolmeester positioneert. Wij formuleren het meer juridisch: “Mediator en partijen verplichten zich zonder enig voorbehoud tot geheimhouding”. Daarop moeten dan dikwijls weer uitzonderingen worden gemaakt, vooral voor beraad met achterbannen. “Onder doorgifte van het geheimhoudingsbeding” voegen wij daar dan aan toe.

En dat respectvolle gedrag over en weer? Dat komt in onze intakefase sowieso aan de orde. Sommige mediators laten partijen ervoor tekenen,

Remkes: De kern is inleving. Voortdurend de vraag stellen: “wat is zijn positie, en hoe houd ik daar procesmatig rekening mee?” Dat geldt voor de informateur, maar in feite ook voor de andere gespreksdeelnemers Je moet elkaar comfort bieden, als je er ten minste uit wilt komen.

Mediator: “Bij ons kunnen partijen zich aanvankelijk per definitie niet in de ander inleven. Zij zijn immers in conflict met elkaar, en een kenmerk van conflict is dat je bent opgehouden rekening te houden met de ander, terwijl je wel van die ander afhankelijk bent. Ons mediationproces is erop gericht om het besef van onderlinge afhankelijkheid langzaam te laten terugkeren, zodat partijen zich weer enigszins in elkaar kunnen inleven.

Nu hebben partijen aan de (in-)formatietafel natuurlijk geen conflict, zij zijn professionals en houden de persoonlijke verhoudingen meestal wel goed. Maar zij komen wel rechtstreeks uit een verkiezingsstrijd, waarin vaak harde woorden vallen, en meer dan vroeger op de man of de vrouw wordt gespeeld. Ondanks alle bezweringsformules (“We zijn professionals”, “we zijn niet van suiker”) werken persoonlijke krenkingen vaak lang door. Zij maken het bereiken van overeenstemming op de inhoud moeilijker.

Remkes: Een van de deelnemers heeft het gevoel gekregen dat hij een proces ingezogen werd waar hij niet in wilde zitten, door mee te denken in de inhoud. Maar als dat zich voordoet hoort een procesbegeleider dat te onderkennen.

Mediator: Eens. Wij zeggen bij de aanvang hardop: ”de inhoud is van jullie, het proces is van mij”. Wij hoeven in principe dus alleen naar het proces te kijken. En ons proces is erop gericht om op de juiste momenten te schakelen tussen de bovenstroom (inhoud) en de conflictueuze onderstroom van negatieve emoties, oud zeer en wantrouwen.

Remkes: Uiteraard moeten partijen ook respect hebben voor het instituut informateur. Je moet een beetje fatsoenlijk met elkaar omgaan.

Mediator: Respect voor het instituut mediator, zo ver zouden wij niet gaan. Wat wij belangrijker vinden is dat allen vertrouwen in de mediator behouden. Als een van de partijen het vertrouwen in de mediator verliest stagneert het proces voor allen. Wij zijn dus gespitst op signalen van vertrouwensverlies. Weten we dat vertrouwen niet te herstellen, dan houden we ermee op.

Remkes: Als iemand wegens vertrouwensverlies is weggelopen, dan is het een optie om iemand te laten komen in wie hij vertrouwen heeft.

Mediator: “Eens, mits diegene er nog voldoende belang bij heeft om er samen uit te komen. En andersom.

Remkes: In de politiek is het vertrouwen uitzonderlijk laag. Naarmate de kamer er meer een vertoning van maakt wordt dat vertrouwen er niet beter op.

Mediator: Klopt. Een conflictueuze context maakt het proces aan tafel er niet kansrijker op. Een oplossing kan zijn om er een gezamenlijke uitdaging van te maken die context positief te beïnvloeden.

Hebben wij lessen te leren aan toekomstige (in-)formateurs? Wellicht. Bijvoorbeeld over het maken van beginafspraken aan de voorkant over communicatie naar buiten, respectvolle bejegening en tussentijds stoppen. En over de scheiding tussen inhoud en proces.

Onderhandelingsklimaat is alles. Schakel bij een verstoring in het onderhandelingsklimaat niet naar de inhoud, maar onderzoek wat er voor nodig is om de verstoring op te heffen. Laat emoties niet lopen, maar geef er erkenning op. Wantrouwen bouwt zich op uit niet-geziene emoties, ook bij professionals. En blijf altijd in je rol, en verdeel je aandacht gelijkelijk over allen. Kortom: rolvastheid en balans.

En een laatste aanwijzing: Erken over en weer de verschillen, en handel op basis van het gemeenschappelijke”.

Dick Allewijn, emeritus hoogleraar Mediation aan de Vrije Universiteit (VU) Amsterdam